De nieuwe columns en commentaren van Kaj Elhorst zijn te vinden op www.4politicians.wordpress.com, www.nieuwepolitiek.wordpress.com Daarnaast blijft deze weblog, www.politiek.wordpress.com toegankelijk voor het lezen van bestaande columns en commentaren.

Klik door naar www.nieuwepolitiek.wordpress.com

Lees daar: “Holocaust en pannenkoek” en vele andere.

Of ga naar www.4politicians.wordpress.com en lees daar:

“Genesis” 

“Anttiracisme top!!!”

“Ascoiaal geleuter”

“Volksgenossen, Männer des Reichstages” (“Geburtstag des Führers”)

en ga ook naar

 www.politiek.wordpress.com

www.nieuwepolitiek.wordpress.com

www.badplaatsalphen.wordpress.com

www.rossia.wordpress.com (Rusland)

www.kajman.wordpress.com

www.mythologie.wordpress.com

www.sairaramira.wordpress.com

 

Risicomeiden

Kortgeleden interviewde ik een geslaagde, vrouwelijke ondernemer van een IT-bedrijf. Tijdens het gesprek vroeg ik haar of ze als vrouw bij een klant niet gemakkelijker binnenkwam dan een manlijke concurrent. Het antwoord was veelzeggend: “binnenkomen doe ik misschien wel sneller maar in het vervolggepsrek moet ik veel beter mijn best doen dan een manlijke collega.”

Ik moest aan dat gesprek denken toen ik donderdag in de auto op BNR de zoveelste  oeverloze discussie hoorde over vrouwen aan de top. Die discussies bewegen zich meestal in eindeloze, vicieuze cirkels en het gekke is dat men steeds weer bij dezelfde vertrekpunten begint. Het meest populair in dat opzicht is: “vrouwen zijn niet ambitieus genoeg” en “Nederland loop achter als het gaat om het aantal vrouwen aan de top.” Het eerste argument beschouw ik als een leugen en het tweede is absoluut irrelevant.

Ik ken minstens één vrouw die ik inmiddels als een  goede vriendin beschouw en die zichzelf tot de succesvolle ondernemers mag rekenen. In dat opzicht heeft ze het vermoedelijk verder geschopt dan ik. Nu is dat laatste geen graadmeter maar het is toch aardig om even te vermelden. Zij onderschrijft tegelijkertijd grotendeels mijn mening als het gaat om werkende vrouwen en vrouwen aan de top. Wie ambitieus genoeg is, moet de top kunnen bereiken zonder veel meer moeite te doen dan een man. Niemand hoeft echter naarboven geschopt te worden terwille van het maatschappelijk evenwicht. De hierboven genoemde vriendin voelt zich ook beledigd door gedachten over quota. Vrouwen die over kwaliteiten beschikken, kunnen het best redden zonder overheidssteun. Ik kan die gedachtengang heel goed volgen.

Er zijn wel eens mensen geweest die dachten dat ik een absolute tegenstander was van vrouwen aan de top. Sommige van mijn publicaties lijken ook in die richting te wijzen, vooral als ik spreek over het “glazige plafond” (typ in onder “search”) . Het tegendeel is waar. Ik zie heel veel heil in vrouwen aan de top mits zij zichzelf blijven en hun vrouwelijkheid behouden. Wie probeert een man te imiteren, staat wat mij betreft naast de pot te plassen. (Ja, inderdaad, in dat geval is het “staat”). Broekpakken en stropdassen zijn in mijn ogen voor een vrouw geen teken van emancipatie maar juist van verdere onderwerping aan de man.

Tijdens de discussie hoorde ik het méér dan ergerlijke verhaal van raden van bestuur en commisssarissen die geen vrouw in de bedrijfstop willen toelaten omdat zij risico’s willen mijden. Vrouwen zouden een ander carrièrepatroon vertonen dan mannen. Ja, natuurlijk stelletje idioten! Daar gaat het nu juist om. Het moet ook anders zijn. Bedrijven zouden zich in de handen moeten knijpen en God op hu blote knieën moeten danken als ze een vrouwelijke manager krijgen die haar vrouwelijkheid tot onderdeel van het management maakt. Waarom? Omdat vrouwen, al dan niet genetisch bepaald, andere zienswijzen en kwaliteiten met zich meebrengen dan mannen. Kwaliteiten die het management in een heel goede richting kunnen sturen. Wie die andere, nieuwe inbreng niet aandurft, moet zichzelf geen ondernemer en ook niet eens manager noemen maar professionele looser.

Van de redacties waarvoor ik werk, wordt de meerderheid aangestuurd door een vrouw en ik voel me daar heel prettig bij. Ben ik niet ambitieus genoeg? Gezien mijn ervaring en leeftijd had ik al lang een reeks aan hoofdredacteurschappen op mijn naam kunnen schrijven. Het zou mij qua verantwoordelijkheden en inkomensniveau dichter in de buurt hebben gebracht van mijn eerder genoemde vriendin maar ik houd teveel van het journalistieke handwerk. Dat is óók ambitie. Groeien in het handwerk. Misschien  dat veel vrouwen het moeilijk vinden om dat los te laten. Het zou kunnen zijn en in dat geval zou ik ze graag gelukkig laten zijn in het werk dat ze doen. Het zou mooi zijn als we ons voor het Nieuwe Jaar eens  voornamen wat minder te letten op cijfers in binnen- en buitenland en méér op de geluksscore. Als ik me niet vergis, biedt de financiële crisis in dat opzicht ruime mogelijkheden.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

www.blogjump.eu/index.php?2008/12/16/1061-hoogtevrees

www.vrouwenmetambitie.nl

www.carrieretijger.nl/carriere/vrouwen/valkuilen

www.adriaanmeij.com/2007/06/15/als-meppeler-meiden-meer-kinderen-baren

www.wietdebruijn.nl

www.carrieretijger.nl/carriere/vrouwen/succes

www.depers.nl/economie/118279/Verplicht-meer-vrouwen-aan-top.html

www.intermediair.nl/artikel.jsp?id=68871

www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Vrouwen/aandetop.html

www.volkskrant.nl/economie/article377306.ece/Aantal_vrouwen_in_top_is_onbekend

Ik ben een “dierenmensch”

lieveheersbeestje

Ik ben er al mijn hele leven van overtuigd dat geweld tussen mensen niets oplevert. Ja, ik heb zelfs een verdedigbaar standpunt dat de hele Tweede Wereldoorlog verspilde energie is geweest maar daarvoor zal ik hier de argumenten niet geven. Wat mij opvalt, is dat ik enigszins van mijn geloof begin af te vallen. Misschien is er een situatie te vinden waarin geweld wel iets oplevert maar eigenlijk gaat het niet om geweld tussen mensen.

In Venray heeft het gemeentebestuur afgezien van de aanleg van een park met martelcentra voor dieren. Het gemeentebestuur besloot daartoe niet zo maar. Het werd onder zware druk gezet door de radicale dierenvrienden en die kregen zelfs, misschien onbedoeld, steun van Guusje Geluk. Zij weigerde de gemeente te hulp te komen ook al was het geplande park nog zo belangrijk voor de regionale economie.

Het gemeentebestuur heeft ervan af gezien. Nu was het natuurlijk mooier geweest als de gemeentelijke bestuurders vanuit zichzelf hadden begrepen dat je aan dierenleed geen stuiver mag verdienen. Het getuigt van een achterlijke cultuur als je denkt dat dierenmishandeling in sommige gevallen goed is, namelijk als het ten goede komt aan de  “wetenschap”. Ik wil hier geen vergelijking maken met de proeven die dr Mengele in de vernieitigingskampen deed maar de scheidingswand is flinterdun.

Waarom nu, twijfel ik op dit punt zo erg over de toelaatbaarheid van geweld? Omdat ik ervan uit ga dat de dieren daartoe zelf over zouden gaan als ze de kans zouden krijgen. Hen wordt die kans ontnomen doordat wij met het recht van de sterkste ons meester maken van hun lot.

Kortgeleden zat ik met een lokaal bestuurder op diens werkkamer te praten over de opkomst van de Partij voor de Dieren. Hij juichte die opkomst toe omdat geen enkele andere partij, ook de zijne niet, het in voldoende mate opneemt voor dieren. Mensen begrijpen niet dat dieren precies hetzelfde recht hebben om zich op deze aarde een gelukkig bestaan te verwerven als mensen. Zij dringen zich niet uit agressie of heerszucht op, zij zijn gewoon op de wereld en kunnen niet kiezen. In dat opzicht bevinden zij zich in dezelfde positie als mensen. Ook die hebben niet een zelfverworven recht op aardse aanwezigheid gecreëerd. Ze zijn er doodeenvoudig temidden van allerlei andere levende wezens neergekwakt en zullen moeten leren de aarde te delen.

