Orang malu meets Beerenburg

ja-11.jpg

“Orang Malu”, Kommer spreekt de woorden  uit alsof hij zijn verliefdheid wil uiten. Ondertussen streelt zijn hand over het beeld van een volledig in elkaar gekropen mens. Het beeld was mij al eerder opgevallen maar tot vandaag was het geen aanleiding voor gesprek geweest. “De bescheiden mens”, vertaalt Kommer bijna even liefdevol als zijn versie van de Maleise benaming. “Dit kunstwerk heeft mijn vrouw twee jaar geleden bij de voordeur geplaatst. Er staat er óók één bij de achterdeur en als je straks bij het weggaan goed oplet, vind je er één in de gemetselde stijlen van het poorthek.” Kommer laat zijn hand opnieuw over de rug van het beeld glijden.

“Orang Malu” vormt een bescherming tegen het kwaad dat wil binnendringen”, gaat hij verder terwijl hij zijn blik gericht houdt op het beeld. “Wij geloven dat “het kwaad” bestaat als onafhankelijk wezen. Het kan zich verplaatsen van mens naar mens en van groep naar groep. In onze ogen zijn er geen verderfelijke personen maar alleen slechte daden.” “Maar dat pleit iedereen vrij”,  roep ik spontaan uit en Kommer knikt. “Tot op zekere hoogte. Ik ben er geen voorstander van om mensen te bestraffen maar wel om het kwaad uit te bannen. Wie het kwaad in zich heeft, kan beter geïsoleerd worden. Ondertussen moeten we alle moeite doen om het kwaad uit hem of haar te verdrijven.” “The exorcist” komt nu wel ineens heel dichtbij!

“Duiveluitdrijving?”, De oude en wijze politicus glimlacht flauw. “Laat ik het zo zeggen: de daden van elk mens zijn te beïnvloeden, ten goede en ten kwade. Welke kant de meter opslaat, is moeilijk te voorspellen. Het hangt af van de geaardheid die je hebt meegekregen en de ervaringen die je opdoet. Op geen van beide heb je helaas invloed. De keuzen die je doet, worden altijd daardoor gestuurd. Ook dat wat men wel het “ik” noemt, is afhankelijk ervan. Of het sterk of zwak is, daarvan ligt de oorzaak buiten je zelf.” Hij laat nu de Orang Malu los en wenkt me om me te late volgen naar zijn werkkamer.

“Wees eerlijk”, begint hij nadat hij zich behagelijk heeft genesteld in zijn relaxfauteuil en het kruikje Beerenburg  ontkurkt. “Is er geen moment geweest dat je dacht dit alles te kunnen erven als je mijn vriend werd? Helemaal geen moment, al was het maar een seconde?” Ik bijt op mijn tong. Wat moet ik zeggen? Meteen al op de eerste dag stelde ik mijzelf voor als Kommers beste vriend en erfgenaam van zijn landgoed. Het duurde niet lang maar het kwam als een flits. “En nu zit je je te bedenken hoe je je hieruit gaat redden”, lacht de oude en wijze politicus weer. Ondertussen schenkt hij de glazen vol. “Je mag wel gaan zitten hoor, daar had je abders ook niet zoveel moeite mee”, hij grijnst op ene gelijkhebberige manier. Het liefste zou ik hem dat betaald zetten en misschien kan dat het beste door eerlijk te zijn.

“Dat klopt”, geef ik toe. “Het is bij me opgekomen.” Kommer glimlacht. “Je eerlijkheid siert je maar ze zal nooit een rijk man van je maken. Waarom niet? Omdat je nu de verdenking op je laadt dat je contact met me hebt gezocht vanwege mijn bezittingen. En geloof me. ik denk niet dat het zo is maar de onschuld is weg. En als die eenmaal weg is, sta je open voor het kwaad, het kwaad in onze betrekkingen. En daar zit hem de verraderlijkheid in, jongeman.” Hij neemt een lange teug van zijn Beerenburg en haalt zijn pijp tevoorschijn.

“Zij was mooi, jong en niet dom. Ik heb het nu over mijn eerste assistente die ik ooit als kamerlid heb gehad. Zij heeft mij verleid en dat was geen probleem want ik was op dat moment nog een vrije jongen. Zij heeft mij zó erg verleid dat ik met haar getrouwd ben en gebleven.” De spanning van het verhaal loopt op want zó saai en braaf kan het niet zijn. Kommers gezicht begint te glimmen. “De vraag is of ik me later wéér heb laten verleiden, getrouwd en vader en wel. Het antwoord is “ja”. Weer door een bloedmooie en deze keer een veel jongere assistente. Ik heb daarover nooit gesproken met mijn vrouw maar op een goede dag heb ik me wel versproken. Toen wist ze het en vanaf die dag veranderde er iets. De eerste Orang Malu kwam in huis en ze ging schilderen. Over scheiden is nooit gesproken en dat is maar goed ook. De verleiding is mij nog veel vaker overkomen en mijn vrouw wist dat ik zo in elkaar zat. Weet je wel hoe leuk en lekker de verleiding is? Weet je wel hoe onschuldig ze zich aandient? Weet je wel dat je verslaafd kan raken aan de verleiding? En toch, zal geen assistente, geen Antje ooit tussen mij en mijn vrouw komen staan. Ik sta open voor het kwaad van de verleiding maar niet voor het grotere kwaad: de verlating.”

“Wat wilt u me daarmee zeggen?” is mijn verblufte reactie. “Snap je het niet? Ik wil zeggen dat iedereen aangetast kan worden door eeen groter of kleiner deel van het kwaad en dat straffen daartegen geen remedie is. Straffen heeft niet meer dan een symbolische betekenis. Het zegt de gemeenschap “wat hier gebeurd is, is kwaad, wij zijn daar tegen”, het zegt niet “dit is een verrotte mens”. Wie begrijpt wat de Orang Malu is, kan dat accepteren. ” Kommer legt zijn benenop de hocker die voor zijn stoel staat en blaast ene paar blauw wolken uit. “De afrekenmaatschappij is berust op wraakgevoelens maar bereikt niet meer dan het slaan van piketpalen voor ene geordende samenleving.”

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

 Service

www.deblauwemaan.nl

www.pureandnatural.nl

www.vaartips.nl

www.standaard.be

wwwkatenhond.blog.nl

www.mathieu-groenlinks.hyves.nl

Dwaalspoor zonder Beerenburg

woud.jpg

Kommer laat mij de eerste foto uit zijn familie zien. “Mijn grootvader was de eerste die zich op de gevoelige plaat liet vastleggen. Voor die tijd beschouwden mijn voorouders de fotografie als een kunstje dat op de kermis thuishoorde`, vertelt hij. De foto hangt halverwege de portrettengalerij die teruggaat tot 1561 toen de Friesche voorvaderen nog gewoon werkten rond het koetshuis van een stins.

`Dit is Gregorius Sybenga`, verklaart Kommer. De foto toont een stramme man in uniform, groot-tenue waarschijnlijk want ik zie veel epauletten en pluimen. `Hij was luitenant in het KNIL, in Indie dus, nu Indonesie. Dat heeft trouwens niet lang geduurd want toen hij dertig was, kwam hij naar Nederland om een winkel te beginnen.` Ik kijk vanuit één ooghoek naar Kommer en zie hoe zijn gezicht begint te stralen, trots als hij is op zijn voorvaderen. De overtijdse dynastie Sybenga begint in zijn ogen echt vorm te krijgen. Overtijds want echte adel zal het nooit meer kunnen worden.

`Ik heb dus niets tegen uniformen en discipline`, maakt Kommer duidelijk. `Ze geven het leven houvast maar ze moeten ook weer geen loden last gaan worden.` Nadenkend zet hij twee glazen op het bijzettafeltje dat nu al sinds dagen niet meer van zijn plaats lijkt te komen. `Op het ogenblik mist de samenleving wel wat structuur en mensen lopen ook met de meest vredwaasde ideen rond. Zo heb ik gemerkt dat er nog nauwelijks zicht is op extreemrechtse groeperingen.` Ik zucht want we hebben het eerder over rechts en links gehad en dat leek me toch duidelijk genoeg. Kommer schenkt de glazen in en lijkt mijn tegenzin tegen een gesprek over het onderwerp niet op te merken.

