Pubers, politiek en popfotografen

acne_voor.jpg

Het vervelendste van pubers is de overmaat aan meeeters, ook wel beter bekend als `puistjes`. Clearasil helpt wel maar lang niet altijd even snel en langdurig. Meeeters krijg je als cadeautje bij je puber op twee manieren. Niet alleen zit dat lieve gezichtje van je kind ineens onder de rode bonken maar er komt ook nog allerlei gespuis in huis dat van tijd tot tijd aan tafel blijft hangen en flauwe grappen maakt. We hebben wat afgeleden.

Niet voor niets is er een reeks van boeken en tijdschriften die ouders vertellen hoe ze met deze etterige tijd om moeten gaan. Lang niet iedereen maakt daar gebruik van. Vier huizen verderop bij mij woont een politieman die gemeentelijke  regels en wetten aan zijn laars lapt en bovendien een puberzoontje heeft. Voor ons valt het joch best mee maar in stilte laat hij zijn krantenwijk voor de helft aan pa over terwijl hij wel de `hele poet` in eigen zak steekt. Volgens mij is er sprake van afpersing want als pa het joch gewoon zij werk laat doen, dreigt de puistencontainer waarschijnlijk zijn etterige gedrag te versterken.

Ik heb daar de bewijzen voor want toen het joch kortgeleden de hele wijk voor één keer alleen moest doen, begon het protest. Zijn moeder ging op straat als een viswijf tegen hem te keer (visolie helpt ook tegen puistjes). Pas toen zij merkte dat ik al geruime tijd in de buurt was, ging zij naarbinnen maar…toen zij dacht dat ik  weg was kwam ze opnieuw naarbuiten om haar eigen broedsel uit te schelden.  Omgaan met pubers is ook in de kringen van de hermandad niet altijd succesvol.

Ik denk dat het iets heeft te maken met uitstraling, de innerlijke zekerheid die je aan de buitenkant gezag geeft. Uitstraling is eigenlijk een vreemd begrip. Als je het op de aarde betrekt, betekent het dat aan de oppervlakte opgeslagen warmte achteloos de ruimte wordt ingeslingerd. Is dat ook wat wij onder menselijke of een warme uitstraling verstaan? Ik zou het niet weten, evenmin als de pop- en modefotograaf die vanmorgen bij `Goeiemorgen wat een heerlijke dag`op bezoek was omdat hij als jonge jongen al `popgrootheden` zoals Jimi Hendrix fotografeerde. Volgens de fotograaf kwam het door zijn uitstraling wat ik mij tijdens de uitzending in afnemende  mate voor kon stellen. Ik denk dan ook dat die popgrootheden over het algemeen helemaal geen grootheden zijn maar gewoon vervelende uit hun puisten gegroeide pubers.

Iets van uitstraling kon ik ook niet zo erg opmerken bij Ella Vogelaar en haar verhaal over integratie. Best wijffie hoor maar `uitstraling`, tja, nou, nee… Zeldzaam, zo moeilijk als zij praat. Het lijkt wel of elke letter eerst door de maag en endeldarm wordt gevoerd voordat een woord naar buiten mag.

Daar blijkt maar weer eens uit dat je best verstandige dingen kunt zeggen ook al heb je weinig uitstraling. Overigens gingen die verstandige dingen ook wel eens gepaard met open deuren. Zo baseerde Ella haar verhaal op een rapport waarin wordt gesteld dat een deel van de autochtone bevolking de bouw van moskeeen en het dragen van hoofddoekjes en boerka´s als bedreigend ervaart. Als je zoiets leest gaat er toch echt een wereld voor je open. Zoiets had ik nog nooit gehoord (ironieteken). Je kunt zo´n rapport toch niet eens meer serieus nemen als er zulke mededelingen in worden gedaan! Nee, dat verwacht je nog niet eens in het werkstuk van een middelbare scholier, van een puber. Als zo´n joch of griet zelf de hele krantenwijk doet, heeft hij of zij alle kans om te ontdekken dat het een waarheid als een koe is.

Nee, dit soort rapporten draagt niet bij aan een goede uitstraling van het kabinet. Dat laat vrezen dat dikke maatschappelijke puisten voorlopig nog even dooretteren.

Overigens was in de krant van vanmorgen ook een interessant artikel te lezen over de vele generaties die nodig zijn om de integratie tot een goed einde te brengen. Ik wist niet dat mijn weblog wordt bespionneerd door de redactie van de dagbladen!

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

Service

www.laserskinclinics.nl

www.pubers.startbewijs.nl

www.minvws.nl

www.drijfzand.com

www.denieuwereporter.nl

www.nl.wordpress.com/tag/islamisering

www.mythologie.wordpress.com

Sintemaarten bezoekt Casa Rosada

casa-rosada.jpg

Als jeugdige inwoner van het Groningse stadje Winschoten nam ik jaarlijks deel aan het Sintemaartenfeest op 11 november. Heel wat keren ben ik met lampion langs de deuren van bekenden en wildvreemden getogen om het nodige snoepgoed op te halen. Soms kreeg ik ook geld of fruit. Spannend want het gebeurde altijd in de, vroege, donkere uurtjes.

In mijn huidige woonplaats proberen sommige buurtverenigingen het Sintemaartenfeest ook leven in te blazen, met méér of minder succes.

Dit jaar gingen uitgerekend op 11 november enkele raadsleden op studiebezoek bij outletcenter Rosada in Roosendaal omdat wij zelf ook zo’n ding dreigen te krijgen. Zo’n outletcenter heeft wel heel veel met textiel te maken maar niets met Sintemaarten die de helft van zijn mantel weggaf aan een arme zwerver.

Nu is Sintemaarten het meest bescheiden feest in de donkere weken voor Kerstmis. Het is het feest van het weggeven terwijl St. Nicolaas verder gaat en ook vooral aandacht besteedt aan karakter en persoonlijkheid van de ontvangende partij. Daar zit dus duidelijk een opbouw in.

Terwijl Sintemaarten iedereen zo ongeveer hetzelfde geeft, laat St. Nicolaas aan eenieder zien wat hij of zij nodig heeft om een beter mens te worden en opent Kerstmis de uiteindelijke poort naar een bestaan op een hoger niveau. Een beetje Boeddhistisch is het Christendom bij tijd en wijle wel. 

Zo’n outletcenter lijkt het meest op Sintemaarten. Niet vanwege de textiel maar doordat het feest iedereen hetzelfde geeft. Het outletcenter geeft iedereen een voordeeltje, dat is dus hetzelfde. Nou ja, een outletcenter geeft eigenlijk niets natuurlijk. Op de keper beschouwt, neemt het alleen maar. Het is een beetje het kind met de lampion dat het snoep zelf wel uit de schalen van de opgezochte huisbewoners graait.

