
Gisteren heb ik mij gemengd in een schriftelijke discussie over politiek, maatschappij en media. Op internet natuurlijk. Minister Plasterk maakt zich zorgen over de pluriformiteit van de media en daarin heeft hij gelijk. Die pluriformiteit staat zweaar onder druk. Dat alles heeft te maken met de slechte financiële positie en de oplossing die de uitgevers van media daarvoor denken te hebben gevonden. Die is even platvloers als banaal.
Het meest in het oog springend zijn de dagbladen maar ook tijdschriften en omroepen lijden aan een chronisch geldtekort en naderende ondergang. Om aan die trend een einde te maken hebben de uitgevers en opdrachtgevers gekozen voor het vertyonen van kunstjes voor het publiek. De media zijn daardoor niet langer informatieleveranciers geworden maar circusnummers. Zolang een succesnummer geld oplevert, is er voortdurend een clown die het opvoert ook al weet hij dat hij op een goede dag zijn nek erbij zal breken.
Kijkcijfers, leescijfers, ze vormen het voer voor de begerige handjes van mediamagnaten of misschien wel magneten die hun product in de eerste plaats zien als een middel om geld te verdienen. Zeker, er moet geld worden verdiend met het uitbrengen van programma’s en informatie maar of dat de corebusiness moet zijn, is nog maar de vraag. De media, ook wel opinieleiders genaamd, hebben een veel verstrekkender taak en bepalen voor een substantieel deel het gedrag van de mensheid. Dat is geen vraag maar een feit. De paniek die de media zien, veroorzaakt onmiddellijk een waas voor de ogen van de burger.
Uitgevers en mediabedrijven hebben daarom hun maatschappelijke taak te grabbel gegooid en hun producten in het winkelwagentje van de supermarkt gegooid. Op die manier zijn ze inderdaad alleen nog maar egschikt om de vis in de pakken (hoewel je moet uitkijken met die drukinkt!) of onderin de kattenak te stoppen.
Hoe komt het toch dat de mediabedrijven zich nooit hebben afgevraagd wat de zin en de mogelijkheden van hun eigen producten zijn? Tja, geldwolven kunnen niet denken. Dat gebrek aan denkvermogen heeft geleid tot de zelfvernietigende vooroordelen waaraan de media nu te gronde gaan. Eén van de allerergste is de gedachte dat mensen geen behoefte meer hebben aan informatie. Dat ebspottelijke idee komt onder meer voort uit het algemeen geheiligde “marktonderzoek”. Wat de consument zegt is waar.
In werkelijkheid is dat wat de consument zegt meestal onzin. Hij of zij beseft niet eens dat de behoefte aan informatie er wel degelijk is maar niet de informatie die de media brengen! Dat is een invalshoek die de dames en heren nog niet te binnen was geschoten. met een misselijkmakende hooghartigheid hebben zij ebsloten dat het leesvoer voor de burger eenvoudiger moest worden. De “sukkels” op straat zouden die rotzooi wel vreten. Onze media producenten vergaten daarbij dat ze hun eigen graf groeven. Door de weg in te slaan van simpele en platvloerse sensatieoverdracht, werd hun product na verloop van tijd steeds minder interessant. Klaarblijkelijk. zo meende de burger, waren media bedoeld om platvloers vermaak te schenken. Kon het niet nog wat “opwindender”?
Nee, dat kon niet want de dames en heren journalisten en redacteuren hadden zichzelf vastgeprikt met de opvatting dat zij “objectief” nieuws moesten brengen. De gek die dat bedacht heeft, zou onmiddelilijk moeten worden onthoofd. Objectieve berichtgeving is een fictie van de bovenste plank, bedriegelijk en verraderlijk tegelijk. Met koningin Beatrix zeg ik in dat verband “De leugen regeert”. Niet één journalist kan objectief zijn en…elke opgeleide journalist wéét dat inmiddels ook. Uitsluitend de consument wordt nog met deze kletskoek gevoerd.
Media en journalisten behoren standpunten in te nemen op grond van gedegen journalistiek werk. Dat wil zeggen dat twee media op grond van dezelfde informatie tot twee heel verschillende maar evenzo goed juiste artikelen kunnen komen. De lezer kiest inderdaad het medium dat hem of haar het meest bevalt. Dat zal bijna altijd het medium zijn dat hem of haar gelijk geeft. Mensen willen helemaal niet elzen wat ze zelf “lekker”vinden. Ze willen lezen, zien of horen dat ze gelijk hebben, niet gek zijn maar goed hebben nagedacht.
Als Plasterk zijn Commissie voor innovatie, vol klinkende namen maar dat zegt niets, die kant op stuurt, dan zal het zeker goedkomen met de media. Verzuiling? Ja, en dat is maar goed ook. Een zuil, of liever een stroming, geeft maatschappelijke betrokkenheid, samenhang of cohesie zo u wilt. En dat is nu precies waarom de rijksoverheid zich met het onderwerp moet bemoeien. Het is een maatschappelijk belang.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Http://politiek.weordpress.com
Service
www.innovation-media.nl
www.reclameweek.nl/nieuws/marketing-nieuws/9846/innovatie-media-staat-stil.html
www.foruminnovatievemedia.nl
www.nrc.nl/media/article2118524.ece/Elco_Brinkman_leidt_commissie_innovatie_kranten
www.henkblanken.nl/?cat=60
www.marketingfacts.nl/berichten/20061018_paul_molenaar_coo_online_en_media_innovatie_sanoma