`Gisteren zat ik op de soos`, vertelt Kommer en daar wkamen op een goed moment ook twee leden van het college van B en W binnen, de burgemeester en een wethouder, wethouder van integratie enzo. Ze waren met elkaar in gesprek maar keken ondertussen heel vrolijk en vriendelijk om zich heen. Het gesprek ging over extreem rechts en de gevaren ervan. Het bleek dat er bij ons in de gemeente geen belangrijke kans was op ellende van die kant. De beide heren gingen tegenover mij zitten en dat zag ik als uitnodiging om deel te nemen aan het gesprek.`

Kommer geeft mij de kans niet om ertussen te komen en hij zakt onderuit in zijn stoel, kennelijk van plan een lang verhaal te houden. Na een flinke teug Beerenburg haalt hij zijn pijp tevoorschijn en het zeemleren zakje met tabak. Bij ieder woord propt hij een plukje daarvan in de pijp. `Ik heb ze gevraagd of ze een definitie konden geven van extreem rechts`,  klinkt zijn stem rustig. `Dat was moeilijk voor de heren want het antwoord leek zo voor de hand te liggen. Nu ben ik niet helemaal dement en ik kan goed met computers overweg. Van tijd tot tijd scan ik extreme websites en al heel lang krijg in de indruk dat het allemaal niet zo eenvoudig ligt. Wist je dat sommigen beweren dat Adolf Hitler `socialist` was?` De oude en wijze politicus kijkt mij onderzoekend aan alsof hij dit keer wel antwoord van mij verwacht. `Ik eh, ik weet dat fascisme en nationaal-socialisme vaak door elkaar worden gehaald`, zeg ik wat geintimideerd. Is dit een examen?

`Gelijk hebt ge mijn zoon`, knikt Kommer instemmend. `Maar daarbij blijft de verwarring niet. `Volgens sommigen, die bijvoorbeeld fel anti Islam zijn maar pro Joods, was Hitler een socialist net als Stalin en Pol Pot en in het verlengde daarvan Wouter Bos.`Tja, het is een vreemd  allegaartje wat Kommer daar opnoemt maar de gedachte dat de Nazi´s socialisten waren, is historisch gedeeltelijk te verklaren. `Ik weet wat je denkt`, grijnst Kommer. `In de partij van Hitler deden socialistische gedachten de ronde. Dat is waar maar hij heeft die de nek omgedraaid in de Nacht van de lange Messen, vooral met de moord op de gebroeders Rohm. Het waren Himmler en Heydrich die die klus voor hem opknapten.`

Hij houdt een lange pauze die alleen wordt onderbroken door het geluid van twee flinke slokken Beerenburg en een eerste haal aan zijn pijp. `Nu is het niet zo erg dat jongelui niet meer weten  wat nationaal-socialisme inhoudt en hoe verraderlijk de naamgeving is. Het is wel van belang om het karakter ervan te herkennen en te zien waar het thuishoort. Voordat de overheid stelt dat rechtsextremisme geen gevaar vormt, moet ze weten waar ze het over heeft. Dat is niet zo want ze weigert de ontwikkelingen consequent te volgen en denkt dat het allemaal wel meevalt. Vreeemd is dat want als het om moslim-extremisme gaat dan wordt altijd wel heel alert gereageerd. In de dertiger jaren van de vorige eeuw was het niet anders. Communisme was verdacht, fascisme zagen sommigen als `redelijk netjes`.

. Virulent racisme komt bijvoorbeeld voor in groeperingen die niet `anti-semitisch´ zijn in de gebruikelijke betekenis van het woord. Doordat inhoud en betekenis van extreemrechts op een verwarrdende manier door elkaar zijn gaan lopen, zijn ze ook niet meer herkenbaar voor onze jongeren. Dat maakt het niet gemakkelijker maar wel noodzakelijker om racisme, discriminatie en Uebermenschachtige ideeen goed in de gaten te houden.`

`Oef`, zegt hij eindelijk en hij inhaleert twee keer achter elkaar heel diep. `Dat was een diepgravende overpeinzing. Volgende keer moeten we maar weer een siets leukers gaan doen, vind je niet jonge vriend?` Ik heb het gevoel dat mijn arm is verstijfd en dat ik nog nauwelijks kan schrijven. `Dat zou mooi zijn`, geef ik toe.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

De kruik gaat net zolang te Beerenburg …

ontkenning.jpg

Een vrachtwagen vol zandzakken verspert vandaag de oprijlaan naar het huis van Kommer. De wagen is vastgelopen in een kuil in het pad en door het gewicht kan hij niet weg. Kommer staat er een beetje mistroostig bij te kijken. Hij had de zandzakken juist besteld voor het geval dat de regen zou toeslaan. “Mijn vrouw heeft een beetje veel naar de Engelse tv gekeken”, vertrouwt hij mij met een knipoog toe.

Het is natuurlijk ook dweilen met de kraan dicht. Onder het lopen naar het huis toe begint de oude en ook zeer wijze politicus zijn verhaal al. “Wij kunnen hier in Nederland nu wel dijken bouwen en verhogen en waterbuffers aanleggen, als meneer Boesj door blijft gaan zich niets aan te trekken van de opwarming van de aarde, zal het niets uithalen.” Met zijn rubber laarzen durft hij niet door de hoofdingang en de marmeren hal te lopen. Daarom kiezen we deze keer voor een zij-ingang die voert door kelders vol voorraden voor de keuken en de stallen en natuurlijk rekken vol wijn en Beerenburg. Bovendien vermoed ik in haast onzichtbare hoeken en gaten de bizarre uitvindingen die hij in de loop van de jaren heeft gedaan zoals de automatische zakdoek die als een soort airbag uit de bomen van je bril kon komen zakken bij een niesbui. Kommer zelf heeft ze ver weggestopt omdat hij ze als jeugdzonden beschouwt.

Het is duister in de kelders want Kommer staat bij zijn voorraden alleen maar spaarzaam licht toe. “Dat is beter voor de voorraden en voor het milieu. Weet je dat ik in mijn hele huis al lang spaarlampen heb? Voor mij zijn het echt spaarlampen geworden. Ik ben een liberale milieufreak”, lacht hij. “Sommigen denken dat die twee niet samengaan.”

Binnen in de werkkamer voelt het behagelijk aan en het eerste glas Beerenburg verdrijft kou en vocht uit ons binnenste. Juli 2007 en er zijn nog steeds mensen die denken dat het alleen maar gaat om een wat slechtere zomer. Kommer schudt zijn hoofd. “Het is de ontkenningsfase. Zolang je maar beweert dat de kwaal niet bestaat, kun je volhouden dat ze er niet is…totdat je eraan bezwijkt. Politici zijn helden in dat opzicht. De één beweert met het grootste gemak dat de uitstoot van CO-2 door de mens niets te maken heeft met de klimaatverandering. Hij of zij slaat ook waarschuwingen van de ozongaten in de wind. Ja, sterker nog, de grootste vervuiler van allemaal zorgt voor een piek door Bagdad aan barrels te gooien met een piek aan luchtvervuilend wapentuig.  De ander denkt dat het wel zal meevallen met de gevolgen van straling nabij zendmasten en zo gaan we maar door. Zelfs als het wetenschappeklijk bewijs er is, dan roepen politici nog dat het allemaal erg meevalt. Dan zoeken ze naar manieren om de technische noviteiten door te voeren op een ogenschijnlijk ongevaarlijke manier. Ik heb in mijn tijd altijd gepleit voor bedachtzaamheid  en voorzichtigheid.”

Hij zakt nog eens lekker onderuit in zijn stoel en neemt een forse nip van zijn Beerenburg. “Vandaag geen pijp”, zegt hij. “Zo’n ding is niet veel beter dan een mini-kolencentrale. “Het is natuurlijk wel raar als mensen ervan opkijken dat het wonen langs een snelweg ongezond is. Dat fijnstof op elke manier je lijf afbreekt, was onder de mijnwerkers al eeuwen bekend. Praat me niet van de klachten die daar voorkwamen behalve een stoflong: kanker, hartziekten en vergiftiging van organen. Hoe dom kun je zijn als je denkt dat het allemaal maar goed gaat? Er zijn echt dagen dat ik naar de Eerste Kamer terugverlang om al die hoofden eens flink door elkaar te schudden.” Het is duidelijk, het enige dat goed is voor een mens is: Beerenburg. “Nou ja”, glimlacht Kommer, “en een goede maaltijd en niet te vergeten nachtrust natuurlijk.” Hij kijkt me doordringend aan maar niet te lang. Al gauw dwalen zijn ogen weer af naar de troosteloos neerdruppende regen buiten en de storm in de kruin van de bomen. “Gewoon een slechte zomer!” spot hij.