Heilig zijn ze bij Rosada bovendien vast niet, een naam die mij alsmaar doet denken aan het Casa Rosada dat in Buenes Aires staat en waarvandaan Juan en Evita Peron als fascistsiche heersers hun volk toezwaaiden in een woud be-achtig socialistische sfeer (wat dan weer koren op de molen is van degenen die beweren dat fascisten een soort socialisten zijn, maar goed dat misverstand heb ik al uitvoerig de grond in gepraat). Voor iedereen een voordeeltje, maar het Argentijnse volk heeft er uiteindelijk weinig lol aan beleefd. Na een kort opgevlamde hoop, smeten ze Juans tweede vrouw, Isabel, met veel plezier over de schutting. Videla! Pardon: voilà! Como esta? Muey bien! Het Casa Rosada als outletcenter voor politici.

Een outletcenter bij mijn stad zie ik niet zitten omdat ik vrees voor de overlevingskansen van de gewone modewinkeliers. En zie: het outletcenter heeft ook daarop een antwoord. Het zorgt namelijk voor extra opdrachten voor die middenstand. Zou het waar zijn? Snijd een outletcenter als echte Sintemaarten zijn mantel doormidden om de helft weg te geven? Ik geloof er niets van. Erger is dat de winkeliers op die manier gedeeltelijk afhankelijk worden van het outletcenter: minder particuliere klanten maar wel het outletcenter als opdrachtgever. Dat lijkt mij een economisch ongewenste situatie.

Nee, wat mij betreft is het “nee” en blijft het “nee”. Een outletcenter voegt geen waarde toe aan mijn gemeente. Dat is wel het geval met een gemeentebreed ingevoerd Sintemaartenfeest, een feest dat vreugde beleeft aan het schenken.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service 

www.es.wikipedia.org

www.fashionunited.nl

www.scraptime.nl

www.pinkelotje.nl

www.ballenbak.net

www.cmdstud.khlim.be

www.mythologie.wordpress.com

Roosendaal en z’n outletklep

stau0_1020_260362_00.jpg

Toegegeven, ik ben geen bewonderaar van sociologisch, socio-economisch, sociaal-geografisch of socio-cultureel onderzoek. Ik wantrouw de uitslagen bij voorbaat en ik acht ze allemaal van het kaliber “vrouwen die van tomatensoep houden, zijn  gekker op seks”. Ik lijd aan een ingebakken wantrouwen jegens mijn medemens en vooral als het gaat om de dingen die hij of zij in het openbaar zegt.

Anders dan bij een onderzoek in een B-wetenschap, zijn er geen constanten. De allerminst constante is wel de zogenaamde “human factor”. En ja, ik ken allerlei trucjes van “onderzoekers” om de onderzoeken “betrouwbaar” te maken maar van mij mogen ze allemaal zo op de brandstapel. Al ben ik een fervent tegenstander van boekverbranding. Ik bevind me in goed gezelschap want ook Geert Mak is niet onverdeeld gelukkig met al die onderzoeken en cijfers

Nu heeft een flink aantal raadsleden in mijn gemeente besloten om een kijkje te gaan nemen in Roosendaal waar een textieloutlet is zoals het bij ons misschien ook wel komt. Om te onderzoeken hoe zoiets werkt en wat voor invloed het op de samenleving heeft. Waarom? 

Ik zou het niet weten. Een gewone, gezonde analyse vertelt mij dat een outlet waar merkkleding wordt verkocht, vooral mensen met een dikke portemonnee lokt. Voor de mensen met een smalle portemonnee is het allemaal toch echt nog te duur. Bovendien hebben zij niet de middelen om naar zo’n weidewinkel toe te gaan.

Dat betekent dat de kledingwinkels in de binnenstad afzet gaan missen. Ondertussen hoopt zich verkeer op in de omgeving van de outlet en op de wegen er naartoe. Géén van die bezoekers zal naar de binnenstad komen. Zij weten al lang wat zij bij het outletcenter kunnen verwachten en komen alleen als er iets van hun gading is. Zo niet, dan gaan ze naar een andere goedkope winkel of ze wachten een paar weken. Kortom, wat brengt een outletcenter: vervuiling, drukte, herrie en verarming van de middenstand. Dat is dan vast leuk voor degenen die mijn stad met zo’n center “op de kaart willen zetten”.

Wat zou je nu kunnen ontdekken door een bezoekje aan Roosendaal? Mijn gemeente is Roosendaal niet en dus is de situatie heel anders. Dat is nog te meer het geval omdat Roosendaal in een grensgebied ligt. Daar heersen andere gewoonten en gebruiken dan bij ons.

De vestigingsmanager vertelt een fantastisch verhaal, evenals het gemeentebestuur. De klanten vertellen een verhaal waarvan, zoals gewoonlijk geen chocola te maken is en de winkeliers in de binnenstad gaan zeggen dat het allemaal wel meevalt. Dat wil zeggen: de winkeliers liegen om de moed erin te houden of hun klanten zijn gek. Aangezien Roosendaal in Brabant ligt, kan het ook een combinatie van die twee zijn. Niemand wil toegeven dat het een ramp is.

Maar het wordt nog erger want heus, de raadsleden kunnen stuk voor stuk die analyse ook wel maken. Waarom dan toch zo’n bezoekje? Omdat het geëist wordt, vrees ik. Geëist door de zogenaamd mondige burger die van alles een objectieve onderbouwing wil zien. Met het woordje “onderzoek” krijg je in deze tijd echt iedereen plat. Dan is echt de discussie verder niet meer nodig  want de mensen van de 21e eeuw geloven niet meer in God maar wel in Onderzoek. Waarom?

Omdat ze hun eigen, nuchtere oordeel niet meer geloven en het oordeel van een ander wantrouwen. Daarom heb je iets nodig dat “objectief” is maar in werkelijkheid bestaat uit andermans waarneming. Vroeger was dat God, nu is het Onderzoek. En ja, wat er vroeger in het collectezakje verdween, dat verdwijnt nu in de zak van de busondernemer, NS of de oliemaatschappij.

Veel beter natuurlijk en nog een leuke dag ook want  de banken van het openbaar vervoer zitten echt beter dan een kerkebank. Misschien moet dominee toch maar eens een stofje gaan kopen. Een outletcenter is vooral een outletklep voor iedereen die God heeft ingewisseld voor getallen en cijfers. Je moet íets te doen hebben op zondag.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

Service

www.sync.nl/van-a-naar-a-nederland-werkt-hard-aan-een-verkeersinfarct

www.samenwerkenaannederland.nl/duurzaamheid/discussie/verrommeling-van-nederland/weidewinkels-verbieden

www.onderzoekinformatie.nl

www.weblog.ruigrok.nl

www.dance.blog.nl

www.mythologie.wordpress.com

Wollen onderbroekjes

cartoonwomanknittingb.jpg

Wat een blunder! Ons ministerie van Buitenlandse zaken geeft miljoenen subsidie aan een Iraanse radiozender waarvan het democratische gehalte discutabel is, misschien zelfs wel pro Ayatolla. En dat allemaal om de Iraanse jongeren een hart onder de riem te steken. Het zoveelste voorbeeld van onzinnige inmenging.  

