“Dan is het stadshart klaar voor de toekomst”, in Alphen aan den Rijn was dat al tien jaar geleden een veel gehoorde opmerking. Ze had te maken met plannen voor het nieuwe stadshart. Hoe die genoemde toekomst er uit zou zien, bleef duister.
Het stadshart is klaar maar niet voor de toekomst. Integendeel, er zijn problemen met de aantrekkelijkheid van het centrale stadsplein dat de fantasieloze naam “Rijnplein” draagt. Het probleem met “doctorandussen van de toekomst” is dat zij maar voorspellingen blijven doen op grond van onderzoek uit heden en verleden. Zij trekken lineair een lijn door en stellen vast dat de situatie over twintig jaar “zus of zo” zal zijn. Dat geldt voor vergrijzing, economische ontwikkeling, gezondheidszorg en noem maar op. Vooral de “human factor” wordt vaak buiten beschouwing gelaten. Logisch want die is onmeetbaar. Daarmee berusten dan ook al die onderzoeken op drijfzand en veroorzaken ze luchtspiegelingen of -kastelen.
Je kunt niet zeggen dat het centrale stadsplein echt onaantrekkelijk is. Het probleem is veel meer dat de Alphenaren niet weten wat ze ermee moeten doen. De bijbehorende mentaliteit bestaat niet. Dat is geen nieuwigheid. Die mentaliteit bestond tien jaar geleden ook al niet. Nu is een stadse geest wel op te wekken maar daarvoor zal het stadsbestuur veel meer moeten investeren, zowel in geld als in mensen.
Er bestaan tal van ideeën en plannen voor het aantrekkelijk maken van het stadshart. Die kosten allemaal geld en bovendien is het vervelende dat de echte aantrekkingskracht pas ontstaat als er ook echt mensen naartoe komen. Daarvoor moet je tegenwoordig heel wat inspanningen plegen. Op het centrale stadsplein zijn bijvoorbeeld veel te weinig verwijzingen naar het Romeinse verleden, naar de stad als centrum van het Groene Hart en naar de stad als regiocentrum. Er zij ook geen “gadgets”, geen bouwwerken of objecten waar een bezoeker onweerstaanbaar naartoe getrokken wordt. Er bestaan plannen voor een toeristisch pontje over de Oude Rijn. Dat had er al lang moeten zijn.
“Klaar voor de toekomst” is een onzinmotto. Er is altijd weer een nieuwe toekomst en je kunt er dus nooit klaar voor zijn. Wat nodig is, is inventiviteit, creativiteit, ondernemingszin en sprankelende gedrevenheid. Daadkracht, voortvarendheid, zijn noodzakelijke eigeschappen van het bestuur van een dorp dat stad wil worden. De gedachte dat het scheppen van voorwaarden voldoende is, is goed liberalisme. Liberalisme dat vrijheid koppelt aan vrijblijvendheid, leidt echter tot niets. Op naar de toekomst, dat is op naar de horizon, de plek die onbereikbaar is.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Service
Angela mantelt Europa Ein
Ik kan er niets aan doen maar elke keer dat ik Angela Merkel zie, moet ik lachen. Zij is de personificatie van de houterigheid die het voormalige Oost-Duitsland in haar greep hield. Opgetrokken schouders en een wat kortademig mondje zijn nou niet bepaald de beste “Voraussetzungen” voor een glanzende politieke carrière.
Ik ken mensen die haar steevast “Angela Mütze” noemen. En toch, dat wijffie lapt het hem allemaal toch maar. Kind van een communistisch achterstandsgezin, opgewerkt tot het meest invloedrijke ambt van de Bondsrepubliek. Al weer zo iemand waarvan je zou gaan vermoeden dat ze over capaciteiten beschikt.
Uitgerekend zij verbindt haar lot aan de zogenaamde Europese Grondwet. Ik wil het nog wel eens zeggen: het ding is helemaal geen grondwet. Het is een samenraapsel van verdragen en wetten die al lang bestaan, hier en daar met een toefje slagroom. Alleen de tegenstanders ervan hebben kans gezien het woord “Grondwet” eraan te geven omdat het beangstigend klinkt.
Veel beangstigender natuurlijk dan een dertigtal ministaatjes in de grote wereld die kans lopen vermorzeld te worden tussen de al maar voortwoekerende agressie van de VS en de geldzucht van Poetin (the money) of de overbevolking van productieautomaatjes in een gebied dat China heet.
De tegenstanders zijn bang dat hun eigen, kleinschalige leefomgeving zal worden aangetast door de Europese molog. Ze zijn niet bereid deze “molog” te zien als een beschermende wintermantel die hun kleinschalige omgeving koestert, een mantel die zij zelfs kunnen herstellen en voeden als het moet.
De Europese Unie is niet het enige maar wel een goed middel om de kleinschaligheid in eigen kring nog een beetje in stand te houden. Wie de Unie afwijst, zet de deur open voor nog veel grotere mologgen die geen ekele boodschap hebben aan Europese kleinschaligheid. De Europese Unie verdient dan ook met al haar tekortkomingen onze steun en als daar een wat rammelend verdrag voor nodig is, dan zal ik voor stemmen. Angela, mijn stem heb je.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Http://politiek.wordpress.com
Service
www.grondweteuropa.nl