Dan veert hij overeind om de glazen opnieuw vol te schenken. Tussendoor wijst hij op een kleine tekening, of eigenlijk een ets, in een donkere hoek van de kamer. “Kijk, daar staat een echte Friesche windmolen, een eeuwenoude uitvinding die gebruikmaakte van een natuurlijke energiebron. Nu verrijzen er ineens overal oerlelijke, eenbenige propellors om die energie op te vangen. Het zou minstens zo efficiënt zijn om huizen in het buitengebied in de vorm van een molen te bouwen en ze hun eigen energie te laten opleveren. Een leuker gezicht en ook toepasbaar in sommige delen van de stad.” Ik kijk even verbluft voor me uit en vrees te maken te hebben met een oprisping van één van zijn “jeugdzondige gedachten”. Kommer lijkt mijn verbijstering niet op te merken en gaat verder.

“Voor het verkeer en vervoer is er maar één oplossing, een revolutionaire overstap naar openbaar vervoer. Laten we zeggen tussen nu en 2017. Versmalling van snel- en binnenwegen, verruiming en verfijning van het net van spoorlijnen en de invoering van kleine bussen met tien tot twintig zitplaatsen. Het is helemaal niet nodig om de privé-auto in te leveren, het ding zal vanzelfsprekend veel minder gebruikt gaan worden.” 

Ondertussen blijven politici maar beweren dat “je de mensen de auto niet uitkrijgt”.  “Nee, natuurlijk niet”, lacht Kommer. “Niet als je de benzineprijs ééns in de tien jaar met een eurootje verhoogt. Daar worden de mensen niet angstig van. ” Politici in de ontkenningsfase, voor Kommer vormen ze een legioen staatsgevaarlijke en lugubere types. “De war on terrorism zou tegen hen gevoerd moeten worden”, besluit hij.

Lopen naar huis is net zo leuk als rijden met de auto. Ik durf de motor gewooon niet meer te starten na het milieu-infuus dat Kommer ten beste heeft gegeven. En onderweg krijg ik al de neiging omvergereden bloemetjes weer rechtop te zetten.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

www.yukiko.web-log.nl

www.gedichten-freaks.nl

www.members.lycos.nl

www.nujij.nl

www.martine-th.hyves.nl

www.johnito.blogspot.com

Nuffig je neus ophalen voor Beerenburg

jun971a.jpg

Aan de achtermuur van Kommers studeerkamer hangt een levengroot portret van een suffragette, een Dolle Mina in de tijd dat de upperclass nog Frans sprak. Dat waren nog eens tijden. Ja zeker, zij was de eerste vrouwelijke arts in Nederland maar haar naam staat niet onder het portret, het schilderij, moet ik eigenlijk zeggen. Kommers vader, Pear, heeft het laten maken want hij was bijna heimelijk verliefd op haar. Bijna want met de bekende onhandigheid van de familie Sybenga was zijn verliefdheid al op mijlen afstand te zien, te ruiken en te voelen. Het is nooit wat geworden maar dat terzijde.

Het kan zijn dat Kommer aan dat blauwtje van zijn vader zijn weerzin tegen vrouwelijke politici heeft overgehouden, heeft ontwikkeld. Misschien en dan zou hem  zijn halstarrige vrouwonvriendelijkheid nog te vergeven zijn want een zoon die de trauma’s van zijn vader op zijn schouders neemt, is natuurlijk te prijzen. Hoe dan ook, Kommer spreekt dan wel nooit over vrouwelijke politici, eigenlijk politicae, maar hij weet heus wel dat ze er zijn. En dat valt lang niet altijd in het voordeel van die vrouwen uit. Zo betitelt hij Rita Verdonk als “Schwarzenegger in rok” en mevrouw Huizer, staatssecretaris van CU-huize, noemt hij “Pluisje”.

Ietwat wrokkig zit hij in zijn relaxfauteuil voor zich uit te staren omdat ik over Aletta Jacobs ben begonnen. Hij knauwt nu echt op de steel van zijn Friesche pijp en ik kan haast niet bevroeden wat er in zijn hoofd omgaat. Hij lijkt haast versteend en zelfs zijn  glaasje Beerenburg raakt hij niet aan. “Weet je”, begint hij eindelijk met knarsende en krakende stem.”Ik begrijp er eigenlijk iets van. Vrouwen zeggen altijd dat zij niet van spelletjes houden maar politiek is één groot spel. Misschien zit hem daar ook wel het probleem. Vrouwen voelen het spel niet aan. Ze maken er een huisgezin van waarin moeder de baas speelt. Als een matrone willen ze op hun stoel zitten terwijl het hele gezin er in volle aanbidding omheen groept. En als dat niet lukt, dan gaan ze hun vrouwelijke truukjes toepassen. Kijk nu eens naar die Gerdi Verbeet.”

Kommer krijgt een verbten trek op zijn gezicht. Neem me nou niet kwalijk maar dat is toch geen kamervoorzitster. Zo’n theetante die echt in staat is serieus te discussiëren over de plaatsing van koffiezetapparatuur in de fractiekamers en het heeft over “een leuk loopje naar de koffiezetter”. Wat is dat voor niveau? Hebben we het niet eens gehad over begrip en stijl? Nou die ontbreken bij haar volkomen! Dat zou allemaal nog niet zo erg zijn als zij niet zo nu en dan tekeer ging tegen die gek van Wilders. Ze laat zich door die idioot echt opnaaien. Wat een sufmuts! Zo’n vent moet je gewoon afbranden, bij elke opmerking die hij maakt.

Zó erg dat hij zijn billen voelt branden als hijn er alleen al over denkt om naar het spreekgestoelte te lopen. Maar nee, ons nufje is gepikeerd over de onzinnige rimram die die politieke struikrover uit zijn neus peutert en tot balletjes vormt. Ja echt, ze schrikt ervan en roept “maar meneer toch!” Verontwaardigd tuurt hij naar zijn glas Beerenburg. “Nee, ik heb  je over al die politicae niet zoveel te zeggen. Het is niks en het zal nooit wat worden. Vrouwen, o vrouwen, ja je kunt ze liefhebben en met respect behandelen maar toelaten in de politiek arena? Als typiste en om de koffie rond te brengen maar voor de rest zie ik er niets in. Het spijt me jongeman. Een vrouwelijke arts is al erg genoeg!”

Hij knipt met zijn vingers en Antje komt niet lang daarna de kamer binnenschuifelen. “Wil je meneer even naar de deur begeleiden “?”vraagt hij. “Ja meneer”, het meisje houdt de deur voor me open. Over één onderwerp worden we het nooit eens.

Tot sterkte,

 Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 Service

www.alettajacobs.org

www.emancipatie.nl

www.dwars.org

www.scholieren.nrc.nl

Beerenburg en Beerenburger

dhp150.jpg

Hij heeft er nooit naar gestreefd maar wel eens aan gedacht. Kommer heeft geen bul, geen doctors- of zelfs maar een doctorandustitel. Wat hij wel heeft gehad was een gedegen opvoeding met veel discussies, de noodzaak tot haarscherp analyseren om niet ten onder te gaan in het familiedebat en een goede vooropleiding. Kommer is Latinist en student van het oude en nieuwe Grieks. Ja, hij kan dan ook over van alles en nog wat meepraten en heeft vaak meteen door waar een wetenschappelijke term op slaat. Vanwege zijn opleiding met klassieke talen dus.

Nu spreek ik nooit Latijn of Grieks met hem. Het zou de interviews onnodig ingewikkeld maken. Alleen een enkele keer valt er een klassiek, Latijns of Grieks woord zoals “gnautè seauton”, ken uzelve. Dat was het geval in het vorige interview toen het over imago ging. En deze keer kom Kommer het ook weer niet laten maar dat zal nog blijken.

We hebben nuj toch maar permanent gekozen voor gesprekken in de studeerkamer. Daar heeft niemand last van ons en, wat belangrijker is, wij hebben last van niemand. Hier is niet het “meisje” of ander personeel uit de werkruimten, waartoe bij Kommer ook de slaapamers behoren. Ja, hij heeft een wat getormenteerde relatie met het andere geslacht, in casu zijn vrouw. “Lief maar vrouw”, zegt hij wel eens maar ik mag daarover met niemand praten en daarom zet ik het maar op mijn weblog.

