Kwabbes van Oerol

equilibrium-2012.jpg

Kwabbes was niet gewoon. Nee helemaal niet. De rode, brede muts met gouden bellen rondom, zijn lange, bruine mantel en de snavelschoenen die daaronder tevoorschijn kwamen, maakten hem tot een opvallende verschijning op het eiland. Maar het was niet alleen zijn uiterlijk dat de aandacht trok. Als hij ’s avonds in het café de uren doorbracht, had hij altijd een grote groep landgenoten om zich heen. Zij luisterden aandachtig naar zijn verhalen.

Soms klonk er een applausje om wat hij zei. De ene keer zei hij het zo mooi en de andere keer zei hij iets dat heel wijs klonk. Dan hadden zijn luisteraars weer iets om weken of maanden over na te denken. Ja, Kwabbes was een geliefde figuur in zijn dorp en niemand wilde een kwaad woord over hem horen.

Toch was niet alles wat Kwabbes deed welgedaan. Hij dwaalde dagelijks langs het strand en jutte wat hij leuk vond. Soms ging hij de duinen in om achter konijnen aan te draven zonder er één te vangen  en een andere keer kon je hem weer languit liggend onder een boom aantreffen. Maar werken? Werken was voor de dommen, als het aan Kwabbes lag. Er was nog nooit iets fatsoenlijks uit zijn handen gekomen.

Maar ja, hij mocht dan leuk zijn, de meisjes willen ook altijd een vent die iets presteert en dat gebeurde ook Kwabbes. Hij ontmoette er één die hij heel leuk vond en dat was wederzijds alleen…die luiheid. Op een dag zei ze tegen hem:”Kwabbes, je moet iets voor me doen. Je moet laten zien dat je kunt werken.” Eerst fronste Kwabbes bij die gedachte zijn wenkbrauwen maar al gauw sprong hij overeind. “Weet je, zei hij, ik kan alles. Ook werken.”

Hij bezwoer zijn vriendin een week lang niet op bezoek te komen en hem zijn gang te laten gaan. “Ik zal je na zes dagen laten zien wat ik heb gepresteerd”, zei hij. “En geloof me, we hebben er allemaal wat aan.”

Zes dagen gingen voorbij. Zes dagen waarin Kwabbes zich opsloot in een grote, lege, houten schuur. Niets was er te horen, doodstil bleef het en iedereen had al gauw zijn vertrouwen verloren maar op de zevende dag gingen de deuren wagenwijd open. Middenin de schuur lag Kwabbes al weer op zijn rug te niksen maar naast hem lag een grote bol. Op die bol groeiden planten, stormden zeeën, floot de wind, krioelden dieren en temidden van dat al  strompelde een wezen op twee poten terwijl het zijn weg zocht. “In zes dagen de aarde rond”, lachte Kwabbes.

“Maar hoe heb je dat gemaakt in zo’n korte tijd?” vroeg zijn vriendin en de anderen vroegen het haar na. “Och, het was niks. Ik heb het gewoon gedaan omdat ik het kon. Kom, vandaag houd ik maar eens rust”.” Hij nam zijn vriendin in de armen en sloot de schuurdeuren.

Het is het sterkste verhaal dat de inwoners van Oerol elkaar nog steeds vertellen. Elk jaar houden ze een wedstrijd om te kijken of er iemand is die een sterker verhaal weet. Tot nog toe is dat niet gelukt.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com