Zouden de dieren dat ook doen als zij de machtiger partij waren? Ik weet het niet maar wij kennen onszelf de vaardigheid toe om kritisch na te denken, argumenten af te wegen en dergelijke. Ja, dat zou ons onderscheiden van de planten en dieren. Het is helemaal niet zeker dat mensen de enigen zijn die een dergelijke vaardigheid bezitten maar…wie zegt erover te beschikken, moet haar ook gebruiken.

En dus: wij delen de aarde met dieren en planten op een harmonische wijze. Dat betekent dat we ook wel eens in moeten schikken.

Kortgeleden zag ik tijdens een vergadering nog een nertsfokker optreden. je vraagt je af waarom zo’n man zich niet in het openbaar doodschaamt over zijn beroep. Maar integendeel, hij wilde zijn “bedrijf” nog uitbreiden ook. Als ik de grote, verschrikkelijke, onoverwinnelijke nachtnerts was, zou ik hem met huid en haar opvreten.

Ja ik ben een “dierenmensch”. Maar vrees niet, ik zal geen vreselijke dingen doen. Dat neemt niet weg dat ik gemengde gevoels heb bij het optreden, ook van radicale, dierenactivisten. Iemand zal het voor de verworpenen der aarde moeten opnemen.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst 

Http://politiek.wordpress.com 

 

Service

www.informatiedierproeven.nl

www.animalfrontline.nl/vivisectie/vivinl.php

www.anti-dierproeven.eigenstart.nl

www.quidam.web-log.nl/quidam/2004/07/kip.html

www.wakkerdier.nl

www.politiek-actie.net/pages/dossiers/politiek_activisme/dierenrechten/bont_wakker_terrorisme.htm

 

 

Orang malu meets Beerenburg

ja-11.jpg

“Orang Malu”, Kommer spreekt de woorden  uit alsof hij zijn verliefdheid wil uiten. Ondertussen streelt zijn hand over het beeld van een volledig in elkaar gekropen mens. Het beeld was mij al eerder opgevallen maar tot vandaag was het geen aanleiding voor gesprek geweest. “De bescheiden mens”, vertaalt Kommer bijna even liefdevol als zijn versie van de Maleise benaming. “Dit kunstwerk heeft mijn vrouw twee jaar geleden bij de voordeur geplaatst. Er staat er óók één bij de achterdeur en als je straks bij het weggaan goed oplet, vind je er één in de gemetselde stijlen van het poorthek.” Kommer laat zijn hand opnieuw over de rug van het beeld glijden.

“Orang Malu” vormt een bescherming tegen het kwaad dat wil binnendringen”, gaat hij verder terwijl hij zijn blik gericht houdt op het beeld. “Wij geloven dat “het kwaad” bestaat als onafhankelijk wezen. Het kan zich verplaatsen van mens naar mens en van groep naar groep. In onze ogen zijn er geen verderfelijke personen maar alleen slechte daden.” “Maar dat pleit iedereen vrij”,  roep ik spontaan uit en Kommer knikt. “Tot op zekere hoogte. Ik ben er geen voorstander van om mensen te bestraffen maar wel om het kwaad uit te bannen. Wie het kwaad in zich heeft, kan beter geïsoleerd worden. Ondertussen moeten we alle moeite doen om het kwaad uit hem of haar te verdrijven.” “The exorcist” komt nu wel ineens heel dichtbij!

“Duiveluitdrijving?”, De oude en wijze politicus glimlacht flauw. “Laat ik het zo zeggen: de daden van elk mens zijn te beïnvloeden, ten goede en ten kwade. Welke kant de meter opslaat, is moeilijk te voorspellen. Het hangt af van de geaardheid die je hebt meegekregen en de ervaringen die je opdoet. Op geen van beide heb je helaas invloed. De keuzen die je doet, worden altijd daardoor gestuurd. Ook dat wat men wel het “ik” noemt, is afhankelijk ervan. Of het sterk of zwak is, daarvan ligt de oorzaak buiten je zelf.” Hij laat nu de Orang Malu los en wenkt me om me te late volgen naar zijn werkkamer.

“Wees eerlijk”, begint hij nadat hij zich behagelijk heeft genesteld in zijn relaxfauteuil en het kruikje Beerenburg  ontkurkt. “Is er geen moment geweest dat je dacht dit alles te kunnen erven als je mijn vriend werd? Helemaal geen moment, al was het maar een seconde?” Ik bijt op mijn tong. Wat moet ik zeggen? Meteen al op de eerste dag stelde ik mijzelf voor als Kommers beste vriend en erfgenaam van zijn landgoed. Het duurde niet lang maar het kwam als een flits. “En nu zit je je te bedenken hoe je je hieruit gaat redden”, lacht de oude en wijze politicus weer. Ondertussen schenkt hij de glazen vol. “Je mag wel gaan zitten hoor, daar had je abders ook niet zoveel moeite mee”, hij grijnst op ene gelijkhebberige manier. Het liefste zou ik hem dat betaald zetten en misschien kan dat het beste door eerlijk te zijn.

“Dat klopt”, geef ik toe. “Het is bij me opgekomen.” Kommer glimlacht. “Je eerlijkheid siert je maar ze zal nooit een rijk man van je maken. Waarom niet? Omdat je nu de verdenking op je laadt dat je contact met me hebt gezocht vanwege mijn bezittingen. En geloof me. ik denk niet dat het zo is maar de onschuld is weg. En als die eenmaal weg is, sta je open voor het kwaad, het kwaad in onze betrekkingen. En daar zit hem de verraderlijkheid in, jongeman.” Hij neemt een lange teug van zijn Beerenburg en haalt zijn pijp tevoorschijn.

“Zij was mooi, jong en niet dom. Ik heb het nu over mijn eerste assistente die ik ooit als kamerlid heb gehad. Zij heeft mij verleid en dat was geen probleem want ik was op dat moment nog een vrije jongen. Zij heeft mij zó erg verleid dat ik met haar getrouwd ben en gebleven.” De spanning van het verhaal loopt op want zó saai en braaf kan het niet zijn. Kommers gezicht begint te glimmen. “De vraag is of ik me later wéér heb laten verleiden, getrouwd en vader en wel. Het antwoord is “ja”. Weer door een bloedmooie en deze keer een veel jongere assistente. Ik heb daarover nooit gesproken met mijn vrouw maar op een goede dag heb ik me wel versproken. Toen wist ze het en vanaf die dag veranderde er iets. De eerste Orang Malu kwam in huis en ze ging schilderen. Over scheiden is nooit gesproken en dat is maar goed ook. De verleiding is mij nog veel vaker overkomen en mijn vrouw wist dat ik zo in elkaar zat. Weet je wel hoe leuk en lekker de verleiding is? Weet je wel hoe onschuldig ze zich aandient? Weet je wel dat je verslaafd kan raken aan de verleiding? En toch, zal geen assistente, geen Antje ooit tussen mij en mijn vrouw komen staan. Ik sta open voor het kwaad van de verleiding maar niet voor het grotere kwaad: de verlating.”

“Wat wilt u me daarmee zeggen?” is mijn verblufte reactie. “Snap je het niet? Ik wil zeggen dat iedereen aangetast kan worden door eeen groter of kleiner deel van het kwaad en dat straffen daartegen geen remedie is. Straffen heeft niet meer dan een symbolische betekenis. Het zegt de gemeenschap “wat hier gebeurd is, is kwaad, wij zijn daar tegen”, het zegt niet “dit is een verrotte mens”. Wie begrijpt wat de Orang Malu is, kan dat accepteren. ” Kommer legt zijn benenop de hocker die voor zijn stoel staat en blaast ene paar blauw wolken uit. “De afrekenmaatschappij is berust op wraakgevoelens maar bereikt niet meer dan het slaan van piketpalen voor ene geordende samenleving.”