“Ja, wij waren in mijn tijd bijna allemaal klassiek geschoold, voor kortere of langere tijd”, zegt Kommer. Met dat laatste geeft hij aan dat lang niet iedereen zijn of haar gymnasiumopleiding heeft afgemaakt. “Daardoor praatten we wel allemaal zo ongeveer op hetzelfde niveau. Dat maakte de discussies in de fractie spannender en gemakkelijker. Je hoefde niet steeds van alles en nog wat uit te leggen aan fractiegenoten. Helaas, in mijn tijd sloeg het verval al toe.” Hij zet nu op het bijzettafeltje dat alweer middenin de kamer is blijven staan, een kruik en een fles. “Beerenburg en Beerenburger”, zegt hij waarbij hij bij het laatste woord bijna automatisch een toon van misprijzen laat horen. “Beerenburg, wat wij hier altijd drinken, is het echte spul. Beerenburger is namaak”, legt hij kort en goed uit. Zo heb je ook echte politici en namaak. Moet ik er één noemen? Nou, dan hoor je vast de naam van Wilders graag. Het kan best zijn dat hij heeft gestudeerd want dat heeft bijna iederen tegenwoordig. Gestudeerd maar niets begrepen.” Hij draait de dop van de kruik met Beerenburg af. “Laten wij ons maar bij het echte spul houden.”

“Maar het is toch niet de bedoeling om alleen maar zeer gestudeerde heren in het parlement te hebben zitten”?”werp ik tegen. Over vrouwen begin ik maar niet eens meer. Kommer schudt zijn hoofd. “O nee, dat hoeft echt niet maar ze moeten wel begrip en stijl hebben. Niet alleen in het parlement maar ook in Provinciale Staten en de gemeenteraad.” Hij kijkt nadenkend in zijn glas Beerenburg alsof hij iets boven het vocht uit wil toveren. Alsof hij bezig is de toekomst erin te lezen.

“Begrip en stijl”, herhaalt hij. Dan draait hij zich om in zijn stoel en wijst hij op de wajangpoppen. “Kijk, jij hebt je natuurlijk al lang afgevraagd wat die poppen doen in de werkkamer van een echte Friese politicus. Dat komt doordat je weet dat het wajangpoppen zijn. Ik maak me sterk dat Wilders ze nog niet kan onderscheiden van Jan Klaassen en Katrijn. Laat staan dat hij weet hoe het wajangspel gespeeld zou moeten worden. Die man heeft geen begrip en al helemaal geen stijl. Dat komt door zijn absolute gebrek aan culturele achtergrond.”

Ik begin wat onrustig te schuiven in mijn stoel. Niet dat ik Wilders een sympatieke man vindt maar één vraag begint mij te bekruipen. “Hoe weet u dat zo zeker?”vraag ik nieuwsgierig. “Ervaring jongen”, is het antwoord. Hij pauzeert even om zijn eerste pijp van de middag te stoppen, nog al laat voor zijn doen maar het komt er toch weer van. Nou ja stoppen, de oude.,wijze politicus staart meer voor zich uit terwijl hij speelt met het tabakszakje en de pijp. “Ervaring”, gaat hij weer verder. “Je kunt het zien aan de manier waarop mensen reageren. Onkunde, gebrek aan inzicht en levenswijsheid openbaren zich allemaal in het gedrag van mensen. Ik zal je een voorbeeld geven.” Deze keer maakt hij echt werk van het stoppen van zijn pijp en dat laat hij volgen door er onmiddellijk de brand in te steken. 

“Het was in de dagen voor mijn laatste zomerreces toen ik een vergadering meemaakte waarin één van de collega’s, van een andere partij, een vraag stelde. Nu kon je je afvragen of hij de meest zorgvuldige formulering had gekozen maar een logische vraag was het in mijn ogen wel. Zeker tweederde van de kamer gierde het uit van de pret omdat ze de vraag als “dom” beschouwde. Ik niet. Ik had vroeger een reeks van onderwijzers gehad die me altijd hadden bijgebracht dat het stellen van een vraag nooit dom kon zijn. Als je vraagt heb je eerst bedacht wat je weten wil. Dat is toch mooi? Daarna heb je bedacht hoe je erachter moet komen. Nog veel mooier. Als je niks vraagt, weet je alles al of denk je niet. Ja en dat eerste, daar is nog niemand aan toe. Wie geen vragen stelt is dom.

Kijk, dat gedrag toont gebrek aan stijl en begrip, te weinig inhoud. Wie liever een ander uitlacht dan vragen stelt, kan beter zijn mond houden.`Hij zucht `Quod licet Jovi, non licet bovi`, wat aan god is toegstaan, is nog niet toegestaan aan het rund. Niet iedereen heeft zo maar het recht anderen te vertegenwoordigen.´Haast wanhopig schudt hij zijn hoofd.  `Echt iets voor de nadagen van mijn werk als volksvertegenwoordiger. Weet je”, hij staat op uit zijn stoel. “Het is één van de redenen waarom ik blij ben geen politicus meer te zijn. Ik zou er niet meer tussen passen. Het niveau van bestuurders en politici, praat me er niet van.”

“U klinkt bitter”, merk ik op maar Kommer schudt zijn hoofd en hij krijgt zelfspretoogjes. “O nee, nee, dat ben ik niet. Ik weet zeker dat de drang naar stijl en begrip zal terugkeren. Misschien is het al wel weer aan het terugkomen.” Dan wijst hij op de biedermeierkast. “Kun je schaken?” “Maar natuurlijk”, mijn stem moet hem wel héél verbaasd in de oren klinken maar dat laat hij niet merken. “Kom we spelen een potje op niveau”, glimlacht hij flauwtjes en hij legt bord en stukken op het tafeltje tussen ons beiden. “Al spelend de hoogte krijgen”, lacht hij nog.

 

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

Service

www.staatvanhetbestuur.nl

www.senate.be

www.lachambre.be

www.tweedekamer.blog.nl

www.spiritvoorgent.blogspot.com

www.amstelveen.blog.nl

l

Beerenburg blijft Beerenburg

fr_vlag.gif

Kommer aait zijn kleine, grijze sikje en kijkt om zich heen alsof hij de horizon afzoekt. “Deze keer moeten we uitwijken naar mijn studeerkamer”, zegt hij trots. “In alle keukens van het huis heerst chaos want de schoonmakerij is uitgebarsten”, lacht hij. Dan steekt hij een vinger omhoog om aan te geven dat de Friese profetie een aanvang neemt. “Maar gelukkig hebben we de Beerenburg en twee glazen hier”, met een knikje verwijst hij naar het kleine bijzettafeltje naast de leren fauteuil bij de erker aan de zijkant van zijn huis. “En kijk, zegt hij terwijl hij met zijn vinger de muren aanwijst. “Alle wanden hebben hier de kleur van de windrichting: het donkerblauw van het noorden, het rozerood van het oosten, het geel van het zuiden en het rood van het westen. Daar voel ik me bij thuis”, de tevredenheid in zijn ogen kan mij onmogelijk ontgaan.  Het is duidelijk dat hij wat emotioneel raakt en hij legt zijn pijp weg, naast het kruikje Beerenburg.

Hij schuift het tafeltje met het kruikje Beerenburg meer naar het midden van de kamer en wijst mij een leren fauteuil met kussen. “Als je het niet wilt, leg je het maar naast de stoel hoor jongeman”, glimlacht hij. “Je wilde het hebben over waarden en normen? Mijn favoriete onderwerp, hoewel er veel teveel over gepraat wordt de laatste jaren!” Hij vouwt zijn handen in elkaar en staart even naar het plafond. “Weet je, al dat gepraat heeft nog steeds niet duidelijk gemaakt over welke waarden en normen we het eigenlijk hebben. Het lijkt een soort herstelbeweging en die hebben we in de loop van de tientallen jaren méér dan ééns gehad.” Met elk woord stampt hij de tabak in zijn Friesche pijp verder aan. “Vóór de Tweede Wereldoorlog had je Nationaal Herstel, een clubje dat het liefst lijfstraffen zou hebben ingevoerd. Dat is gek hè? Mensen die over waarden en normen beginnen, willen altijd allereerst straffen. Alsof waarden en normen er met de zweep in te ranselen zijn. Nou, ik zeg altijd: ‘ze zijn er eerder uitgeranseld dan erin’. Wie zware straffen uitdeelt, laat zien over weinig waarden en normen te beschikken.” Ik verschuif even in mijn fauteuil want mij bekruipt het onrustbarende gevoel dat we het vandaag ééns worden.