In de negentiende eeuw zetten gegoede burgerdames in Groot-Britannie zich in om wollen onderbroekjes te breien voor de naaktlopende negerkinderen in Afrika. Zij hadden de beste bedoelingen en wilden `die onderontwikkelde wilden` in de jungle graag de helpende hand toesteken. Ja zeker, het bedekken van de schaamdelen is een essentieel onderdeel van het christelijk geloof hoewel Jezus het er bij mijn weten nooit over heeft gehad. 

Een vorm van solidariteit dus. Nu heb ik twee columns geleden gesproken over de internationale solidariteit die hoort bij het ware socialisme. Als onderscheid ten opzichte van het Nazisme. Maar hoe zie ik dat nu, die internationale solidariteit? Wat moeten we ermee? Nou, dat valt nog wel tegen.

Eerlijk gezegd spreekt internationale solidariteit me wel aan. Als wereldburger met een redelijk Nederlandse identiteit (ik spreek de taal aardig en ken de cultuur redelijk) vind ik dat we solidair moeten zijn met iedereen in de wereld. Uiteindelijk zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. Wie probeert een ander uit dat schuitje te gooien, verdient het om in zijn kraag gepakt te worden.

Internationale solidariteit is zolangzamerhand niet meer het monopolie van socialisten. Ook allerlei christelijke groeperingen hebben zich er meester van gemaakt en met z´n allen maken we er een aardig potje van. Die solidariteit komt er vaak op neer dat wij onze cultuur, levenswijze en vooral politieke verhoudingen willen opdringen aan volkeren die daar geen band mee hebben. Waarom? Soms omdat we denken  dat onze maatschappij de prettigste leefomgeving biedt voor iedereen. Heel vaak ook uit doodgewoon eigenbelang. Een democratische, open samenleving biedt ons de beste mogelijkheden om onze economische idealen te verwezenlijken. De hele wereld als markt voor onze industriele rotzooi.

Een ideele en een pragmatische kant dus, zo ongeveer als de kruistochten in de twaalfde eeuw. Net als toen blijkt het effect vrijwel altijd 0 te zijn. Dat komt dan weer doordat de mensen met wie wij ons solidair hebben verklaard helemaal niet op ons zitten te wachten.

O ja, uit Soedan, Haiti, Afghanistan en Irak komen geregeld mensen die ons vragen om te helpen. Gek genoeg vragen we dan nooit welke doelstellingen zij hebben. Wie roept dat hij of zij de democratie in zijn land wil vestigen, heeft onze steun. Toch pakt dat nog al eens verkeerd uit. Dat bleek bijvoorbeeld bij de Palestijnen die democratischerwijze een heel andere keuze deden dan wij wensten. En dan zijn we boos. Wel kiezen zoals wij in het westen dat willen hoor!

Wat wij met onze hulp in wezen doen, is steun geven aan de ene clan om de andere kliek te verdrijven. Als dat gelukt is, zijn we blij totdat blijkt dat onze oorspronkelijke bondgenoten ook niet meer doen wat wij willen. Jarenlang hebben we Mugabe gesteund en nu is het zo´n verschrikkelijke dictator dat hij volgens de Bushdoctrine best wat bommen op zijn kop verdient.

Let wel, overal waar wij ingrijpen, gaat het mis. Somalie, Eritrea en Ethiopie, Irak, Afghanistan, Cambodja, het Midden Oosten, Irak, Afghanistan en het Victoriameer. In dat laatste meer zijn met behulp van de ontwikkelingshulpgelden victoriabaarzen uitgezet. Die zouden de lokale vissersbevolking een eiwitrijker dieet gaan geven. Er is gebeurd wat sommigen al vreesden, de baars heeft alle andere soorten vis opgevroten. Een milieuramp van de bovenste plank. Bovendien varen er Europese vissersboten die alle vis voor de neus van de lokale bevolking wegkapen. 

China, waar het in elk geval economisch goed gaat, heeft nooit met ingrijpen te maken gehad. Hooguit met economische toenadering. Hetzelfde geldt voor India.

En we leren het maar niet. Zelfs onze socialistisch solidaire minister Koenders begrijpt niet dat ingrijpen nooit helpt. Dat komt allemaal doordat onze samenleving niet de samenleving is van de mensen die wij denken te moeten helpen. Onze democratie is in drieduizend jaar gegroeid van de Atheense aristocratie ( die meer dan elders het vrije woord kende en daarom gezien wordt als bakermat van de democratie) Noord-Italie, de Lage Landen (Nederland en Vlaams Belgie), de steden van Noord Duitsland ( ja zeker) en de regio rond Londen. Verder niet. En die cultuur, die nog niet eens heel Europa dekt, moet met alle geweld (letterlijk) worden opgelegd aan de hele wereld. Ahmadinejad, de president van Iran, en Hugo Chavez van Venezuela hebben temidden van al hun geblaat daar een punt. Het westen blijft koloniaal op basis van een superioriteitsgevoel Dat is  weer gebaseerd op een cultuurmodel dat geboren is in een heel klein deel van de wereld. 

Maar wat is dan nog solidariteit? Het is meer dan de meeste mensen op het ogenblik nog kunnen opbrengen. Het houdt respect in voor mensen in andere streken van de wereld, zoals zij zijn. Helpen? Dat kan maar alleen op heel kleine schaal. Door microkredieten, door steun aan families en soms aan een dorpje. Zodra intellectuele vluchtelingen, opstandelingenleiders of machthebbers erom vragen, moeten we oppassen. Nee, moeten we afwijzen. Wie solidair is, geeft mensen de kans hun eigen weg te kiezen. 

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

Service

www.minbuza.nl

www.bbo.org

www.antenna.nl

www.oruzgan.web-log.nl

www.arnoldkarskens.blogspot.com

www.radioactive.blog.nl

Nazi’s en hun fatsoen

poel11.jpg

Zittend aan een klein, leuk beekje nabij de Duiste stad Goch, moest ik gisteravond denken aan het aloude Griekse gezegde “panta rhei”of “alles stroomt”.

De Griekse filosofie wordt beheerst door die gedachte of…juist het tegenovergestelde: “alles blijft altijd hetzelfde”. Die filosofische stromingen hadden allebei de gelukzalige uitwerking dat “wat je ook deed, het maakte uiteindelijk niets uit. Stil zitten of meegaan met de stroom was de boodschap. Daar wordt een mens gelukkig en rustig van. Zekerheden.

Als er één ding is dat mensen niet kunnen verdragen, dan is het verandering. Verandering maakt een inbreuk op hun domein. Het leidt tot onzekerheid. Is de eigen positie nog wel sterk genoeg om de veranderingen het hoofd te bieden? De kracht van die positie hangt af van twee elementen: bezit en geestelijke ontwikkeling. Het nadeel van het eerste is, dat het af te nemen is. Het eerste valt niet te verwijderen, ook niet als je dood gaat.

