Geen dag heb ik ooit getwijfeld aan de kwade bedoelingen van George Bush jr. en de “outskirts” van diens familie. Wat schetste mijn verbazing toen bleek dat een stel Groningse strokartonneukers die kwade trouw nog konden overtreffen. Terwijl de Texaanse Zilverrug aan de HIV-vereniging miljarden dollars extra hulp toezegt, let goed op het woord “toezegt”, injecteren Groninger homo’s gedrogeerde kameraden met HIV-besmet bloed. Volgens mij had er een goede show voor Endemol in gezeten onder de titel “Hoe giftig is jouw bloed?” Heerlijke reality-tv.
Het doet me bijna verlangen naar de herinvoering van de doodstraf. Bijna want ik hoor niet tot de “Bushclan and its criminal environment”. Bovendien kun je je natuurlijk afvragen wie het in zijn hoofd haalt om naar een “seksfeest” te gaan. Volgens mij is seks altijd een feest en heb je daarvoor geen speciaal georganiseerde bijeenkomsten nodig. Ik heb dan ook maar een vrij globaal idee van wat ik me bij een seksfeest moet voorstellen.
Het draait denk ik meer om het seksbeest dan om het feest. En het gesprek van de volgende ochtend met je collega’s natuurlijk. “Nog wat bijzonders gedaan gisteravond?””Och, ging wel, ik heb me door vier Bokito’s en een stagiair zilverrug de hele kamer door laten neukebeuken. Ik kan er weer tegenaan vandaag!” Nou lekker.
Als ik het voor het zeggen had in de homobeweging, wat nooit zal gebeuren, dan excommuniceerde ik elke seksglibbber die zich met dit soort bijeenkomsten bezighield. Maar ja, wie ben ik? Ik zie ook dat hele gedoe met honderden tot op de string ontklede manlijke lellebellen die door de straat paraderen al niet eens zitten. Ik stoor me er niet aan maar ik vind het wel een belachelijke vertoning. Gay-parade, gay-pride, allemaal exposities van papbelustheid. Ik zou me eraan storen als ik me in de Rotterdamse straten door zo’n blote biggenmanifestatie moest laten ophouden.
Misschien is het allemaal nog niet zo erg als het machogedrag van vermeende heteromannen die in de straten van Moskou een homo-optocht in elkaar meppen en een politiemacht die daarbij helpt. Of, nog erger, die twee uit hetzelfde stinkende ei gekropen mannetjes in Polen die op incestueuze wijze elk weekend elkaar tussen de heilige missen door injecteren met antihomovloeistof. Is dat onze eigentijdse uitwerking van het begrip Solidarnoscz?
Solidariteit, jawel, die club bevrijdde Polen van de communistische onderdrukking, geïnjecteerd met heel wat katholiek-conservatieve zloty’s, dat wel. Fundamentalistisch tot op het conservatieve bot. Solidair met elkaar hebben de aanhangers van de geestelijke siamezen besloten elk overblijfsel van profaniteit uit het wetboek te branden. Als het moet met gloeiende ijzers die ergens in een museum nog wel te vinden zijn. Het zou Geert Wilders deugd doen, dat conservatisme en verbranden enzo. Hij heeft zijn hoofd alvast met as bestrooid.
Solidariteit neemt de laatste jaren toch wel de meest bizarre vormen aan. BNN laat uit solidariteit met zwaar zieke mensen een spelletje op tv zien waarbij de gelukkige winnaar een vermoedelijk met kankercellen vergiftigde nier krijgt toegewezen door een ongeneeslijk zieke patiënt. Nog onder invloed van de Pasar Malam Besar zou ik zeggen “Selamat Makan”(smakelijk eten). Solidariteit.
Ik heb begrepen dat misschien Jacques Monasch nog weet wat het betekent. Hij wil een onvervalst sociaaldemocratisch beginselprogramma schrijven. Nieuw, nieuw, nieuw! Weg van de rapporten van de doctorandussen en terug naar de bron, de socialistische principes. Het klinkt mooi en hij zou mijn steun kunnen krijgen maar zijn stem galmt toch net iets te populistisch. Dat komt door de manier waarop hij zich afzet tegen de “doctorandussen” in de PvdA. Daarin klinkt geen solidariteit door en socialisme zonder solidariteit geurt als het wijwater van die katterige tweeling in Warschau. Als Monasch ons daarmee drogeert, zijn we allemaal lelijk genaaid.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Service