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

 Service

www.deblauwemaan.nl

www.pureandnatural.nl

www.vaartips.nl

www.standaard.be

wwwkatenhond.blog.nl

www.mathieu-groenlinks.hyves.nl

De kruik gaat net zolang te Beerenburg …

ontkenning.jpg

Een vrachtwagen vol zandzakken verspert vandaag de oprijlaan naar het huis van Kommer. De wagen is vastgelopen in een kuil in het pad en door het gewicht kan hij niet weg. Kommer staat er een beetje mistroostig bij te kijken. Hij had de zandzakken juist besteld voor het geval dat de regen zou toeslaan. “Mijn vrouw heeft een beetje veel naar de Engelse tv gekeken”, vertrouwt hij mij met een knipoog toe.

Het is natuurlijk ook dweilen met de kraan dicht. Onder het lopen naar het huis toe begint de oude en ook zeer wijze politicus zijn verhaal al. “Wij kunnen hier in Nederland nu wel dijken bouwen en verhogen en waterbuffers aanleggen, als meneer Boesj door blijft gaan zich niets aan te trekken van de opwarming van de aarde, zal het niets uithalen.” Met zijn rubber laarzen durft hij niet door de hoofdingang en de marmeren hal te lopen. Daarom kiezen we deze keer voor een zij-ingang die voert door kelders vol voorraden voor de keuken en de stallen en natuurlijk rekken vol wijn en Beerenburg. Bovendien vermoed ik in haast onzichtbare hoeken en gaten de bizarre uitvindingen die hij in de loop van de jaren heeft gedaan zoals de automatische zakdoek die als een soort airbag uit de bomen van je bril kon komen zakken bij een niesbui. Kommer zelf heeft ze ver weggestopt omdat hij ze als jeugdzonden beschouwt.

Het is duister in de kelders want Kommer staat bij zijn voorraden alleen maar spaarzaam licht toe. “Dat is beter voor de voorraden en voor het milieu. Weet je dat ik in mijn hele huis al lang spaarlampen heb? Voor mij zijn het echt spaarlampen geworden. Ik ben een liberale milieufreak”, lacht hij. “Sommigen denken dat die twee niet samengaan.”

Binnen in de werkkamer voelt het behagelijk aan en het eerste glas Beerenburg verdrijft kou en vocht uit ons binnenste. Juli 2007 en er zijn nog steeds mensen die denken dat het alleen maar gaat om een wat slechtere zomer. Kommer schudt zijn hoofd. “Het is de ontkenningsfase. Zolang je maar beweert dat de kwaal niet bestaat, kun je volhouden dat ze er niet is…totdat je eraan bezwijkt. Politici zijn helden in dat opzicht. De één beweert met het grootste gemak dat de uitstoot van CO-2 door de mens niets te maken heeft met de klimaatverandering. Hij of zij slaat ook waarschuwingen van de ozongaten in de wind. Ja, sterker nog, de grootste vervuiler van allemaal zorgt voor een piek door Bagdad aan barrels te gooien met een piek aan luchtvervuilend wapentuig.  De ander denkt dat het wel zal meevallen met de gevolgen van straling nabij zendmasten en zo gaan we maar door. Zelfs als het wetenschappeklijk bewijs er is, dan roepen politici nog dat het allemaal erg meevalt. Dan zoeken ze naar manieren om de technische noviteiten door te voeren op een ogenschijnlijk ongevaarlijke manier. Ik heb in mijn tijd altijd gepleit voor bedachtzaamheid  en voorzichtigheid.”

Hij zakt nog eens lekker onderuit in zijn stoel en neemt een forse nip van zijn Beerenburg. “Vandaag geen pijp”, zegt hij. “Zo’n ding is niet veel beter dan een mini-kolencentrale. “Het is natuurlijk wel raar als mensen ervan opkijken dat het wonen langs een snelweg ongezond is. Dat fijnstof op elke manier je lijf afbreekt, was onder de mijnwerkers al eeuwen bekend. Praat me niet van de klachten die daar voorkwamen behalve een stoflong: kanker, hartziekten en vergiftiging van organen. Hoe dom kun je zijn als je denkt dat het allemaal maar goed gaat? Er zijn echt dagen dat ik naar de Eerste Kamer terugverlang om al die hoofden eens flink door elkaar te schudden.” Het is duidelijk, het enige dat goed is voor een mens is: Beerenburg. “Nou ja”, glimlacht Kommer, “en een goede maaltijd en niet te vergeten nachtrust natuurlijk.” Hij kijkt me doordringend aan maar niet te lang. Al gauw dwalen zijn ogen weer af naar de troosteloos neerdruppende regen buiten en de storm in de kruin van de bomen. “Gewoon een slechte zomer!” spot hij.

Dan veert hij overeind om de glazen opnieuw vol te schenken. Tussendoor wijst hij op een kleine tekening, of eigenlijk een ets, in een donkere hoek van de kamer. “Kijk, daar staat een echte Friesche windmolen, een eeuwenoude uitvinding die gebruikmaakte van een natuurlijke energiebron. Nu verrijzen er ineens overal oerlelijke, eenbenige propellors om die energie op te vangen. Het zou minstens zo efficiënt zijn om huizen in het buitengebied in de vorm van een molen te bouwen en ze hun eigen energie te laten opleveren. Een leuker gezicht en ook toepasbaar in sommige delen van de stad.” Ik kijk even verbluft voor me uit en vrees te maken te hebben met een oprisping van één van zijn “jeugdzondige gedachten”. Kommer lijkt mijn verbijstering niet op te merken en gaat verder.

“Voor het verkeer en vervoer is er maar één oplossing, een revolutionaire overstap naar openbaar vervoer. Laten we zeggen tussen nu en 2017. Versmalling van snel- en binnenwegen, verruiming en verfijning van het net van spoorlijnen en de invoering van kleine bussen met tien tot twintig zitplaatsen. Het is helemaal niet nodig om de privé-auto in te leveren, het ding zal vanzelfsprekend veel minder gebruikt gaan worden.” 

Ondertussen blijven politici maar beweren dat “je de mensen de auto niet uitkrijgt”.  “Nee, natuurlijk niet”, lacht Kommer. “Niet als je de benzineprijs ééns in de tien jaar met een eurootje verhoogt. Daar worden de mensen niet angstig van. ” Politici in de ontkenningsfase, voor Kommer vormen ze een legioen staatsgevaarlijke en lugubere types. “De war on terrorism zou tegen hen gevoerd moeten worden”, besluit hij.

Lopen naar huis is net zo leuk als rijden met de auto. Ik durf de motor gewooon niet meer te starten na het milieu-infuus dat Kommer ten beste heeft gegeven. En onderweg krijg ik al de neiging omvergereden bloemetjes weer rechtop te zetten.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

www.yukiko.web-log.nl

www.gedichten-freaks.nl

www.members.lycos.nl

www.nujij.nl

www.martine-th.hyves.nl

www.johnito.blogspot.com

Van vlinders, wormen en Beerenburg

verscheidenheid.jpg

In geen velden of wegen is Kommer vandaag te bekennen en dat terwijl ik toch een duidelijke afspraak met hem heb staan. Half twee ’s middags zoals elke doordeweekse dag van de afgelopen periode en voor de komende weken. Deze keer moet, helaas, het personeel eraan te pas komen. In de meeste huishoudens zou het normaal zijn als mevrouw haar man ging zoeken maar zo niet hier. “Mevrouw zit op haar atelier en kan niet gestoord worden”, zegt het meisje aan de deur. “Ik zal voor u gaan kijken.”

Eveneens normalerwijze zouden we tegenwoordig in zo’n geval grijpen naar het mobieltje maar ook dat gebeurt hier niet. “Dat hoort hij niet”, glimlacht het meisje alsof ze zeggen wil: “dat wil hij niet horen”.  Ze loopt voor mij uit naar de achtertuin en ik kan aan haar zien dat haar ogen geoefend zijn in het speuren naar haar broodheer. “Daar is hij”, roept ze plotseling bijna trots uit. “Ziet u die grote struik van de roodpaarse hortensia? Daarachter zie ik zijn hoed en daaronder moet hij zitten.”Alsof ze niet meteen door had dat ze iets grappigs zei, schiet ze plotseling in de lach met één hand voor haar mond. “Gaat u maar hoor”, giechelt ze nog. “Hij verwacht u immers.”