“Maar u moet toch toegeven dat veel jongeren in de bus niet eens meer opstaan voor ouderen”, probeer ik. “En die vechtpartijen bij het voetballen… .”Er tekent zich iets van irritatie af in het gezicht van de oude en wijze politicus en dus stop ik mijn betoog haastig. “Kijk eens, jongeman”, zegt Kommer terwijl hij een glas Beerenburg voor mij inschenkt. “Ik heb al eens eerder gezegd dat je niet teveel naar voor de hand liggende zaken moet wijzen. Natuurlijk, jongeren blijven steeds vaker zitten, niet alleen als een oudere graag een zitplaats zou willen hebben maar ook als er een zwangere vrouw moet staan of iemand met zijn been in het gips.” Deze keer giet hij een flinke slok Beerenburg naarbinnen en nadenkend blijft hij naar het fraai, compleet met engeltjes en sierlijsten, gestuukte plafond staren. Dan springt hij overeind alsof hij zich plotseling iets bedenkt. Met grote stappen beent hij naar de vleugel die de andere helft van de kamer bevolkt.

“Een echte Bachmann van 1897”, zegt hij onderwijzend en hij neemt plaats achter het instrument. “Met een half octaaf extra zodat je er stukken op kunt spelen die niemand uit zijn Japanner in de doorzonwoning haalt.” Zijn armen zweven nu ver omhoog alsof er sprake is van levitatie en met kracht raken zijn handen de toetsen. Soepel en liefdevol maar ook helder en onverzettelijk begint hij aan de beroemde fuga van Bach. Zijn  handen vliegen steeds weer van links naar rechts, soms hoger dan een zwaluw over de akkers. Zijn zit is stevig en toch meegaand, de ervaren ruiter van een Friesche hengst laat zich hier kennen. En dan…houdt hij even plotseling op als hij is begonnen. Als een leraar stelt hij zich op achter het instrument. “Weet je wat zo mooi is van het klavier?”vraagt hij maar op het antwoord wil hij overduidelijk niet wachten. “Alle toetsen, alle tonen, liggen keurig in het gelid. Het klavier is het enige instrument dat ze allemaal op een rijtje heeft.” Hij wacht even om te zien welke uitwerking zijn woordgrapje heeft maar ik hoor het nauwelijks omdat ik zijn betoog wil volgen.

“Het klavier heeft die structuur niet door het te slaan en te schoppen maar doordat het zo is gemaakt door de klaviermaker. Ik bedoel nu niet de Grote Klaviermaker die de muziek in ons aller leven brengt maar gewoon, de man in het atelier.”Het is de pianist die er mooie, harmonieuze klanken uithaalt door de juiste toetsen en combinaties aan te raken. Niet door de toetsen aan stukken te rammen of eruit te trekken.” De oude, wijze politicus lijtk bijna helemaal buiten adem door zijn gloedvolle betoog maar hij heeft nog lucht genoeg om terug te benen naar zijn zetel en een slok Beerenburg weg te werken.

“U bedoelt dat structuur, waarden en normen een gevolg zijn van vorming en opvoeding?” vraag ik, overweldigd door een vlaag van wat ik zelf beschouw als verlicht denken.  “Heel juist!” is het absolute antwoord. “En er zijn middelen genoeg. Ooit is het onzalige idee ontstaan dat spelling, zinsontleding en woordbenoeming, jaartallen en topografie niet belangrijk waren. De profeten die zulke onzin verkondigden, begrepen niet het wezenlijke belang ervan. Uiteindelijk gaat het niet om een vlekkenloze spelling. Het gaat erom jongeren en kinderen de structuren in het leven te laten zien. Toon aan dat het leven structuur heeft en ze gaan er zelf ook naar verlangen.” Kommer klakt met zijn tong en kijkt opnieuw naar het plafond. “Want structuur is mooi, kinderen willen niets liever. Ze zijn allemaal gek op uniformpjes, zoals blijkt uit de padvinderij, de communistische jonge pioniers en helaas ook de Hitler Jugend.”

Bijna uit het veld geslagen ben ik door zoveel verbaal geweld en ik ga zelfs verlangen naar een glas Beerenburg maar daarop hoef ik gelukkig niet lang te wachten. Kommer staat al klaar met de kruik in de hand en ik knik ja.  Er “bekruipt” mij een vraag maar ik weet niet meer of ik er wijs aan doe om haar te stellen. Toch kan ik mezelf niet bedwingen. “Maar het is toch goed om opgeschoten jongeren in het gareel te krijgen, te corrigeren, bij te sturen?” De oude, wijze politicus kijkt somber voor zich uit. “Bijsturen? Ja, maar in welke richting? Toch niet de kant op van die idioot met zijn Joods-Christelijke waarden en normen of cultuur?”

Het schuim staat hem nu bijna op de lippen. Zelden heb ik Kommer zo kwaad en opgewonden gezien. “Hier in Friesland hebben we geen behoefte aan herstel van waarden en normen. En Joods-Christelijk? Dat is toch echt de verbastering van elke cultuur in dit land. Ik heb wel eens iemand gezien die een Joodse, zevenarmige kandelaar in de vesnterbank had staan. En Christelijk? Onze grootste dominee, Domela Nieuwenhuis, was een rode rebel! Wat nou Joods-Christelijk. Het is mij wel eens opgevallen dat die mannen van het herstel allemaal uit het zuiden van dit land komen. Dat ligt tegen België aan waar je kunt zien wat er van komt als je je waarden steeds weer moet herstellen.”

Kommer loopt rood aan en het is duidelijk dat hij zijn gewoonlijke zelfbeheersing tijdelijk overboord heeft gezet. “Het begint al bij de grote rivieren waar ze de waarden onder water laten lopen terwijl wij de warden juist droog houden. Trots en fier met de vlag van blauwe en witte banieren en rode harten in gedachten. Juist nu onze minister van cultuur denkt dat Friesland en sprookje is. Normen en waarden! Kijk eens naar onze parlementariërs die over niets anders kunnen praten dan over katten, muizen en koffiezetapparaten in hun kamers. Stijl en smaak, respect en trots. structuur, daar gaat het om. Niks herstel. herstellen doe je met stoplappen!”

Kommer is uit zijn stoel overeind gesprongen en begint spontaan de eerste regels van het Friese volkslied te zingen terwijl hij zijn glas Beerenburg hoog opheft:

Frysk bloed tsjoch op! wol no ris brûze en siede,
En bûnzje troch ús ieren om!
Flean op! Wy sjonge it bêste lân fan d’ierde,
It Fryske lân fol eare en rom.

Ik zie zelfs een enkele traan over zijn wangen biggelen. Het interview is, dunkt mij, afgelopen.  

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

 Service

www.waarden.org

www.sociaalemotioneel.nl

www.collegenet.nl

www.jongebazen.nl

www.cinner.com

www.woordenboek.writersblock.net

www.henkblanken.nl

www.drf.nl/kunst/volkslied/volkslied.htm

Bedrog en Beerenburg

lammetje.jpg

Kommer Sybenga schrikt op als ik zijn woonkamer binnenkom. Hij is net de horizontale stand van zijn relaxfauteuil aan het uitproberen en zoiets doet hij liever zonder publiek. `Aha, bent u daar al, op dit vroege uur?` vraagt hij om zichzelf een houding te geven. `Ik neem aan dat u om te beginnen liever capuccino wilt dan Beerenburg? Mij maakt het niet uit. Ik drink alles door elkaar, de hele dag door. Zelfs karnemelk.´

Zijn ogen twinkelen van zelfspot maar de stand van zijn wenkbrauwen wijst op ernst. `Ik meen het`, hij rekt een stuk van de huis van zijn rechter arm op. `Kijk maar, karnemelk is goed voor je huid. Vooral als hij uit Friesland komt.` Ik geloof hem graag en laat hem nog even met zijn stoel stoeien terwijl ik bevestig dat ik graag capuccino lust. Na wat gehannes heeft de oude, wijze politicus de rugleuning van zijn stoel weer rechtovereind. `Teveel knoppen`, glimlacht hij. Het is voor het eerst dat ik enige verlegenheid in zijn ogen bespeur.