Vanmorgen zag ik hoe één van mijn buren zijn auto met een hoge drukspuit reinigde. Voor zover ik weet is dat erg slecht voor het milieu en bovendien kost het veel energie. Stel nu dat de overheid mijn buurman gaat verbieden op die manier zijn auto te wassen. Dan zal hij dat vermoedelijk zien als een aantasting van zijn vrijheid, een inbreuk op zijn domein.

Stel nu dat hij de volgende dag in de krant leest dat de gemeente geld steekt in de bouw van een moskee. Dan kan hij zeggen “kijk, de overheid wil niet tegemoetkomen aan mijn behoeften maar wel aan die van moslims. Klaarblijkelijk nemen de moslims de macht over met behulp van de overheid.”

Vroeger thuis noemden we dat “jumping to conclusions”, dat heeft meestal plaats door verbanden te creëren die niet bestaan maar die de noden in de eigen positie lijken te verklaren. En zo kan een fatsoenlijk mens fascist worden.

Niet als het gaat om één verandering maar wel als de ene na de andere verandering in zijn leven optreedt waardoor zijn onzekerheden groeien.

En zo verging het massa’s heel fatsoenlijke mensen in de dertiger jaren. Er was sociale onrust, het karakter van de samenleving veranderde en sommigen raakten hun financiele middelen kwijt. Omdat niemand graag de schuld bij zichzelf zoekt, moest die wel ergens anders liggen. Het `slappe bestuur`, invloeden uit het buitenland, economische verbanden en natuurlijk de overwinnaars uit Wereldoorlog I kregen in Duitsland de schuld. Opmerkelijkw as wel dat die neiging het grootste was bij mensen met een beperkte intellectuele ontwikkeling. Keurig, zich streng houdend aan fatsoensnormen en dus gruwend van elke inbreuk daarop.

Want was is fatsoen? Fatsoen is niet meer of minder dan een stelsel van afspraken en regels die mensen helpen zonder dagelijkse blessures het leven door te komen. Het is een omheining van ongeschreven zekerheden waarbinnen mensen zich veilig voelen. Zekerheden.

De mensen die hun positie bedreigd zagen, spraken daarover met elkaar en ontdekten dat in hun ongeving dezelfde beleving bestond. Als zoveel mensen zich bedreigd voelen…dan moet er toch wel iets van waar zijn? Nazi´s waren dan ook van huis uit heel fatsoenlijke mensen, de ideale schoonzoon en de liefste schoondochter. Geen psychopaten maar gewone, middelmatige burgers op wie niets was aan te merken. Fatsoen is geen barriere tegen fascisme maar de inrit ervoor. 

Dat was niet alleen in Duitsland het geval. Ook de NSB bestond aanvankelijk vooral uit een grote groep heel `nette` mensen. Een nadeel was wel dat de groep zich afzette tegen de bestaande maatschappij en die verzethouding trok extremisten, ontevredenen en inderdaad ook psychopaten aan.

 bild1_235x394.jpg

 Veel NSB-ers waren aanvankelijk ook geen antisemiet. Jammer genoeg waren het vooral de scherpslijpers die zochten naar schuldigen, mensen die de schuld droegen van hun erbarmelijke situatie en dat moesten klaarblijkelijk de Joden zijn, de moordenaars van Christus. Ja, dat was het bewijs, bij de Joden lag het kwaad.

Natuurlijk, opnieuw was het gebrek aan geestelijke ontwikkeling de vader van deze gedachtenstroom. Dat doet niets af aan het feit dat de mensen zich tot dan toe keurig hadden gedragen.

En zie … opnieuw zijn ze er. Een veranderende wereld, onrust en gebundelde onvrede. En deze keer wordt de link gelegd tussen de Islam en de vele ingrepen die de overheid pleegt in onze directe en verder weg liggende omgeving. Nu zijn het de bestuurders die als `landverrader` worden aangemerkt en die het land aan de Islam zouden willen overleveren.

Obscure en dubieuze auteurs geven net zoals in de dertiger jaren voeding aan deze gevoelens. Om veelal persoonlijke redenen maken zij mensen bang en hitsen ze massa´s op. En weer zijn het degenen met een beperkte geestelijke of intellectuele ontwikkeling die in de val trappen. En opnieuw ontstaan rechtsradicale organisaties zoals de NVU, Blood and Honour, SIOE, Nederkrant en vele anderen die beinvloedbare geesten vergiftigen. En opnieuw denkt de overheid dat het allemaal wel meevalt. Een overheid die al jarenlang weigert mensen te voorzien van middelen om tot geestelijke en intellectuele ontwikkeling te komen. Daarmee heeft ze de bom onder haar eigen basis gelegd. Tja…de regering roept om fatsoen maar geestelijke ontwikkeling is wat er nodig is.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

Service

www.antondewit.nl

www.tegenwicht.org

www.rechtenforum.nl

www.wijkalliantie.nl

Blij zijn met elkaar

557.jpg

Nog niet zolang geleden was ik op een bijeenkomst waar de wijkagent werd aangeduid als “bromsnor.” Voor wie die naam niet kent: Bromsnor was de dorpsveldwachter in een tv-serie uit de tijd dat er alleen nog maar publieke omroepen waren en niemand werd gestoord met gestoorde reclames. Zwart-wit tv en een kopje koffie op de bank. Dat “bromsnor” klonk tijdens die bijeenkomst een beetje folkloristisch en daardoor ook wat denigrerend. Zonder heimwee naar het verleden te krijgen, zou het toch goed zijn om de voordelen van Bromsnor nog eens onder de loep te nemen. Ik maak me sterk dat ook politici die voordelen wel kennen maar daarmee niet te koop willen lopen. Dat heet “oubollig” te zijn en dat is een ander woord voor “psychologisch verantwoord”. Tja, welke politicus of politica zou zich daaraan schuldig willen maken?

In plaats van “oubollig” valt ook wel eens het woord “niet meer van deze tijd” of “een gepasseerd station”, termen die bij voorkeur worden uitgesproken door mannen en vrouwen die schijnen, niet blijken, te weten hoe de toekomst er uit zal zien. En dat nog wel zonder kristallen bol. 

Toch blijkt met enige regelmaat dat zij helemaal niet zo’n heldere kijk hebben op de toekomst en daarom moeten allerlei plannen steeds weer worden bijgesteld. Politici dekkenzich tegen kritiek op dat punt in door de kreet “dat zien we dan wel weer” of “als, als, as is verbrande turf” en dat soort dooddoeners. Een belangrijke oorzaak van onverwachte ontwikkelingen in de loop van de tijd is al heel lang geleden ontdekt in de sociologie “the human factor”. Het gedrag van mensen is nu eenmaal minder voorspelbaar dan het weer. En dat kost al zoveel moeite. Gelukkig maar, zou ik denken want mensen zijn dus geen geprogrammeerde robots.

Tot ieders stomme verbazing is kortgeleden het begip “sociale cohesie” uitgevonden en ook “sociale controle”. Mensen die gek werden van de oplettendheid waarmee dorpelingen zich met elkaars zaken bemoeiden, gaan daar nu toch weer een beetje naar terugverlangen.