Inderdaad tref ik mijn gesprekspartner aan, half verscholen onder de hortensia, laarzen, schoffel en hark en turend naar de regenwormen in de grond. “Goedenmiddag Kommer”, begroet ik hem maar het lijkt of hij mij niet hoort. Dan tik ik hem op de schouder. De oude en wijze politicus maakt een abrupte beweging en kijkt mij geschrokken aan. “O, ben je er al?” Ik kijk onwillekeurig op mijn horloge: twee uur en vijf minuten. Al! “Nou, vooruit dan maar”, zegt hij en hij doet een poging soepel op te veren wat hem bijna een val middenin de hortensia kost. “Prachtig hè?”, lacht hij. “Al die verschilende kleuren en vormen. “Ik zat net te kijken naar de lumbricidae, ook wel bekend als regenworm. Wist je dat die diertjes geen seksleven hebben?”zucht hij. Hij kijkt mij vragend aan. “Ze krioelen maar door de grond en het lijkt wel of ze wachten tot de eerste de beste kip voorbijkomt. Tja, drang tot zelfvernietiging misschien.” Hij gaat nog even door op de regenworm. “Ze behoren tot de orde van de haplotaxida, de gelede oligochaeten. Er zijn verschillende soorten regenwormen, in de hele wereld zo’n 2200 maar in ons land 25. Weinig als je bedenkt hoeveel regen hier valt. De langste regenworm in de wereld is drie meter met een taille van 8 millimeter. Nou, daarop kan zelfs Antje nog jaloers zijn.”Antje is “het meisje”.

Kommer doet, steunend op de schoffel, een paar stappen in de richting van het huis. “Weet je wat mij altijd zo opvalt? Wij doen alsmaar allerlei pogingen om alles en iedereen “gelijk” te maken. De natuur heeft daar een broertje aan dood. Ze leeft bij de gratie van de diversiteit, de verschillen. Eerlijk gezegd vind ik dat mooi. Verschillen maken de wereld interessant en de moeite waard om te beleven en te verkennen. Als alles hetzelfde is, ga je vanzelf dood.” Hij maakt een geluid alsof hij zwaar slikt en zegt dan: “Schrijf dat laatste maar niet op. Dat klinkt niet.”Maar hij weet dat die opmerking overbodig is want we hebben afgesproken dat ik zou werken volgens het systeem “gezegd is gezegd”.

Met een resoluut gebaar koppelt hij een veldfles en twee kleine bekertjes van zijn gordel. “Die mag je nooit vergeten”, glimlacht hij. Zullen we hier even gewoon in de stront gaan zitten?”vraagt hij meteen daarop hardop lachend vanwege het woord stront en zijn verwachting dat ik zulk taalgebruik bij hem niet had gezocht. “Stront is de moeder van het leven”, zegt hij. “Daarvan ben ik overtuigd. Ga maar eens na hoeveel stofjes er in stront zitten waar leven uit voort kan komen. Nou… nee laat ik dat niet zeggen.”‘ Hier middenin de natuur leer ik Kommer kennen als iemand die niet alleen emotioneel en heftig kan zijn maar ook rebels al vraag ik me af wat  hijniet wilde zeggen. Zoals hij voorstelde, gaan we in de “stront” zitten en dan schenkt  hij twee Beerenburgjes in.

“Vreselijk, al die gelijkheid”, gaat hij verder. “Ik hoop dat er een tijd komt dat we blij zijn met de verschillen. Was het niet Aristoteles die ooit zei “geen groter ongelijkheid dan de poging dingen gelijk te maken die ongelijk zijn”? Ik heb dat ooit eens gelezen toen ik aan het logeren was bij een vriend en toen dacht ik het al: “Je bent mijn vriend omdat je anders bent dan ik.”

Hij neemt een teug van de Beerenburg maar zijn Friesche pijp komt niet tevoorschijn. “In de tuin rook ik nooit”, zegt hij als ik daarover mijn verwondering uitspreek. “Ik vind het niet prettig als de rook in mijn gezicht komt en ik zou het niet kunnen verkroppen als een vonk uit mijn pijp de oorzaak is van brand. Kijk nou toch eens, die vlinders. Je zou toch niet willen dat ze het slachtoffer werden van vuur? Zo mooi en zo prachtig: koolwitjes, atalanta’s en al die andere. Je kunt ze herkennen door kleur en vleugeladering. Er zijn 16000 soorten vlinders maar bij elke soort lopen de aderen weer anders.” De bewondering lijkt hem nu te overvallen en dat betekent bij Kommer stilte.

“Aristoteles had gelijk”, zegt hij even later. “Als je probeert alles gelijk te maken, benadruk je het negatieve van de verschillen want waarom zou je iets moois en goeds ongedaan willen maken? Ik hoor steeds meer van die mensen die beweren dat andere gewoonten en uiterlijk een teken zijn van achterlijkheid. Waar halen ze dat vandaan? Je bent pas achterlijk als je met andere volkeren en culturen niet om kan gaan. Ik zou willen dat we een neger weer gewoon “neger” noemen en een indiaan “indiaan.”De verschillen tussen hen en ons behoren we te koesteren en te zien als teken van gelijkwaardigheid. Mensen zullen nooit gelijk zijn, alleen gelijkwaardig en dat is eigenlijk veel mooier.”

De oude en wijze politicus grijpt mijn schouder stevig vast in een poging overeind te komen en de “stront” te verlaten. “Het gaat allemaal niet soepel meer maar is het niet mooi dat we bij al onze verschillen elkaar van dienst kunnen zijn?” Hij steekt zijn hand lachend uit om mij te helpen bij het opstaan. Nodig is dat niet maar ik neem hem toch graag aan.  “Kom, we nemen er nog één, op het terras. Dan krijg je een mooi panoramisch beeld van al die verscheidenheid”, nodigt hij me uit. Dat lijkt me een prima idee. Een gevoel van tevredenheid bekruipt me, nu ik zo over het landgoed uitkijk. Toch wrikt er nog iets. Ik zopu willen weten wat Kommer niet wilde zeggen maar het lijkt me geen goede vraag. Kommers openheid is karakteristiek voor hem. Daar moet je geen misbruik van maken.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

Service

 

www.dewaarheid.nu

www.forum.bnn.nl

www.gebladerte.nl

www.suriname.nl

www.maghreb.nl

www.tofikdibi.hyves.nl

Beerenburg en Beerenburger

dhp150.jpg

Hij heeft er nooit naar gestreefd maar wel eens aan gedacht. Kommer heeft geen bul, geen doctors- of zelfs maar een doctorandustitel. Wat hij wel heeft gehad was een gedegen opvoeding met veel discussies, de noodzaak tot haarscherp analyseren om niet ten onder te gaan in het familiedebat en een goede vooropleiding. Kommer is Latinist en student van het oude en nieuwe Grieks. Ja, hij kan dan ook over van alles en nog wat meepraten en heeft vaak meteen door waar een wetenschappelijke term op slaat. Vanwege zijn opleiding met klassieke talen dus.

Nu spreek ik nooit Latijn of Grieks met hem. Het zou de interviews onnodig ingewikkeld maken. Alleen een enkele keer valt er een klassiek, Latijns of Grieks woord zoals “gnautè seauton”, ken uzelve. Dat was het geval in het vorige interview toen het over imago ging. En deze keer kom Kommer het ook weer niet laten maar dat zal nog blijken.

We hebben nuj toch maar permanent gekozen voor gesprekken in de studeerkamer. Daar heeft niemand last van ons en, wat belangrijker is, wij hebben last van niemand. Hier is niet het “meisje” of ander personeel uit de werkruimten, waartoe bij Kommer ook de slaapamers behoren. Ja, hij heeft een wat getormenteerde relatie met het andere geslacht, in casu zijn vrouw. “Lief maar vrouw”, zegt hij wel eens maar ik mag daarover met niemand praten en daarom zet ik het maar op mijn weblog.

“Ja, wij waren in mijn tijd bijna allemaal klassiek geschoold, voor kortere of langere tijd”, zegt Kommer. Met dat laatste geeft hij aan dat lang niet iedereen zijn of haar gymnasiumopleiding heeft afgemaakt. “Daardoor praatten we wel allemaal zo ongeveer op hetzelfde niveau. Dat maakte de discussies in de fractie spannender en gemakkelijker. Je hoefde niet steeds van alles en nog wat uit te leggen aan fractiegenoten. Helaas, in mijn tijd sloeg het verval al toe.” Hij zet nu op het bijzettafeltje dat alweer middenin de kamer is blijven staan, een kruik en een fles. “Beerenburg en Beerenburger”, zegt hij waarbij hij bij het laatste woord bijna automatisch een toon van misprijzen laat horen. “Beerenburg, wat wij hier altijd drinken, is het echte spul. Beerenburger is namaak”, legt hij kort en goed uit. Zo heb je ook echte politici en namaak. Moet ik er één noemen? Nou, dan hoor je vast de naam van Wilders graag. Het kan best zijn dat hij heeft gestudeerd want dat heeft bijna iederen tegenwoordig. Gestudeerd maar niets begrepen.” Hij draait de dop van de kruik met Beerenburg af. “Laten wij ons maar bij het echte spul houden.”