`Bedrog`, begint hij terwijl hij zijn capuccino tot koud wordens toe roert. `Ja, hoe zal ik het zeggen`, even staart hij naar de koffie alsof hij toch liever een Beerenburg had gehad en dan lijkt hij zich iets te herinneren. Van het tafeltje naast zijn stoel pakt hij zijn Friesche pijp en uit een zeemleren zakje begint hij die met tabak te vullen. `Bedrog, jongeman, is een veel gehoord woord in de politiek. Kiezersbedrog, bedrog van bondgenoten, en bedrog van het publiek. Ik heb er ook mee te maken gehad. Kijk, zelden gaat het om echt bedrog. Haast niemand weet dat alleen een dictator precies helemaal kan doen wat hij vantevoren heeft beloofd. En zelfs, dan nog… Je hebt bij alles wat je doet te maken met anderen, anderen die vooral bezig zijn blokkades op te werpen voor alles wat je wilt. Als er één ding is waarin mensen goed zijn, dan is het tegenwerking. Als je eigen ideeën uit de mond van de andere partij komen, dan zijn ze volslagen onuitvoerbaar`, snap je wat ik bedoel?`

`Maar ik dacht altijd dat een politicus in zo´n geval zei dat de tegenpartij zijn ideeën had overgenomen?´ werp ik tegen. Kommer steekt zijn pijp aan en blaast een paar grote rookwolken voor zich uit. Een rookgordijn waarachter zijn gezichtsuitdrukking nauwelijks is te zien. `Je moet de taal der politiek leren verstaan, jongen. Je bent toch politiek journalist?`Zij stem lijkt nu zelfs een beetje geërgerd te klinken maar als de rookwolken optrekken  is van die ergernis op zijn gezicht niets meer te zien. `Als een politicus zegt dat de tegenpartij zijn idee heeft overgenomen, dan ziet hij kans er verbeteringen in aan te brengen. Het is verdomd vervelend als de tegenpartij met jouw paradepaardjes beginnen te draven. Dat kan je alleen  tegengaan door ze zelf tot galop aan te zetten. Je gaat dus opnoemen wat je aan de voorstellen van de tegnstander mist, zelfs als je daaraan vantevoren nooit had gedacht.`

De oude, wijze politicus krijgt nu een ironische trek op zijn gezicht. `Dat heet bijsturen. Je gebruikt de voorstellen van de tegenpartij om een wetswijziging door te drijven die beter is dan je eigen idee. Daarbij moet je er voor zorgen dat je aan het publiek goed duidelijk maakt dat jij voor verbeteringen hebt gezorgd. Ja, ja, je dacht zeker dat politiek alleen maar een beetje uit slappe praatjes bestond. Nou, helemaal niet hoor. Het is gewoon hard werken en vooral masseren. En kijk, als je erin bent geslaagd om jezelf te presenteren als kampioen van het voorstel, dan krijgt de tegenstander te horen dat hij de kiezers heeft bedrogen. Hij had er voor zijn partij best méér uit kunnen halen.` Kommer lijkt heel tevreden over die analyse. Hij inhaleert twee keer na elkaar en blaast zelfs kringen in de lucht.

Een beetje beteuterd zit ik wel voor me uit te staren. `Maar dan gaat het niet om bedrog maar om onhandigheid`, mijn woorden komen er wat traag en twijfelend uit. Kommer knipoogt. `Ik denk dat je zolangzamerhand rijp begint te worden voor een post als premier`, grijnst hij. `Nog een capuccino?` die vraag komt er aanmerkelijk trager uit dan het“nog een Beerenburg?` van gisteren maar ik besluit toch `ja` te zeggen. `Kijk nu eens naar onze Jan Peter´, vervolgt hij nadat hij de order heeft doorgegeven aan `de keuken`. ´Bijna was het misgegaan met dat hele Irakverhaal. Bijna had hij ten overstaan van het hele volk moeten toegeven dat hij uit gretigheid maar al te graag Bush´zijn lariekoek heeft geloofd. Echt, het was niets dan jeugdige gretigheid en goedgelovigheid.`Kommer krijgt er pretoogjes bij.

`Hoe handig heeft die man nu de pionnen geschoven? Zodra de uitslag van de laatste parlementsverkiezingen duidelijk was, zag hij in dat het kabinet moest gaan bestaan uit CDA, CU en PvdA. Vooral die laatste. Met de sociaaldemocraten binnenboord, zou hij een vervelend onderzoek naar zijn onbenullige gedrag rond Irak kunnen voorkomen. En hij had gelijk. Meteen kwam de PvdA als ongeloofwaardig in het beklaagdenbankje terecht. Voor de lieve vrede kiest de partij ervoor om tegen zo´n onderzoek te stemmen terwijl ze daar eerst volmondig op heeft aangedrongen. Dat is geen bedrog. Het is onhandigheid en gretigheid, eigenschappen die voor een politicus niet passen. Eigenschappen die de politicus in de weg zitten bij zijn pogingen om zijn beloften na te komen (Kommer spreekt altijd alléén over manlijke politici, de rest vindt hij onzin. Het zij zo). Eigenlijk hoef je als tegenstander alleen maar die eigenschappen op te wekken, dan weet je zeker dat de tegenpartij de mist ingaat en dat geeft je de kans om de buit binnen te halen, vriendelijker gezegd `je beloften na te komen`.

De pijp is uit en het verhaal ook. Kommer staat op en de rugleuning klapt nu helemaal in verticale stand. `Het is mooi om politicus te zijn maar wie eerlijk is tegenover zichzelf, vindt het nog mooier om oud-politicus te zijn`, hij glimlacht deze ochtend op een manier die ik niet helemaal vertrouw. `Tot morgen, jongeman“, hij steekt mij ferm en fors de hand toe.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service

www.schoolplaten.nl

www.lichaamstaal.nl

www.eerlijkuden.nl

www.personeelslog.nl

kathalijnebuitenweg.hyves.nl

vrouw.blog.nl

Geert Wilders is een rechtse rat

rat-sniffing-600.jpg

Nooit zal iemand mij bij Geert Wilders in de auto aantreffen. Dat heeft niets te maken met die airbag die hij op zijn hoofd heeft maar wel met zijn verkeersgedrag. Hij haalt voortdurend rechts in, desnoods over de vluchtstrook, en zegt dan dat zijn medeweggebruikers ook alsmaar links blijven rijden. Ja, onverantwoordelijk verkeersgedrag speelt zich vooral rechts af, zoals Heynsbroek ook al toonde.

Ik moest eraan denken toen ik Wilders vanmorgen nog maar weer eens hoorde zeggen dat de Publieke omroepen een links boevennest zijn. Daarmee dumpte hij Andries Knevel en Mathijs van den Brink in één klap in de linkse hoek bij de VPRO. Voor mijn gevoel kan Wilders niet zo goed het onderscheid maken tussen links en rechts en misschien moeten we het hem leren met hooi en strooi. Links hooit het land en oogst en rechts strooit met beschuldigingen.

Nou, dat lijkt me wel weer ongenuanceerd genoeg. Het lukraak schelden met termen als “links”en “rechts”,  SS-er, Nazi en fascist heeft geleid tot een flinke slijtage van al die begrippen en er is nog nauwelijks iemand die een fatsoenlijke definitie ervan durft of kan geven. Daarom durf ik rustig te zeggen dat Wilders een rechtse rat is want “rechts” betekent niets meer en een rat is een uitermate nuttig dier dat ons van veel rotzooi verlost*.

Toch heb ik die kop niet voor niets gekozen. Het klinkt heel anders dan “Geert Wilders kiest rechtse terminologie” of “De PPV houdt duidelijke rechtse elementen in zich”. Beide formuleringen zijn nauwkeuriger dan de kop hierboven maar ze trekken geen aandacht  en daar gaat het om. Uit onderzoek is gebleken dat het gebruik van de naam Geert Wilders “hits” oplevert en in combinatie met een agressieve one-liner gaat dat nog beter. Dus vooruit met de geit…

Dat onderzoek was van mijzelf en proefondervindelijk door het afwisselende gebruik van felle, ongenuanceerde koppen en meer verantwoorde teksten. De laatste kregen aanmerkelijk minder bezoekers. Ook “neuken” ligt erg goed bij het publiek evenals “moslimterrorisme”, terrorisme”, “dramatisch ongeluk”, “aanslagen”, “Bush ïs gek”,  “politici liegen”(wordt al minder) of “Aids mag van de paus”. Allemaal koppen die leden tot snel succes, d.w.z. `hits`. Als blogger gaat het daar immers om. 