Sociale cohesie klinkt onbegrijpelijk genoeg om wetenschappelijk genoemd te worden en dus is het “van deze tijd”. Het betekent doodeenvoudig dat mensen hun buren weer kennen en ook nog weten wie er tien huizen verderop woont. Dat waren we in de wijken die dertig jaar geleden met een heldere blik op toekomst zijn gebouwd, namelijk vergeten. Het betekent zelfs dat mensen gezamenlijk werken aan een prettige leefomgeving en elkaar aanspreken op asociaal gedrag: hond los laten lopen, plassen in de tuin van de buurman, een helse herrie maken met beukmuziek omdat je het zelf zo leuk vindt en ga zo maar door. Weg van de samenleving waarin niemand meer iets met elkaar te maken leek te hebben. Sociale cohesie…

Nu gelooft de overheid niet echt zelf in dat begrip want ondertussen werkt ze aan een voortschrijdende schaalvergroting. Gemeenten worden groter, politieregio’s breiden zich uit, de brandweer is nauwelijks nog vrijwillig. Wie kent de burgemeester van zijn eigen stad nog? Ja, de pers van die stad, die heeft daar wel een flauw vermoeden van maar verder… Vraag elke willekeurige burger op straat wie de burgemeester is en het antwoord zal zijn “geen idee`  of “weet ik veel” of erger.

Terwijl de burgers dus steeds knusser met elkaar om moeten gaan en het liefst tot innig knellende omhelzingen moeten komen, verdwijnt de overheid uit het straatbeeld. Dat geldt ook voor Bromsnor. Weliswaar is het fenomeen wijkagent ingesteld maar dat is de grootste aanfluiting die ooit aan een inspecteursstrot is ontsnapt. Niemand, ik herhaal, niemand kent zijn  wijkagent, niemand heeft een flauw idee hoe hij de hermandad moet bereiken en zelden of nooit wordt de geheel eigentijds, en dus Amerikaans, uitstralende blauwbroek op het juiste moment op de juiste plek waargenomen. Ja zeker, nieuwe uniformen, daaraan besteedt de overheid veel geld. Belangrijk!

De behoefte aan Bromsnor is groot. Die koddebeier die iedereen in de buurt persoonlijk kende en iedereen kende hem. Niemand durfde een verkeerde vinger te verroeren uit angst dat de veldwachter boos zou worden. Er is nu eenmaal geen beter middel tegen kattekwaad, vandalisme en zelfs criminaliteit dan persoonlijke relaties.

Bromsnor moet terug in de buurt en wel dag en nacht. Hij moet er wonen, koken, slapen, kindertjes maken en alle ellende van de buurt kennen en meemaken. Hij moet “zijn” buurtbewoners dagelijks ontmoeten en hun narigheden aanhoren.

Dat geldt ook voor bestuurders. Ze moeten de kans hebben te struikelen over dezelfde losliggende stoeptegel als andere mensen die tegenwoordig met het haast denigrerende begrip “burger” worden aangeduid.

Samenhang is alleen maar mogelijk in kleine gemeenschappen. Buurten en dorpen behoren de kern van de samenleving te zijn. In wezen zijn buurten alleen maar dorpen die in een stad liggen.

Schaalvergroting is een ernstiger bedreiging voor onze samenleving dan de “terroristische activiteiten”. Schaalvergroting bedreigt de samenhang van de samenleving en laat haar uit elkaar vallen. Het is het rottingsproces dat in de tandheelkundige wereld caries wordt genoemd of tandwolf. Ik wil vooruit naar het kleine, overzichtelijke, de buurtraad rond de dorpspomp. Ondanks internet en mobiele telefonie kunnen we nog steeds niet zonder die kleine, vertrouwde gemeenschap waarin we blij zijn met elkaar.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

www.dorpsraadkoewacht.nl

www.dorpsraad-glanerbrug.nl

www.hetplatformberoepsonderwijs.nl

www.foodlog.nl

www.spiritvoorgent.blogspot.com

www.regelzucht.nl

Wijkgericht werken in de buurt

veer7.jpg

 Ons woord “wijk” is afkomstig van het Noorse woord “Vik” waar oorspronkelijk de Vikingen woonden. Het betekent “gemeenschap”, een plek waar een samenhangende groep mensen samenwoont. Een verstedelijkt collectief. Plaatsnamen als Noordwijk, Katwijk en Wijk bij Duurstede herinneren daaraan.

In Nederland heeft “wijk” de betekenis van “sociale eenheid” allang verloren en niemand weet haast meer wat het verschil is tussen een wijk en een buurt. Toch ebstaat erw el een zekere definitie van. Een wijk is dan een formeel en kadastraal vastgesteld gedeelte van een stad. Bij het woord “buurt” gaat het meer om een gemeenschap met een zekere sociale samenhang. In Amterdam was dat vroeger duidelijk te zien aan de Dapperbuurt, de Kinkerbuurt, de Jordaan en de Staatsliedenbuurt. Buurten dus.

Nu weten buurten niet van wijken, letterlijk en figuurlijk. Buurtbewoners zeggen steevast dat hun buurt zo “hecht” is. Daar is geen speld tussen te krijgen. Even zo goed wil de gemeentelijke overheid, ook in mijn stad, wijkgericht gaan werken. Het is de bedoeling om daarmee de sociale samenhang te versterken maar als ik zie wat de plannen zijn, dan gaat het niet lukken. Wijken worden verward met buurten. Grote, geografisch nauwelijks en sociaal totaal niet samenhangende eenheden worden  als “wijk” aangeduid. Alle inwoners van zo’n wijk moeten gezamenlijk gaan bepalen waar de knelpunten liggen. Dat gaat burgeroorlog opleveren, oorlog tussen buurten. Die buurten vertonen namelijk wel een sociale samenhang en je kunt er gif op innemen dat ze allemaal hun eigen problemen het belangrijkste vinden. Het zou dus veel productiever zijn om maar meteen te beginnen met buurtgericht werken. Daar waar al een fundament voor sociale samenhang bestaat, valt winst te boeken. Daar waar die samenhang totaal ontbreekt, zal ze ook nooit ontstaan. Buurten zij binnenstedelijke dorpen die niets met elkaar te maken (willen) hebben.

Mensen met een mindere draagkracht hebben bijvoorbeeld graag een prijsvechter als supermarkt in de buurt. Nu is er sinds een paar jaar zo’n p[rijsvechter in onze stad en ze heeft een locatie gekozen abij een buurt met mensen die voorlopig nog even geen SUV kunnen kopen. De winkel wordt druk bezocht door klanten te voet, op de fiets maar ook door SUVverds. Het college van B&W en sindskort ook de Raad van State hebben echter uitgemaakt dat de winkel er illegaal zit en dus moet ze verdwijnen. Ze wordt egdeporteerd naar een bedrijventerrein waar alleen mensen met een SUV kunnen komen. Wie nog niet eens het geld heeft voor een nieuwe binnenband aan de fiets, moet dus weer naar de lokale supermarktdemagoog Hoogvliet die zegt goedkoop te zijn maar het niet is.