“Maar het is toch niet de bedoeling om alleen maar zeer gestudeerde heren in het parlement te hebben zitten”?”werp ik tegen. Over vrouwen begin ik maar niet eens meer. Kommer schudt zijn hoofd. “O nee, dat hoeft echt niet maar ze moeten wel begrip en stijl hebben. Niet alleen in het parlement maar ook in Provinciale Staten en de gemeenteraad.” Hij kijkt nadenkend in zijn glas Beerenburg alsof hij iets boven het vocht uit wil toveren. Alsof hij bezig is de toekomst erin te lezen.

“Begrip en stijl”, herhaalt hij. Dan draait hij zich om in zijn stoel en wijst hij op de wajangpoppen. “Kijk, jij hebt je natuurlijk al lang afgevraagd wat die poppen doen in de werkkamer van een echte Friese politicus. Dat komt doordat je weet dat het wajangpoppen zijn. Ik maak me sterk dat Wilders ze nog niet kan onderscheiden van Jan Klaassen en Katrijn. Laat staan dat hij weet hoe het wajangspel gespeeld zou moeten worden. Die man heeft geen begrip en al helemaal geen stijl. Dat komt door zijn absolute gebrek aan culturele achtergrond.”

Ik begin wat onrustig te schuiven in mijn stoel. Niet dat ik Wilders een sympatieke man vindt maar één vraag begint mij te bekruipen. “Hoe weet u dat zo zeker?”vraag ik nieuwsgierig. “Ervaring jongen”, is het antwoord. Hij pauzeert even om zijn eerste pijp van de middag te stoppen, nog al laat voor zijn doen maar het komt er toch weer van. Nou ja stoppen, de oude.,wijze politicus staart meer voor zich uit terwijl hij speelt met het tabakszakje en de pijp. “Ervaring”, gaat hij weer verder. “Je kunt het zien aan de manier waarop mensen reageren. Onkunde, gebrek aan inzicht en levenswijsheid openbaren zich allemaal in het gedrag van mensen. Ik zal je een voorbeeld geven.” Deze keer maakt hij echt werk van het stoppen van zijn pijp en dat laat hij volgen door er onmiddellijk de brand in te steken. 

“Het was in de dagen voor mijn laatste zomerreces toen ik een vergadering meemaakte waarin één van de collega’s, van een andere partij, een vraag stelde. Nu kon je je afvragen of hij de meest zorgvuldige formulering had gekozen maar een logische vraag was het in mijn ogen wel. Zeker tweederde van de kamer gierde het uit van de pret omdat ze de vraag als “dom” beschouwde. Ik niet. Ik had vroeger een reeks van onderwijzers gehad die me altijd hadden bijgebracht dat het stellen van een vraag nooit dom kon zijn. Als je vraagt heb je eerst bedacht wat je weten wil. Dat is toch mooi? Daarna heb je bedacht hoe je erachter moet komen. Nog veel mooier. Als je niks vraagt, weet je alles al of denk je niet. Ja en dat eerste, daar is nog niemand aan toe. Wie geen vragen stelt is dom.

Kijk, dat gedrag toont gebrek aan stijl en begrip, te weinig inhoud. Wie liever een ander uitlacht dan vragen stelt, kan beter zijn mond houden.`Hij zucht `Quod licet Jovi, non licet bovi`, wat aan god is toegstaan, is nog niet toegestaan aan het rund. Niet iedereen heeft zo maar het recht anderen te vertegenwoordigen.´Haast wanhopig schudt hij zijn hoofd.  `Echt iets voor de nadagen van mijn werk als volksvertegenwoordiger. Weet je”, hij staat op uit zijn stoel. “Het is één van de redenen waarom ik blij ben geen politicus meer te zijn. Ik zou er niet meer tussen passen. Het niveau van bestuurders en politici, praat me er niet van.”

“U klinkt bitter”, merk ik op maar Kommer schudt zijn hoofd en hij krijgt zelfspretoogjes. “O nee, nee, dat ben ik niet. Ik weet zeker dat de drang naar stijl en begrip zal terugkeren. Misschien is het al wel weer aan het terugkomen.” Dan wijst hij op de biedermeierkast. “Kun je schaken?” “Maar natuurlijk”, mijn stem moet hem wel héél verbaasd in de oren klinken maar dat laat hij niet merken. “Kom we spelen een potje op niveau”, glimlacht hij flauwtjes en hij legt bord en stukken op het tafeltje tussen ons beiden. “Al spelend de hoogte krijgen”, lacht hij nog.

 

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

Service

www.staatvanhetbestuur.nl

www.senate.be

www.lachambre.be

www.tweedekamer.blog.nl

www.spiritvoorgent.blogspot.com

www.amstelveen.blog.nl

l

Ich bin ein Beerenburger

kris_roose_zelfbeeld.jpg

Het is altijd weer een genoegen om bij Kommer de oprijlaan in te rijden. De hoge populieren langs het pad, de zwarte en witte zwanen op de vijver voor het huis, het herenhuis zelf met een bos als achtergrond en ook de alledaagse eerlijkheid van het weiland met koeien naast de deur. Sommigen hebben wat schroom om zelfs maar een voet binnen het hek van het huis te zetten. Ik niet, van meet af aan heb ik me hier thuis gevoeld zonder heimelijk te hopen dat ik straks als huisvriend het hele vastgoed zou mogen erven. De vier dochteren en drie zonen van Kommer zouden daartegen zeker in opstand komen. Ja, Kommer heeft z’n best gedaan en dat zal het erfgoed straks jammerlijk versplinteren maar daarvan heeft de oude, wijze politicus geen spijt. Hij geniet.

Vandaag staat hij zelf op de hoge stoep voor het huis, compleet met wandelstok en plusfours, of drollenvanger zoals mijn moeder dat noemde. Kommer ontvangt vandaag familie uit de hele wereld en daarop heeft hij zich gekleed: plusfours in beige corduroy, zwarte instappers met gesp, Engelse sportkousen met ruit, tweed jasje dat zijn oorspronkelijk hoge kwaliteit nog net verraadt, vest in dezelfde kleur, lichtblauw overhemd met donkerbruine strepen en een vloekende choker. Dat laatste hoort bij de adelijke stijl die Kommer handhaaft hoewel zijn vader gewoon schapenboer was.

Kommer wijst op het hoektorentje aan de linkerkant van de voorgevel. “Mijn trots”, zegt hij en dat is te zien want de Friese vlag wappert op top. “Dit is het enige gewone herenhuis met een hoektorentje in deze streek”, laat hij erop volgen. Ik ben blij dat ik het heb kunnen kopen.” Dan houdt hij de voordeur ietsje voor me open. “Ik wilde me nog verontschuldigen voor gisteren. Ik heb me geloof ik een beetje teveel laten gaan. Dat past niet zo bij me.” Voor het eerst merk ik een soort schaamte in zijn stem en ik kan een glimlach niet onderdrukken en die geef ik daarom maar meteen een charmante glans. “U bent uzelf in uw gesprekken”, zeg ik. “Dat maakt het mij aantrekkelijker en gemakkelijker. Wat zal ik klagen?” Kommer reageert nauwelijks maar wijst wel weer de weg naar de studeerkamer. “Beneden wordt alles in gereedheid gebracht voor de ontvangst van vanavond”, zegt hij. “Gelukkig heb ik boven nog een goede Beerenburg staan.”