 

french_revolution-large.jpg

Waar het op neer komt is dat koppen die de negatieve emotie raken, de meeste kans op succes bieden. In dat opzicht hebben mensen zich niet ontwikkeld sinds de eerste man de eerste vrouw aan haar haren naar zijn grot sleepte ( een fabeltje want de eerste vrouw was Ciska Dresselhuys en die wil niemand in zijn grot hebben (50 points!)).  

Wie de emotie van mensen raakt, heeft het meeste succes. Eigenlijk moet ik zeggen “het snelste succes”. Ook de ogenschijnlijk positieve emotie van de lach wordt daarbij misbruikt door grapjes vooral te laten bestaan uit leedvermaak. De reclame op tv en radio staat er bol van. Vreemd genoeg maakt de politicus daarvan zelden gebruik. Integendeel, in het politieke debat mag emotie niet meetellen. Daardoor ontstaan vaak bloedeloze debatten waarbij de tegenstanders elkaar soms met allerlei wetenschappelijke rapporten om de oren slaan. Heel vaak zonder ze ooit gelezen te hebben. Alleen de resultaten die erin zijn vermeld, tellen.

Nu interviewde ik gisteren een vrouwelijke wetenschapper die zich daarover verbaasde. Zij toonde zich verwonderd over het gemak waarmee bestuurders en politici heenwalsen over vraagtekens en twijfels die in veel rapporten, ook in de hare, liggen opgesloten. “Ik denk vaak dat ik die verantwoordelijkheid niet op me zou willen nemen”, zei zij. Ze heeft gelijk want beslissingen, zogenaamd, op basis van wetenschappelijke onderzoek leiden meestal tot desastreuze resultaten. Maar ja, zoiets heet een `leermoment`en dan is iedereen weer tevreden.

Hoe komt dat toch? Waarom laten politici zich zo gemakkelijk afserveren? Gisteravond was ik er nog getuige van hoe een wethouder in zijn eentje zonder enige zichtbare moeite een hele raadscommissie om zijn vinger wond. Er zal nog wel wat gedebatteerd worden in de komende raadsvergadering maar de eerste winst is binnen. Naar mijn mening komt het door het marketingsyndroom. Door de allesoverheersende verkopersmentaliteit zijn we eraan gewend geraakt dat een succesje met een soepel praatje en wat wetenschappelijk ogende leuterpraat binnen te halen valt. Lukt dat niet, dan laten we ons overbluffen door het soepele praatje en wetenschappelijk ogende leuterpraat van de ander. Dat is raar want de democratie geeft ons het recht om het met elkaar oneens te zijn, altijd, heftig, voortdurend en gefundeerd.

De bereidheid tot voorbereiding en onderzoek is onvoldoende aanwezig, ook bij onze politici. De bereidheid om de confrontatie werkelijk aan te gaan en een debat met degens in de hand te voeren, is al lang weggesmolten door gepolder, overtrokken gevoelens van menselijke gelijkheid en gebrek aan eigen structuur. Die structuur zou een samenhangend geheel van politieke emotie en rationele inzichten en informatie moeten bevatten. Aan beide ontbreekt het. De emotie is uitgebannen en informatie inwinnen kost de hedendaagse politicus teveel tijd en inspanning. Alles moet snel en gemakkelijk.

Als ik Geert Wilders een rechtse rat vind, is het zaak dat ik rattenvanger of rattenval word. Dan moet ik hem op rationele wijze in de val lokken en mag ik mijn emotionele trots tonen als het beest gevangen zit. Dat mag allemaal als het leidt tot de verwezenlijking van mij politieke doelstellingen, gedragen door mijn achterban. Dat is iets heel anders dan voortdurend naar de ander te wijzen en, godbetert, te stellen dat via zijn aanpak onze doelstellingen nooit gehaald worden. Nee, natuurlijk niet dumbo! 

Varen op eigen kracht, laat zien wie je bent en geef eens minder een interpretatie van de doelstellingen van de ander. Die doen er niet toe, ze zijn dom, per definitie asociaal en volledig ontoepasbaar. Als politicus zou je gek moeten zijn als je daaraan al teveel woorden vuil maakt. En zo doet onze rechtse rat dat ook. Hij heeft doorzien hoe het politieke spel gespeeld moet worden. De standpunten van zijn tegenstanders zijn slechts decor, zijn eigen ideeen acteren.

Geert Wilders is een rechtse rat, nu is het wachten op de linkse rattenvager.

 

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

*Mijjn vrouw wijst mij er zojuist terecht op dat een rat ook de vlooien bij zich draagt die de pest verspreiden. Tja…

https://politiek.wordpress.com

En lees tijdens het reces eens een goed boek dames en heren politici! Heus het helpt! U kunt ook kijken op www.mythologie.wordpress.com. Vanaf volgende week komt hier een oude, wijze politicus aan het woord.

 

ratio1.jpg

Service 

mattiastimmen.web-log.nl

latin.blog.nl/tropical_salsa_etc/2006/11/29/de

www.eventbuzz.nl

www.yayabla.nl

www.denieuwereporter.nl

www.dietsekameraden.nl

www.nederkrant.wordpress.com

www.phlegmnet.nl

www.frietmetstoofvlees.blogspot.com

antifa.web-log.nlantifa.web-log.nl

De DDR en Arend Jan Boekesteijn

image0021.jpg

Het WC-papier in de DDR was zó hard dat met behulp daarvan zelfs “der letzte Arsch  rot wird’. Dat was humor in de communistische heilstaat van Erich Honnecker wiens portret nu voor 5 euro te koop is in het nieuwe DDR-Hostel in Berlijn. Alles doet er herinneren aan de DDR: grauwe eentonige buitenkant, krakkemikkig en slecht fumctionerend interieur, het WC-papier en noem maar op. Het enige wat niet gelijk is gebleven, is de service. De gast wordt er niet meer als een ongewenste hond behandeld zoals destijds gebruikelijk was. DDR-Hostels waren een schoolvoorbeeld van ongastvrijheid. En nog iets: de slaapkamers zijn niet meer voorzien van afluistermicrofoons, iets wat ik persoonlijk wel betreur.

De opening van het Hostel is een commerciële grap. Er is een bepaald publiek dat graag eens wil meemaken hoe het was om het als gast te doen met de opzettelijke en schandelijke armoe in de heilshoreca. De hoteleigenaar denkt er goed aan te kunnen verdienen, mede dankzij de souvenirs uit de DDR-tijd. Het mooie ervan is dat het gaat om een persiflage van iets dat inmiddels geen dagelijkse werkelijkheid meer is.

Ja, het is een bekende uitspraak “later lach je erom”. Ik vraag me af of dat ook het geval zal zijn met Arend Jan Boekesteijn. Deze zoetgevooisde agressieveling heeft volkomen ten onrechte een plaats verworven in de VVD-fractie. Dat zou nog niet zo erg zijn als hij zijn mond hield maar dat is beslist niet het geval. Boekesteijn lijkt wel een soort rijzende ster binnen de partij ook al staat hij even ver van het liberalisme af als Honnecker. Hij is het vleesgeworden verval van het liberalisme.

Het probleem met Boekesteijn is dat hij maar één mondhoek heeft: de rechter. Hij wil als het even kan in de komende vier jaar 1,2 miljard van mijn zuur verdiende centen over de balk smijten om de koloniale macht in Afghanistan in stand te houden. Ik krijg het gevoel dat je in zijn ogen beter 10 Afghaanse meisjes dood kunt schieten dan één Talibanstrijder laten ontsnappen. Hij gloeit van trots als hij kan melden dat Nederland aan dergelijke glorieuze operaties heeft meegedaan. Ja, ja, Hollands vlag  aan vreemde kust, of liever: in vreemde steenwoestijn.

Echte walging komt over mij als ik zie hoe deze man met een vriendelijk gezicht en op zachte toon zijn agressiviteit presenteert. Hij doet dat op basis van vermeende intellectualiteit die hij dan weer heeft ontleend aan een, op het eerste gezicht mislukte, studie geschiedenis.

