De officier van het Leger des Heils komt net de deur uit als ik bij Kommer’s huis arriveer. ” God’s own Army” bij onze grote ” niet gelovige”? Verbijsterd zie ik hoe de vrouw in haar donkerblauwe en rode pakje langs het besneeuwde pad verdwijnt. Iets te strak maar toch elegant.
Voor het Leger des Heils heb ik wel een zwak plekje maar hoe zit dat met Kommer? Kan die zich wel heenzetten over de ” sprookjes” van het geloof? Ik hoef niet zolang op een antwoord te wachten want Kommer doet de voordeur wat verder open en roept mij al wat welkomstwoorden toe. Tenminste, zo klinkt het.
” Bekeerd?” vraag ik meteen op de man af terwijl ik de sneeuw van mijn schoenen stamp en mijn hoed op de hoedenplank boven de kapstok deponeer. Kommer glimlacht. “Ik doe elk jaar iets voor de dak- en thuislozen via het Leger des Heils”, zegt hij. ” Maar vraag me niet naar de details want ik maak geen reclame voor mezelf. Ik ben niet meer in de praktische politiek.”
Ik ben tevreden. Kommer weet nog wat het woord ” sponsoring” inhoudt: betalen zonder te verhalen. Wie in ruil voor geld zijn of haar naam op T-shirts en billboards laat zetten doet niet aan sponsoring maar aan duurbetaalde reclame. Maar ja, dat zijn principes en principes zijn niet meer van deze tijd. Alleen het geloof in de eigen naam telt nog.
” Je denkt natuurlijk dat ik helemaal nergens in geloof maar dat is niet zo hoor”, stelt hij mij gerust terwijl we de studeerkamer binnenwandelen. ” En ook niet alleen in Berenburg”, vervolgt hij terwijl hij de fles nog maar eens tevoorschijn haalt. ” Ooit heb je er wel eens iets over gezegd”, begin ik, terwijl ik me nadenkend achter mijn oren krab alsof dat mijn geheugen op gang moet brengen. ” Je gelooft dat alles mogelijk is, zo zei je dat volgens mij.” Kommer schenkt de glazen in en schiet in de lach. ” Je kunt wel merken dat je een stuk jonger bent dan ik, je geheugen is in elk geval nog niet stil blijven staan.” Verbaasd neem ik mijn eerste slok van die ochtend. ” Het uwe toch ook niet?” Kommer vlijt zich neer op zijn relaxfauteuil. ” Nee, zeker niet en daarom weet ik dat je gelijk hebt. Het hoogtepunt van mijn geloof is trouwens Kerstmis. Ik geloof onvoorwaardelijk in de Onbevlekte Ontvangenis. Als dat wonder mogelijk is, dan is alles mogelijk. Het is prachtig om daarin te geloven, weet je. Je krijgt dan te maken met het wonder van het wonder.”
Een beetje uit het veld geslagen zet ik mijn glas neer en haastig noteer ik zijn uitspraken. ” Het wonder van het wonder”, herhaal ik langzaam. ” En wat mag dat dan wel zijn?” Kommer buigt zich naarvoren en trekt een ernstig maar vrolijk gezicht. ” Als je in een wonder gelooft, ga je het leven positiever en vrolijker zien en dat is het wonder van het wonder. Het is toch een wonder dat zo’n geloof je karakter zo kan beinvloeden?”
Een nadenkertje maar daarin is Kommer sterk. ” Zo’n optimistische kijk op het leven is belangrijk als je politicus bent. Je moet in iets goeds geloven, anders leid je de samenleving nergens naartoe”, gaat hij verder. ” En het brengt me er meer ook toe om alles wat ik doe voor dak- en thuislozen in de wintermaanden niet te zien als een kostenpost maar als nijn grootste kerstcadeau. Het geeft me een goed gevoel, dat ik zoiets kan doen in volle tevredenheid, zonder bijgedachten.”
Kommer leunt weer naar achteren in zijn stoel en neemt een stevige slok. ” Dat is nu inderdaad een beetje anders dan in mijn tijd als Kamerlid. Toen had ik bijna altijd bijgedachten. Het is een wonder dat ze me niet van het rechte spoor hebben afgeleid.”
Mijn vingers staan krom van het schrijven als ik De voordeur weer uitloop en mijn hoofd zit vol ideeen en gedachten. Bij mijn woorden” Prettige kerstdagen en een goed jaareinde”, hoor ik mezelf alleen maar een beetje mompelen. Wie denkt, kan niet schreeuwen. Geen wonder.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Service
www.hetzoutvat.nl/wonderen.html
www.eencursusinwonderen.blogspot.com