De kamer staat er nog net zo onaangeroerd bij als gisteren alleen is het kleine bijzettafeltje in het midden blijven staan. Ik zoek mijn fauteuil met werkelijk goddelijke zit weer op en pas nu valt me de serie wajangpoppen naast de Biedermeierkast op. Misschien nog eens iets voor een volgend gesprek. Als de glazen zijn gevuld en ook Kommer zit, lanceer ik meteen mijn eerste vraag. “U heeft het imago van onkreukbaarheid. Is dat iets dat u ook altijd heeft nagestreefd?” Kommer glimlacht. “Imago, jongeman, ja dat is een heel verhaal. Laat ik je dit vertellen: ieder goed imago berust op onkreukbaarheid. Dat wil zeggen dat je jezelf bent en zo hoort het ook Ja, als je méér dan een beetje verliefd bent op je zelf, dan krijg je vanzelf een goed imago. Daar zit hem ook de kneep. Veel mensen weten niet wie ze zijn en kunnen dus ook niet verliefd zijn op zichzelf, ook in de politiek. Dan zijn er kunstjes nodig om het nog wat te laten lijken.”

Imago is een woord dat de laatste jaren erg opgeld heeft gedaan en volgens mij is het afkomstig uit de autohandel. Als een auto wordt afgeleverd, moet ze perfect zijn gepoetst. Dat leidt af van onvolkomenheden en eventuele gebreken. De klant moet zijn hormonen in de oren horen suizen als het automobiel voor hem staat. Ja zeker, het is een vorm van lustbeleving.” Kommer verschuift naar het puntje van zijn stoel. Het onderwerp heeft hem helemaal te pakken.

“Sommigen denken dat imago een soort, een soort , hoe zal ik het zeggen?”Zijn hoofd begint rood aan te lopen van opwinding. “Een soort psychische boerka is. Je verbergt jezelf om iets anders te laten zien. Helemaal fout!” Hij zoekt even met zijn handen in de zakken van zijn jasje en vest. “Waar heb ik mijn pijp nu toch gelaten? Ik heb hem toch niet beneden laten liggen met al die drukte?”Verontschuldigend steekt hij zijn hand op.”Wacht even, even naar de keuken bellen of ze hem zoeken. Zonder pijp ben ik niets.” “Uw pijp hoort bij uw imago”, lach ik adrem maar de oude, wijze politicus schudt zijn hoofd. “Nee, nee, die pijp dat ben ik. Dat is nu juist het misverstand. Je imago hoort voor 99 procent te bestaan uit  eigen persoonlijkheid, je identiteit. Ja, ja, ik merk aan je, meneer de journalist, dat je je ook al overgeeft aan het hedendaagse geloof aan kunstjes en flauwekulletjes.” In een paar woorden geeft hij door de huistelefoon orders aan “het meisje” om zijn pijp te zoeken. Dan legt hij neer en neemt hij een slok Beerenburg. 

“Een goed imago valt zelfs helemaal samen met je identiteit, dat is degene die je werkelijk bent met al je liefdes en angsten of voorkeuren. Omdat iedereen wel iets te verbergen heeft of niet aan de Friesche klok wil hangen (een ondeugende glimlach om deze kwinkslag speelt nu om zijn lippen) hebben we wat poetswerk nodig maar dat mag niet meer dan één a twee procent zijn.  Persoonlijk vind ik twee procent al veel.” Even pauzeert hij voor een nieuwe slok. “Kijk, alles wat je hier om je heen ziet, dat ben ik. Er is in deze omgeving niets te vinden dat mij tegenstaat. Ik voel me hier thuis. Natuurlijk, mijn identiteit en dus mijn imago zijn veranderd in de loop van de jaren. Daaraan valt niet te ontkomen.”

Kommers ogen dwalen de kamer rond maar in werkelijkheid is hij op zoek naar het verleden. “Vroeger, o vroeger was ik sportief. Ik hockeyde en reed paard. Mijn vader had twee paarde op de boerderij dus dat was gemakkelijk. Ik zat achter de meiden aan maar ik studeerde ook hard. Dat heeft me gebracht waar ik ben. Nu niet meer, nu zit ik anderen achter de broek om hard te werken. Waar blijft het meisje nou toch?”

De deur van de kamer zwaait open en een achttien- of negentienjarige schoonheid in zwart jurkje en wit schortje en ahndschoentjes komt binnen. “Uw pijp meneer”, zegt ze al bij de deur. “Ja, geef maar even hier meisje”, Kommerw enkt met zijn rechter hand. “Dank je wel.” Het meisje werpt een beetje een verontschuldigende glimlach in mijn richting, zoiets van “zo gaat het hier nu eenmaal”. Nog voor ze de deur uit is, zit Kommer zijn pijp te stoppen.

“Imago heeft alles te maken met de dingen waar je van houdt in het leven. Het gaat om bewondering, zorg, liefde, hoop, genoegens en noem maar op. Die, hoe heet hij alweer, Pim was z’n voornaam…””Pim Fortuyn bedoelt u misschien?”probeer ik. “Kommer knikt hevig. “Juist ja, die ja, die Pim ;iep te koop met zijn seksuele voorkeuren. Dat had hij goed geaien omdat seks tegenwoordig belangrijker is dan wat dan ook. Hij meende alles wat hij daarover zei, hij maakte duidelijk waarvan hij hield. Hij hield ook van het debat en de spanning die daarin zat. Daarom kon mijn goede vriend Ad Melkert er niet tegenop. Die zat met zijn hoofd in de dossiers en rapporten. Zijn imago heette “archiefkast” en dat is niet iets waar je van kunt houden. Dat wil niet zeggen dat je niet het grootste gelijk van de wereld kunt hebben, snap je?”

Ik denk dat ik het snap. Kommer praat snel en heftig en mijn pols begint zeer te doen van het noteren. “Je drinkt niet, jongeman”, merkt hij op. “Smaakt de Beerenburg niet? Nou ja, die vraag kun je natuurlijk niet beantwoorden als je niet drinkt. Kom, neem een slok, dan houd ik even mijn mond”, zegt hij luchtigjes toe. Ik maak daar gebruik van om mijn hand in elk geval even een andere beweging te laten maken. Misschien moet ik toch maar eens zo’n klein opnameapparaatje kopen!

Kommer schenkt zichzelf nog eens in en zakt met zijn glas in de hand terug in zijn stoel. “Imago is liefde. Je moet de mensen laten geloven dat er één of twee dingen zijn waarvan je houdt. Dat lukt alleen maar als het ook werkelijk zo is. Alleen maar varen op je gevoel voor rechtbvaardigheid, daar red je het niet mee. Nee, er moet iets zijn zoals Beerenburg, hoewel alcohol niet echt een goed middel is. Beter kun je gek zijn op je paard of je hond, op lekker eten, op je vrouw en kinderen, natuurlijk op het werk dat je doet en op de schilderijen van een bepaalde schilder, iop het oude mannetje dat elke dag bij de poort van het Binnenhof zit en noem maar op. Je moet aan het publiek laten zien dat er iets is in de wereld waarmee je je emotioneel hebt verbonden. De tedere opmerking of het zachte gebaar doet het daarbij altijd beter dan geschreeuw, tranen of gejank.” Over Kommers gezicht trekt een zweem van afschuw bij het woord “gejank”. Hij is weer helemaal naar voren geschoven en op het voorste puntje van zijn stoel komen zitten en kijkt mij doordringend aan. “Begrijp je echt wat ik bedoel?” vraagt hij langzaam terwijl hij op de steel van zijn pijp sabbelt…

“U bedoelt dat een imago alleen mar werkt als je het zelf bent, als je zelf je boodschap bent geworden”, vat ik wat filosofisch samen. Voor Kommer is die filosofie geen probleem. Hij houdt van nadenken. “Dat klopt helemaal. Wie leider is van een liberale partij, moet de ruimhartigheid aan zijn gezicht zijn af te lezen.” Kommer pauzeert om zijn volgend woorden extra indruk te laten maken.  “Niet omdat hij dat zo geleerd heeft, maar omdat hij de ruimhartigheid in persoon is. Jahaa, eigenlijk is de boodschap: straal je zelf uit maar stráál het ook echt uit. “Wat dat betreft heeft de VVD het wel heel moeilijk met de keuze tussen de vleesgeworden bekrompenheid en het schooljochie dat bang is dat hij het in z’n broek zal doen.”