Wat hij maar niet wil begrijpen, is dat terroristen geen “thuisland” nodig hebben. De laatste, mislukte aanslagen in Londen en Glasgow onderstrepen dat. Eén van de verdachten is nota bene arts in een ziekenhuis in Australië. Niks Afghanistan, niks Irak, niks Taliban en zelfs niks Osama. Gewoon met vrienden in de garage gezellig bommetjes in elkaar knutselen en die heel ergens anders in de wereld af laten gaan. Het mag nu toch wel duidelijk zijn dat de zogenaamde succesvolle strijd tegen Talibandieten in Afghanistan geen enkele invloed heeft op het handelen van dit soort “artsen”. Misschien dat er binnenkort ook priesters en soldaten van het Leger des Heils bij betrokken zijn.

Boekesteijn lijkt geïnvesteerd te hebben in terroristische netwerken. Hij wil ze stimuleren door de bevolking van Afghanistan en Irak en het hele Midden-Oosten tegen ons in het harnas te jagen. Als historicus zou hij moeten weten dat al dat wapengeweld nog nooit een probleem heeft opgelost en dat geldt dubbel en dwars voor de waanzin van vredesoperaties. En tegen zulke echte mannen moet onze nationale sufmuts Gerdi Verbeet het opnemen (sorry hoor, in mijn ogen gaat het met haar van kwaad tot erger en dat is vooral zo erg omdat zij een belangrijke representante is van de sociaaldemocratie).

Ja, daarom heb ik Boekesteijn en het DDR-Hostel in één verhaal gegoten. Ik kan gewoon niet wachten tot het vriendelijk klinkende maar o zo verraderlijke stemgeluid van Boekesteijn tot het verleden is gaan behoren zodat we hartelijk kunnen lachen om de Bokito-praat die hij heeft uitgekraamd. Begrijp me goed, het gaat me om zijn  optreden in de politiek en in de publiciteit. Voor het overige doet hij maar want ja, geen mens is feilloos. Daar moet ik altijd aan denken als ik de portrettengalerie van Adolf Hitler, Erich Honnecker, Kurt Waldheim, Walter Ulbricht, Lenin, Marx, Poetin, George Bush senior en junior, maar ook Kennedy, De Gaulle, Churchill, Kaj Elhorst, Said (volgens sommigen is dat mijn pseudoniem) en Prins Hendrik, zie. Geen mens is feilloos, de één heeft meer fouten dan de ander maar fouten zijn er altijd. Ik hoop dat we over een paar jaar voor vijf euro een foto van Boekesteijn te koop zien staan in Kaboel.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 Service

www.bouhammer.com/nucleus/AfghanBlog.php

www.afghanwarrior.blogspot.com

www.afghanistan.blogvandaag.nl 

www.wikipedia.org/wiki/Liberalisme

http://www.vvd.nl/index.aspx?ChapterID=1159 http://www.vvd.nl/index.aspx?ChapterID=1159

Knus, snus en de koddebeier

veldwachter.jpg

Nooit heb ik er één meegemaakt maar de grootvader van mijn vrouw was één van de  onbezoldigde veldwachters die ons land ooit rijk was. Hij hield het dorp waar hij woonde goed in de gaten en spaarde de appeltjesgappende en vuurtjes stokende dorpsjeugd niet. Eéns in de week zat hij bij meneer burgemeester aan het bureau om de stand van zaken rond orde en rust in het dorp door te nemen. Het leuke van de veldwachter was dat iedereen hem kende.

Hij dronk koffie bij Marie, ging op de thee bij Jannes en tussendoor nuttigde hij het warme eten netjes bij moeder de vrouw thuis. Onderweg sprak hij met de postbode, de straatveger en de veearts en iedereen wist “als er stront aan de knikker is, moet je bij hem zijn”. Het contact tussen burger en gezag was van een natuurlijk, speels karakter. Sterker nog, de burgemeester moest zich snor, baard, hoge hoed, pandjesjas en vestzakhorloge aanschaffen om enige afstand tot het gewone gepeupel te scheppen.

Tegenwoordig heeft in mijn gemeente de wijkagent zijn intrede gedaan. Dat was hard nodig want in de roes van de efficiencyvergroting zijn scholen tot  leerfabrieken uitgegroeid en politiekorpsen tot regionale veiligheidslegers. Efficiënt. Nou ja, dat is nog maar de vraag want de tijd die agenten verliezen met het zoeken van de weg in een plaats die ze niet kennen, werd vroeger gebruikt aan doelmatige surveillances. Maar daarvoor hebben ze toch een routeplanner? Ach ja, elektronica. Zucht, het blijft tobben hè?

De wijkagent moet daarom het contact tussen burger en politie gemakkelijker maken en het vertrouwen versterken. Nu zijn dat twee dingen die je in de goede volgorde moet zeggen. Om goed contact te hebben, moet er eerst vertrouwen zijn. Als het vertrouwen er is, kun je zelfs aan een draagvlak gaan denken. In het geval van de onbezoldigde veldwachter was dat vertrouwen er al. Elke dorpeling wist precies wie de veldwachter was en wat je aan hem had. Bij de wijkagent ligt dat wat anders. Hij heeft om te beginnen niet te maken met 500 maar met 10.000 burgers. Tienduizend burgers die hij allemaal moet kennen en die hem allemaal moeten kennen. Daarbij komt dat hij tijdens zijn surveillances nog eens een afstand van zo’n zes tot tien kilometer tussen de uitersten van zijn gebied moet afleggen. Op de fiets want als automobilist leg je geen contact met burgers.

Iedereen voelt het al aan: de efficiency heeft opgeleverd dat niemand de wijkagent kent en hem of haar ook nooit in de eigen omgeving tegenkomt. Een foldertje door de brievenbus, samen met de reclame van Piet Textiel, dat was alles. Ik vraag me dus af wat nu precies de winst is van deze efficiencyslag. Natuurlijk, de geleerde heren en onderzoekers zullen wel weer komen met een lange reeks van enquêtes en leermomenten maar in werkelijkheid gaat het daarbij natuurlijk alleen om bazelarij. Dat een wijkagent in zo’n groot gebied met zoveel mensen geen contacten tot stand kan brengen, was van te voren al duidelijk.

Het is het zoveelste bewijs van de onzin van de schaalvergroting die efficiency met zich meebrengt. In theorie is het mooi. Verhalen over beschikbaarheid van volle politiehulp, inzetbaarheid van faciliteiten waar het nodig is en dat soort klets. In de praktijk komt het er op neer dat de gemiddelde burger geen agent meer heeft om op persoonlijke wijze tegen te zeuren en dus verliest hij ook op dat gebied het vertrouwen. En met het vertrouwen vliegen contact en draagvlak de deur uit.

Schaalvergroting lijkt een mooie oplossing voor de inzet van onze omvangrijke, technische hulpmiddelen maar het is het niet. Met al oze technische rotzooi zijn we minder goed in  staat de politie haar taak te laten doen dan vroeger. Dat wordt niet opgelost door websites, mobiele telefoons of elektronische netwerksystemen. Dat kan alleen een oplossing vinden in menselijk contact.  

Mensen hebben de neiging om hun leventje in eigen kleine kring op te bouwen. Binnen de Europese Unie wordt de lokale bestuurlijke eenheid, de gemeente, steeds belangrijker. Sommigen gaan het liefst in een dorp wonen omdat ze daar hun buren nog kennen. Anderen wenden zich tot de snus nu het rookverbod door de Europese Commissie ongeveer over heel Europa is uitgevaardigd. Alleen kolencentrales mogen nog roken, vanwege de grootschalige energiebehoefte. De Europese burger zoekt zijn of haar eigen genoegen en verstopt het desnoods onder de bovenlip. “Snus”, een zakje met tabak waarop gesabbeld kan worden zodat je toch nicotine binnenkrijgt. Het mag natuurlijk weer niet van de grootschalige bestuurders in Brussel maar wie kijkt er onder andermans bovenlip? Leve de kleinschaligheid. Doe mij maar knus, snus en de koddebeier. 

Tot sterkte,

 

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

http://www.regelzucht.nl

http://www. johnito.blogspot.com

 http://www.beteronderwijsnederland.nl

http://www.veldwachter-bathmen.nl