En dat allemaal omdat we nu eenmaal gelijke monniken ook gelijke kappen willen geven. De rpijsvechter zit namelijk in een gebied waar geen winkels zijn toegestaan. En we zijn o, zo bang voor uitzonderingssituaties. Over een paar jaar mag de prijsvechter een derde locatie innemen, vlakbij een nadere buurt met “mensen met een laag inkomen”. Alweer in een andere wijk dan de huidige vestiging.  Over een paar jaar. Dat heet geen buurtgericht werken maar “uit de buurt werken”. Dat allemaal omdat de prijsvechter zich illegaal heeft genesteld en illegalen worden nu eenmaal uitgezet.

Buurt- of wijkgericht werken, daar doen ze in Utrecht op grote schaal aan. Twee burgemeesterskandidaten van dezelfde partij nemen het tegen elkaar op. Eén van de uitwassen van die vreemde wens dat er een gekozen burgemeester moet komen dus. Maar goed, ik vind het eigenlijk wel spannend om te zien hoe groot de verschillen binnen de PvdA zijn. Als het maar niet weer alleen maar van dat gezemel wordt over “ervaring” die bij de één dan meeestal net iets meer is dan bij de ander. Ik weet niet of beide heren in dezelfde buurt wonen, wat qua inkomen ebst zou kunnen, maar het zou spannend zijn als ze ieder een hele reeks van buurten achter zich zouden weten te verenigen. Volgens mij houden ze in Ondiep wel van Pans en in Overvecht van Wolfsen. Binnenkort ga ik er eens buurten.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

www.buurtlink.nl 

www.wereldbuurt.nl

www.wijkgerichtwerken.nl

www.aeno.nl

www.cre-aid.nl

www.nieuwsbank.nl

Orang malu meets Beerenburg

ja-11.jpg

“Orang Malu”, Kommer spreekt de woorden  uit alsof hij zijn verliefdheid wil uiten. Ondertussen streelt zijn hand over het beeld van een volledig in elkaar gekropen mens. Het beeld was mij al eerder opgevallen maar tot vandaag was het geen aanleiding voor gesprek geweest. “De bescheiden mens”, vertaalt Kommer bijna even liefdevol als zijn versie van de Maleise benaming. “Dit kunstwerk heeft mijn vrouw twee jaar geleden bij de voordeur geplaatst. Er staat er óók één bij de achterdeur en als je straks bij het weggaan goed oplet, vind je er één in de gemetselde stijlen van het poorthek.” Kommer laat zijn hand opnieuw over de rug van het beeld glijden.

“Orang Malu” vormt een bescherming tegen het kwaad dat wil binnendringen”, gaat hij verder terwijl hij zijn blik gericht houdt op het beeld. “Wij geloven dat “het kwaad” bestaat als onafhankelijk wezen. Het kan zich verplaatsen van mens naar mens en van groep naar groep. In onze ogen zijn er geen verderfelijke personen maar alleen slechte daden.” “Maar dat pleit iedereen vrij”,  roep ik spontaan uit en Kommer knikt. “Tot op zekere hoogte. Ik ben er geen voorstander van om mensen te bestraffen maar wel om het kwaad uit te bannen. Wie het kwaad in zich heeft, kan beter geïsoleerd worden. Ondertussen moeten we alle moeite doen om het kwaad uit hem of haar te verdrijven.” “The exorcist” komt nu wel ineens heel dichtbij!

“Duiveluitdrijving?”, De oude en wijze politicus glimlacht flauw. “Laat ik het zo zeggen: de daden van elk mens zijn te beïnvloeden, ten goede en ten kwade. Welke kant de meter opslaat, is moeilijk te voorspellen. Het hangt af van de geaardheid die je hebt meegekregen en de ervaringen die je opdoet. Op geen van beide heb je helaas invloed. De keuzen die je doet, worden altijd daardoor gestuurd. Ook dat wat men wel het “ik” noemt, is afhankelijk ervan. Of het sterk of zwak is, daarvan ligt de oorzaak buiten je zelf.” Hij laat nu de Orang Malu los en wenkt me om me te late volgen naar zijn werkkamer.

“Wees eerlijk”, begint hij nadat hij zich behagelijk heeft genesteld in zijn relaxfauteuil en het kruikje Beerenburg  ontkurkt. “Is er geen moment geweest dat je dacht dit alles te kunnen erven als je mijn vriend werd? Helemaal geen moment, al was het maar een seconde?” Ik bijt op mijn tong. Wat moet ik zeggen? Meteen al op de eerste dag stelde ik mijzelf voor als Kommers beste vriend en erfgenaam van zijn landgoed. Het duurde niet lang maar het kwam als een flits. “En nu zit je je te bedenken hoe je je hieruit gaat redden”, lacht de oude en wijze politicus weer. Ondertussen schenkt hij de glazen vol. “Je mag wel gaan zitten hoor, daar had je abders ook niet zoveel moeite mee”, hij grijnst op ene gelijkhebberige manier. Het liefste zou ik hem dat betaald zetten en misschien kan dat het beste door eerlijk te zijn.

“Dat klopt”, geef ik toe. “Het is bij me opgekomen.” Kommer glimlacht. “Je eerlijkheid siert je maar ze zal nooit een rijk man van je maken. Waarom niet? Omdat je nu de verdenking op je laadt dat je contact met me hebt gezocht vanwege mijn bezittingen. En geloof me. ik denk niet dat het zo is maar de onschuld is weg. En als die eenmaal weg is, sta je open voor het kwaad, het kwaad in onze betrekkingen. En daar zit hem de verraderlijkheid in, jongeman.” Hij neemt een lange teug van zijn Beerenburg en haalt zijn pijp tevoorschijn.

“Zij was mooi, jong en niet dom. Ik heb het nu over mijn eerste assistente die ik ooit als kamerlid heb gehad. Zij heeft mij verleid en dat was geen probleem want ik was op dat moment nog een vrije jongen. Zij heeft mij zó erg verleid dat ik met haar getrouwd ben en gebleven.” De spanning van het verhaal loopt op want zó saai en braaf kan het niet zijn. Kommers gezicht begint te glimmen. “De vraag is of ik me later wéér heb laten verleiden, getrouwd en vader en wel. Het antwoord is “ja”. Weer door een bloedmooie en deze keer een veel jongere assistente. Ik heb daarover nooit gesproken met mijn vrouw maar op een goede dag heb ik me wel versproken. Toen wist ze het en vanaf die dag veranderde er iets. De eerste Orang Malu kwam in huis en ze ging schilderen. Over scheiden is nooit gesproken en dat is maar goed ook. De verleiding is mij nog veel vaker overkomen en mijn vrouw wist dat ik zo in elkaar zat. Weet je wel hoe leuk en lekker de verleiding is? Weet je wel hoe onschuldig ze zich aandient? Weet je wel dat je verslaafd kan raken aan de verleiding? En toch, zal geen assistente, geen Antje ooit tussen mij en mijn vrouw komen staan. Ik sta open voor het kwaad van de verleiding maar niet voor het grotere kwaad: de verlating.”