Kommer begeleidt mij naar de deur en zwaait loopt zelfs mee naarbuiten. “Kijk zegt hij, ik ben blij dat ik ben wie ik ben. Stel je voor dat ik op een tweekamerappartement, vier hoog had gezeten. Met zo’n imago kom je nergens.” Bij het wegrijdenzie ik nu ps het opschrift op de groene brievenbus aan het begin van de oprijlaan: “Ich bin ein Beerenburger.”Een karakteristiek grapje voor Kommer.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 Service

www.imagotest.nl

members.home.nl

www.lichaamstaal.nl

gezondheid.blog.nl

blogger.xs4all.nl

http://www.wilgje.net

Beerenburg blijft Beerenburg

fr_vlag.gif

Kommer aait zijn kleine, grijze sikje en kijkt om zich heen alsof hij de horizon afzoekt. “Deze keer moeten we uitwijken naar mijn studeerkamer”, zegt hij trots. “In alle keukens van het huis heerst chaos want de schoonmakerij is uitgebarsten”, lacht hij. Dan steekt hij een vinger omhoog om aan te geven dat de Friese profetie een aanvang neemt. “Maar gelukkig hebben we de Beerenburg en twee glazen hier”, met een knikje verwijst hij naar het kleine bijzettafeltje naast de leren fauteuil bij de erker aan de zijkant van zijn huis. “En kijk, zegt hij terwijl hij met zijn vinger de muren aanwijst. “Alle wanden hebben hier de kleur van de windrichting: het donkerblauw van het noorden, het rozerood van het oosten, het geel van het zuiden en het rood van het westen. Daar voel ik me bij thuis”, de tevredenheid in zijn ogen kan mij onmogelijk ontgaan.  Het is duidelijk dat hij wat emotioneel raakt en hij legt zijn pijp weg, naast het kruikje Beerenburg.

Hij schuift het tafeltje met het kruikje Beerenburg meer naar het midden van de kamer en wijst mij een leren fauteuil met kussen. “Als je het niet wilt, leg je het maar naast de stoel hoor jongeman”, glimlacht hij. “Je wilde het hebben over waarden en normen? Mijn favoriete onderwerp, hoewel er veel teveel over gepraat wordt de laatste jaren!” Hij vouwt zijn handen in elkaar en staart even naar het plafond. “Weet je, al dat gepraat heeft nog steeds niet duidelijk gemaakt over welke waarden en normen we het eigenlijk hebben. Het lijkt een soort herstelbeweging en die hebben we in de loop van de tientallen jaren méér dan ééns gehad.” Met elk woord stampt hij de tabak in zijn Friesche pijp verder aan. “Vóór de Tweede Wereldoorlog had je Nationaal Herstel, een clubje dat het liefst lijfstraffen zou hebben ingevoerd. Dat is gek hè? Mensen die over waarden en normen beginnen, willen altijd allereerst straffen. Alsof waarden en normen er met de zweep in te ranselen zijn. Nou, ik zeg altijd: ‘ze zijn er eerder uitgeranseld dan erin’. Wie zware straffen uitdeelt, laat zien over weinig waarden en normen te beschikken.” Ik verschuif even in mijn fauteuil want mij bekruipt het onrustbarende gevoel dat we het vandaag ééns worden.

“Maar u moet toch toegeven dat veel jongeren in de bus niet eens meer opstaan voor ouderen”, probeer ik. “En die vechtpartijen bij het voetballen… .”Er tekent zich iets van irritatie af in het gezicht van de oude en wijze politicus en dus stop ik mijn betoog haastig. “Kijk eens, jongeman”, zegt Kommer terwijl hij een glas Beerenburg voor mij inschenkt. “Ik heb al eens eerder gezegd dat je niet teveel naar voor de hand liggende zaken moet wijzen. Natuurlijk, jongeren blijven steeds vaker zitten, niet alleen als een oudere graag een zitplaats zou willen hebben maar ook als er een zwangere vrouw moet staan of iemand met zijn been in het gips.” Deze keer giet hij een flinke slok Beerenburg naarbinnen en nadenkend blijft hij naar het fraai, compleet met engeltjes en sierlijsten, gestuukte plafond staren. Dan springt hij overeind alsof hij zich plotseling iets bedenkt. Met grote stappen beent hij naar de vleugel die de andere helft van de kamer bevolkt.

“Een echte Bachmann van 1897”, zegt hij onderwijzend en hij neemt plaats achter het instrument. “Met een half octaaf extra zodat je er stukken op kunt spelen die niemand uit zijn Japanner in de doorzonwoning haalt.” Zijn armen zweven nu ver omhoog alsof er sprake is van levitatie en met kracht raken zijn handen de toetsen. Soepel en liefdevol maar ook helder en onverzettelijk begint hij aan de beroemde fuga van Bach. Zijn  handen vliegen steeds weer van links naar rechts, soms hoger dan een zwaluw over de akkers. Zijn zit is stevig en toch meegaand, de ervaren ruiter van een Friesche hengst laat zich hier kennen. En dan…houdt hij even plotseling op als hij is begonnen. Als een leraar stelt hij zich op achter het instrument. “Weet je wat zo mooi is van het klavier?”vraagt hij maar op het antwoord wil hij overduidelijk niet wachten. “Alle toetsen, alle tonen, liggen keurig in het gelid. Het klavier is het enige instrument dat ze allemaal op een rijtje heeft.” Hij wacht even om te zien welke uitwerking zijn woordgrapje heeft maar ik hoor het nauwelijks omdat ik zijn betoog wil volgen.

“Het klavier heeft die structuur niet door het te slaan en te schoppen maar doordat het zo is gemaakt door de klaviermaker. Ik bedoel nu niet de Grote Klaviermaker die de muziek in ons aller leven brengt maar gewoon, de man in het atelier.”Het is de pianist die er mooie, harmonieuze klanken uithaalt door de juiste toetsen en combinaties aan te raken. Niet door de toetsen aan stukken te rammen of eruit te trekken.” De oude, wijze politicus lijtk bijna helemaal buiten adem door zijn gloedvolle betoog maar hij heeft nog lucht genoeg om terug te benen naar zijn zetel en een slok Beerenburg weg te werken.

“U bedoelt dat structuur, waarden en normen een gevolg zijn van vorming en opvoeding?” vraag ik, overweldigd door een vlaag van wat ik zelf beschouw als verlicht denken.  “Heel juist!” is het absolute antwoord. “En er zijn middelen genoeg. Ooit is het onzalige idee ontstaan dat spelling, zinsontleding en woordbenoeming, jaartallen en topografie niet belangrijk waren. De profeten die zulke onzin verkondigden, begrepen niet het wezenlijke belang ervan. Uiteindelijk gaat het niet om een vlekkenloze spelling. Het gaat erom jongeren en kinderen de structuren in het leven te laten zien. Toon aan dat het leven structuur heeft en ze gaan er zelf ook naar verlangen.” Kommer klakt met zijn tong en kijkt opnieuw naar het plafond. “Want structuur is mooi, kinderen willen niets liever. Ze zijn allemaal gek op uniformpjes, zoals blijkt uit de padvinderij, de communistische jonge pioniers en helaas ook de Hitler Jugend.”

Bijna uit het veld geslagen ben ik door zoveel verbaal geweld en ik ga zelfs verlangen naar een glas Beerenburg maar daarop hoef ik gelukkig niet lang te wachten. Kommer staat al klaar met de kruik in de hand en ik knik ja.  Er “bekruipt” mij een vraag maar ik weet niet meer of ik er wijs aan doe om haar te stellen. Toch kan ik mezelf niet bedwingen. “Maar het is toch goed om opgeschoten jongeren in het gareel te krijgen, te corrigeren, bij te sturen?” De oude, wijze politicus kijkt somber voor zich uit. “Bijsturen? Ja, maar in welke richting? Toch niet de kant op van die idioot met zijn Joods-Christelijke waarden en normen of cultuur?”

Het schuim staat hem nu bijna op de lippen. Zelden heb ik Kommer zo kwaad en opgewonden gezien. “Hier in Friesland hebben we geen behoefte aan herstel van waarden en normen. En Joods-Christelijk? Dat is toch echt de verbastering van elke cultuur in dit land. Ik heb wel eens iemand gezien die een Joodse, zevenarmige kandelaar in de vesnterbank had staan. En Christelijk? Onze grootste dominee, Domela Nieuwenhuis, was een rode rebel! Wat nou Joods-Christelijk. Het is mij wel eens opgevallen dat die mannen van het herstel allemaal uit het zuiden van dit land komen. Dat ligt tegen België aan waar je kunt zien wat er van komt als je je waarden steeds weer moet herstellen.”

Kommer loopt rood aan en het is duidelijk dat hij zijn gewoonlijke zelfbeheersing tijdelijk overboord heeft gezet. “Het begint al bij de grote rivieren waar ze de waarden onder water laten lopen terwijl wij de warden juist droog houden. Trots en fier met de vlag van blauwe en witte banieren en rode harten in gedachten. Juist nu onze minister van cultuur denkt dat Friesland en sprookje is. Normen en waarden! Kijk eens naar onze parlementariërs die over niets anders kunnen praten dan over katten, muizen en koffiezetapparaten in hun kamers. Stijl en smaak, respect en trots. structuur, daar gaat het om. Niks herstel. herstellen doe je met stoplappen!”

Kommer is uit zijn stoel overeind gesprongen en begint spontaan de eerste regels van het Friese volkslied te zingen terwijl hij zijn glas Beerenburg hoog opheft:

Frysk bloed tsjoch op! wol no ris brûze en siede,
En bûnzje troch ús ieren om!
Flean op! Wy sjonge it bêste lân fan d’ierde,
It Fryske lân fol eare en rom.

Ik zie zelfs een enkele traan over zijn wangen biggelen. Het interview is, dunkt mij, afgelopen.  

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

 Service

www.waarden.org

www.sociaalemotioneel.nl

www.collegenet.nl

www.jongebazen.nl

www.cinner.com

www.woordenboek.writersblock.net

www.henkblanken.nl

www.drf.nl/kunst/volkslied/volkslied.htm

Bedrog en Beerenburg

lammetje.jpg

Kommer Sybenga schrikt op als ik zijn woonkamer binnenkom. Hij is net de horizontale stand van zijn relaxfauteuil aan het uitproberen en zoiets doet hij liever zonder publiek. `Aha, bent u daar al, op dit vroege uur?` vraagt hij om zichzelf een houding te geven. `Ik neem aan dat u om te beginnen liever capuccino wilt dan Beerenburg? Mij maakt het niet uit. Ik drink alles door elkaar, de hele dag door. Zelfs karnemelk.´

Zijn ogen twinkelen van zelfspot maar de stand van zijn wenkbrauwen wijst op ernst. `Ik meen het`, hij rekt een stuk van de huis van zijn rechter arm op. `Kijk maar, karnemelk is goed voor je huid. Vooral als hij uit Friesland komt.` Ik geloof hem graag en laat hem nog even met zijn stoel stoeien terwijl ik bevestig dat ik graag capuccino lust. Na wat gehannes heeft de oude, wijze politicus de rugleuning van zijn stoel weer rechtovereind. `Teveel knoppen`, glimlacht hij. Het is voor het eerst dat ik enige verlegenheid in zijn ogen bespeur.

`Bedrog`, begint hij terwijl hij zijn capuccino tot koud wordens toe roert. `Ja, hoe zal ik het zeggen`, even staart hij naar de koffie alsof hij toch liever een Beerenburg had gehad en dan lijkt hij zich iets te herinneren. Van het tafeltje naast zijn stoel pakt hij zijn Friesche pijp en uit een zeemleren zakje begint hij die met tabak te vullen. `Bedrog, jongeman, is een veel gehoord woord in de politiek. Kiezersbedrog, bedrog van bondgenoten, en bedrog van het publiek. Ik heb er ook mee te maken gehad. Kijk, zelden gaat het om echt bedrog. Haast niemand weet dat alleen een dictator precies helemaal kan doen wat hij vantevoren heeft beloofd. En zelfs, dan nog… Je hebt bij alles wat je doet te maken met anderen, anderen die vooral bezig zijn blokkades op te werpen voor alles wat je wilt. Als er één ding is waarin mensen goed zijn, dan is het tegenwerking. Als je eigen ideeën uit de mond van de andere partij komen, dan zijn ze volslagen onuitvoerbaar`, snap je wat ik bedoel?`

`Maar ik dacht altijd dat een politicus in zo´n geval zei dat de tegenpartij zijn ideeën had overgenomen?´ werp ik tegen. Kommer steekt zijn pijp aan en blaast een paar grote rookwolken voor zich uit. Een rookgordijn waarachter zijn gezichtsuitdrukking nauwelijks is te zien. `Je moet de taal der politiek leren verstaan, jongen. Je bent toch politiek journalist?`Zij stem lijkt nu zelfs een beetje geërgerd te klinken maar als de rookwolken optrekken  is van die ergernis op zijn gezicht niets meer te zien. `Als een politicus zegt dat de tegenpartij zijn idee heeft overgenomen, dan ziet hij kans er verbeteringen in aan te brengen. Het is verdomd vervelend als de tegenpartij met jouw paradepaardjes beginnen te draven. Dat kan je alleen  tegengaan door ze zelf tot galop aan te zetten. Je gaat dus opnoemen wat je aan de voorstellen van de tegnstander mist, zelfs als je daaraan vantevoren nooit had gedacht.`

De oude, wijze politicus krijgt nu een ironische trek op zijn gezicht. `Dat heet bijsturen. Je gebruikt de voorstellen van de tegenpartij om een wetswijziging door te drijven die beter is dan je eigen idee. Daarbij moet je er voor zorgen dat je aan het publiek goed duidelijk maakt dat jij voor verbeteringen hebt gezorgd. Ja, ja, je dacht zeker dat politiek alleen maar een beetje uit slappe praatjes bestond. Nou, helemaal niet hoor. Het is gewoon hard werken en vooral masseren. En kijk, als je erin bent geslaagd om jezelf te presenteren als kampioen van het voorstel, dan krijgt de tegenstander te horen dat hij de kiezers heeft bedrogen. Hij had er voor zijn partij best méér uit kunnen halen.` Kommer lijkt heel tevreden over die analyse. Hij inhaleert twee keer na elkaar en blaast zelfs kringen in de lucht.

Een beetje beteuterd zit ik wel voor me uit te staren. `Maar dan gaat het niet om bedrog maar om onhandigheid`, mijn woorden komen er wat traag en twijfelend uit. Kommer knipoogt. `Ik denk dat je zolangzamerhand rijp begint te worden voor een post als premier`, grijnst hij. `Nog een capuccino?` die vraag komt er aanmerkelijk trager uit dan het“nog een Beerenburg?` van gisteren maar ik besluit toch `ja` te zeggen. `Kijk nu eens naar onze Jan Peter´, vervolgt hij nadat hij de order heeft doorgegeven aan `de keuken`. ´Bijna was het misgegaan met dat hele Irakverhaal. Bijna had hij ten overstaan van het hele volk moeten toegeven dat hij uit gretigheid maar al te graag Bush´zijn lariekoek heeft geloofd. Echt, het was niets dan jeugdige gretigheid en goedgelovigheid.`Kommer krijgt er pretoogjes bij.

`Hoe handig heeft die man nu de pionnen geschoven? Zodra de uitslag van de laatste parlementsverkiezingen duidelijk was, zag hij in dat het kabinet moest gaan bestaan uit CDA, CU en PvdA. Vooral die laatste. Met de sociaaldemocraten binnenboord, zou hij een vervelend onderzoek naar zijn onbenullige gedrag rond Irak kunnen voorkomen. En hij had gelijk. Meteen kwam de PvdA als ongeloofwaardig in het beklaagdenbankje terecht. Voor de lieve vrede kiest de partij ervoor om tegen zo´n onderzoek te stemmen terwijl ze daar eerst volmondig op heeft aangedrongen. Dat is geen bedrog. Het is onhandigheid en gretigheid, eigenschappen die voor een politicus niet passen. Eigenschappen die de politicus in de weg zitten bij zijn pogingen om zijn beloften na te komen (Kommer spreekt altijd alléén over manlijke politici, de rest vindt hij onzin. Het zij zo). Eigenlijk hoef je als tegenstander alleen maar die eigenschappen op te wekken, dan weet je zeker dat de tegenpartij de mist ingaat en dat geeft je de kans om de buit binnen te halen, vriendelijker gezegd `je beloften na te komen`.

De pijp is uit en het verhaal ook. Kommer staat op en de rugleuning klapt nu helemaal in verticale stand. `Het is mooi om politicus te zijn maar wie eerlijk is tegenover zichzelf, vindt het nog mooier om oud-politicus te zijn`, hij glimlacht deze ochtend op een manier die ik niet helemaal vertrouw. `Tot morgen, jongeman“, hij steekt mij ferm en fors de hand toe.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service

www.schoolplaten.nl

www.lichaamstaal.nl

www.eerlijkuden.nl

www.personeelslog.nl

kathalijnebuitenweg.hyves.nl

vrouw.blog.nl