“Wat wilt u me daarmee zeggen?” is mijn verblufte reactie. “Snap je het niet? Ik wil zeggen dat iedereen aangetast kan worden door eeen groter of kleiner deel van het kwaad en dat straffen daartegen geen remedie is. Straffen heeft niet meer dan een symbolische betekenis. Het zegt de gemeenschap “wat hier gebeurd is, is kwaad, wij zijn daar tegen”, het zegt niet “dit is een verrotte mens”. Wie begrijpt wat de Orang Malu is, kan dat accepteren. ” Kommer legt zijn benenop de hocker die voor zijn stoel staat en blaast ene paar blauw wolken uit. “De afrekenmaatschappij is berust op wraakgevoelens maar bereikt niet meer dan het slaan van piketpalen voor ene geordende samenleving.”

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

 Service

www.deblauwemaan.nl

www.pureandnatural.nl

www.vaartips.nl

www.standaard.be

wwwkatenhond.blog.nl

www.mathieu-groenlinks.hyves.nl

De kruik gaat net zolang te Beerenburg …

ontkenning.jpg

Een vrachtwagen vol zandzakken verspert vandaag de oprijlaan naar het huis van Kommer. De wagen is vastgelopen in een kuil in het pad en door het gewicht kan hij niet weg. Kommer staat er een beetje mistroostig bij te kijken. Hij had de zandzakken juist besteld voor het geval dat de regen zou toeslaan. “Mijn vrouw heeft een beetje veel naar de Engelse tv gekeken”, vertrouwt hij mij met een knipoog toe.

Het is natuurlijk ook dweilen met de kraan dicht. Onder het lopen naar het huis toe begint de oude en ook zeer wijze politicus zijn verhaal al. “Wij kunnen hier in Nederland nu wel dijken bouwen en verhogen en waterbuffers aanleggen, als meneer Boesj door blijft gaan zich niets aan te trekken van de opwarming van de aarde, zal het niets uithalen.” Met zijn rubber laarzen durft hij niet door de hoofdingang en de marmeren hal te lopen. Daarom kiezen we deze keer voor een zij-ingang die voert door kelders vol voorraden voor de keuken en de stallen en natuurlijk rekken vol wijn en Beerenburg. Bovendien vermoed ik in haast onzichtbare hoeken en gaten de bizarre uitvindingen die hij in de loop van de jaren heeft gedaan zoals de automatische zakdoek die als een soort airbag uit de bomen van je bril kon komen zakken bij een niesbui. Kommer zelf heeft ze ver weggestopt omdat hij ze als jeugdzonden beschouwt.

Het is duister in de kelders want Kommer staat bij zijn voorraden alleen maar spaarzaam licht toe. “Dat is beter voor de voorraden en voor het milieu. Weet je dat ik in mijn hele huis al lang spaarlampen heb? Voor mij zijn het echt spaarlampen geworden. Ik ben een liberale milieufreak”, lacht hij. “Sommigen denken dat die twee niet samengaan.”

Binnen in de werkkamer voelt het behagelijk aan en het eerste glas Beerenburg verdrijft kou en vocht uit ons binnenste. Juli 2007 en er zijn nog steeds mensen die denken dat het alleen maar gaat om een wat slechtere zomer. Kommer schudt zijn hoofd. “Het is de ontkenningsfase. Zolang je maar beweert dat de kwaal niet bestaat, kun je volhouden dat ze er niet is…totdat je eraan bezwijkt. Politici zijn helden in dat opzicht. De één beweert met het grootste gemak dat de uitstoot van CO-2 door de mens niets te maken heeft met de klimaatverandering. Hij of zij slaat ook waarschuwingen van de ozongaten in de wind. Ja, sterker nog, de grootste vervuiler van allemaal zorgt voor een piek door Bagdad aan barrels te gooien met een piek aan luchtvervuilend wapentuig.  De ander denkt dat het wel zal meevallen met de gevolgen van straling nabij zendmasten en zo gaan we maar door. Zelfs als het wetenschappeklijk bewijs er is, dan roepen politici nog dat het allemaal erg meevalt. Dan zoeken ze naar manieren om de technische noviteiten door te voeren op een ogenschijnlijk ongevaarlijke manier. Ik heb in mijn tijd altijd gepleit voor bedachtzaamheid  en voorzichtigheid.”

Hij zakt nog eens lekker onderuit in zijn stoel en neemt een forse nip van zijn Beerenburg. “Vandaag geen pijp”, zegt hij. “Zo’n ding is niet veel beter dan een mini-kolencentrale. “Het is natuurlijk wel raar als mensen ervan opkijken dat het wonen langs een snelweg ongezond is. Dat fijnstof op elke manier je lijf afbreekt, was onder de mijnwerkers al eeuwen bekend. Praat me niet van de klachten die daar voorkwamen behalve een stoflong: kanker, hartziekten en vergiftiging van organen. Hoe dom kun je zijn als je denkt dat het allemaal maar goed gaat? Er zijn echt dagen dat ik naar de Eerste Kamer terugverlang om al die hoofden eens flink door elkaar te schudden.” Het is duidelijk, het enige dat goed is voor een mens is: Beerenburg. “Nou ja”, glimlacht Kommer, “en een goede maaltijd en niet te vergeten nachtrust natuurlijk.” Hij kijkt me doordringend aan maar niet te lang. Al gauw dwalen zijn ogen weer af naar de troosteloos neerdruppende regen buiten en de storm in de kruin van de bomen. “Gewoon een slechte zomer!” spot hij.

Dan veert hij overeind om de glazen opnieuw vol te schenken. Tussendoor wijst hij op een kleine tekening, of eigenlijk een ets, in een donkere hoek van de kamer. “Kijk, daar staat een echte Friesche windmolen, een eeuwenoude uitvinding die gebruikmaakte van een natuurlijke energiebron. Nu verrijzen er ineens overal oerlelijke, eenbenige propellors om die energie op te vangen. Het zou minstens zo efficiënt zijn om huizen in het buitengebied in de vorm van een molen te bouwen en ze hun eigen energie te laten opleveren. Een leuker gezicht en ook toepasbaar in sommige delen van de stad.” Ik kijk even verbluft voor me uit en vrees te maken te hebben met een oprisping van één van zijn “jeugdzondige gedachten”. Kommer lijkt mijn verbijstering niet op te merken en gaat verder.

“Voor het verkeer en vervoer is er maar één oplossing, een revolutionaire overstap naar openbaar vervoer. Laten we zeggen tussen nu en 2017. Versmalling van snel- en binnenwegen, verruiming en verfijning van het net van spoorlijnen en de invoering van kleine bussen met tien tot twintig zitplaatsen. Het is helemaal niet nodig om de privé-auto in te leveren, het ding zal vanzelfsprekend veel minder gebruikt gaan worden.” 

Ondertussen blijven politici maar beweren dat “je de mensen de auto niet uitkrijgt”.  “Nee, natuurlijk niet”, lacht Kommer. “Niet als je de benzineprijs ééns in de tien jaar met een eurootje verhoogt. Daar worden de mensen niet angstig van. ” Politici in de ontkenningsfase, voor Kommer vormen ze een legioen staatsgevaarlijke en lugubere types. “De war on terrorism zou tegen hen gevoerd moeten worden”, besluit hij.

Lopen naar huis is net zo leuk als rijden met de auto. Ik durf de motor gewooon niet meer te starten na het milieu-infuus dat Kommer ten beste heeft gegeven. En onderweg krijg ik al de neiging omvergereden bloemetjes weer rechtop te zetten.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

www.yukiko.web-log.nl

www.gedichten-freaks.nl

www.members.lycos.nl

www.nujij.nl

www.martine-th.hyves.nl

www.johnito.blogspot.com

Beerenburg, oeroud en eerlijk

courtier.jpg

Als de Friese trots ergens is gekwetst, dan is het wel door het uitblijven van de strenge winters. Het lijkt wel of de Elfstedentocht tot het verleden behoort, voorgoed. Tradities kunnen sterven maar niet zonder nakomelingschap. Het Thialfstadion in Heerenveen zet de traditie van het Friese schaatsen voort.

Twee bezittingen koestert Kommer dan ook met meer genegenheid dan wat ook: zijn schaatsen en zijn zeilboot. Ja, zoals de schaatsen het symbool zijn van de winter, zo is de boot, het skûtje, het levende bewijs dat er nog meren en kieviten zijn in zijn land. “Niet de Friesche taal maar Friesland zelf is een droom”, zegt Kommer wel eens. “Een droom van een land dat het verdient lief te hebben inclusief de kliffen en schorren, de bossen en de meren en natuurlijk de “Oldenhove” de scheve toren van Leeuwarden. De vraag die buitenstaanders bezighoudt, is of de toren schever staat dan die van Pisa. Voor de Friezen is alleen van belang dat de toren nog staat.

De liefde van Kommer voor zijn moederland valt op te snuiven aan alle kanten en naast het levensgrote portret van Aletta Jacobs en de wajangpoppen, zijn de wanden van zijn werkkamer gesierd met prenten en schilderijtjes van het rijke, Friesche leven. “Het mag dan verleden tijd zijn”, zegt Kommer, “maar die verleden tijd is ook voor een groot deel mijn eigen verleden en het leven van mijn ouders en grootouders. Ik kan daarvan niet zo maar afstand doen.” “Vroeger was alles beter?” probeer ik voorzichtig maar Kommer schudt al meteen haast moedeloos zijn hoofd. “Dat is het nadeel van onze jeugd”, zegt hij. “Ze probeert het verleden te vangen in one-liners en denkt daarmee de eigen cultuur te hebben gekarakteriseerd. Zo zit het niet. Om aan iets nieuws te beginnen, moet je eerst weten wie je zelf bent en waar je vandaan komt. Zo niet, dan doe je valse slagen, je vaart niet meer voor de wind en noem zo maar op. Ik weet wel dat het niet populair is om traditie te verdedigen maar ik doe het toch.”

Traditie, het woord klinkt haast vies in het moderne “tijdsgewricht” maar Kommer maakt er een helder juweel van. “Een ander woord voor traditie, is overlevering”, zegt hij. Met vaste hand schenkt hij nu twee glazen Beerenburg in, haast tot aan het randje. “Kijk nu toch eens naar dit heerlijk vocht en hoe het schittert en blinkt en kristallen glazen. Beerenburg en kristal horen bij elkaar”, dat is zijn praatje bij een plaatje. “Allebei oeroud en helder”, lacht hij. “Vroeger hield Beerenburg de mensen op het land warm tijdens het werk op koude en natte dagen. Nu houdt het mij en vele andere Friezen warm omdat we weten wat een prachtig en karakteristiek Fries product het is. Wij hoeven niet zo nodig mee te doen aan de moderniteit met buitenlandse drankjes. Wij hebben Beerenburg en echt is echt. Ook al laat teveel Beerenburg mij zwalken, het is toch de grond waarop ik sta.”

Als Friesland tabaksplantages gehad zou hebben, dan zou Kommer vermoedelijk Friesche tabak hebben gerookt. Maar dat is niet zo. Mooie Friesche pijpen zijn er altijd wel gemaakt en die gebruikt de oude, wijze politicus dan ook maar al te graag. Ook nu steekt hij er weer lustig de brand in.  

“Wist je dat Constantinopel altijd een vrijplaats is geweest voor culturen uit allerlei richtingen?” vraagt hij. “En wist je ook dat die culturen allemaal succesvol langs elkaar heen leefden al waren ze wel een beetje bang voor elkaar? Die functie van vrijhaven heeft de stad in de loop van de jaren steeds minder gekregen en wat heeft dat opgeleverd? Meer armoede dan ooit! De Turken hebben de traditie vergooid. Ze hadden de stad moeten koesteren als mengelmoes van culturen. Misschien waren ze dan in staat geweest om die onderlinge angsten en naijver weg te nemen. In een soort “Sturm und Drang”  gevoel hebben ze die traditie aan het begin van de vorige eeuw bijna weggevaagd.” De oude, wijze politicus schudt zijn hoofd op een haast melancholieke wijze. “We gooien onze tradities te snel overboord in een ongebreidelde dadendrang.”

Mij schiet ineens iets te binnen. “Van morgen zag ik dat de Belgische kabinetsformateur niet wist wat er gevierd werd op de nationale feestdag en bovendien kon hij het Belgische volkslied niet tot een goed einde brengen. Het was stuitend”, zeg ik. Kommer knikt. “Dat was het zeker. Eigenlijk zegt zo’n man “Ik heb niets te maken met dit land zoals het is, ook niet met mijn voorouders en die van mijn landgenoten, eigenlijk heb ik met niemand iets te maken. Ik ga dit land leiden naar een nieuwe tijd, wat die dan ook moge zijn”. Dat is niet echt iets om vertrouwen in te krijgen.”

Kommer staat op want aan het einde van dit gesprek wil hij de zwarte en witte zwanen in zijn vijver voeren. “Dat deden mijn ouders en hun ouders enzovoorts. Dat is traditie, overlevering. Dat is een geschenk van voorgaande generaties en zo’n geschenk houd ik graag in ere.”

Op mijn weg terug kijk ik uit over het Friese landschap en denk ik aan het stadje waar ik zelf geboren ben, Nijkerk op de Veluwe. Hoe anders is die omgeving. Beide mooi, beide aantrekkelijk. Juist ik, als rondtrekkende ziel, heb de woorden van Kommer maar al te goed verstaan. Zonder wortels red niemand het.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 Service

www.volkscultuur.nl

www.terugblik.com

www.kadampa.nl

www.blog2punt0.nl

www.l5.nl

www.-levy.blogspot.com