
Wat een blunder! Ons ministerie van Buitenlandse zaken geeft miljoenen subsidie aan een Iraanse radiozender waarvan het democratische gehalte discutabel is, misschien zelfs wel pro Ayatolla. En dat allemaal om de Iraanse jongeren een hart onder de riem te steken. Het zoveelste voorbeeld van onzinnige inmenging.
In de negentiende eeuw zetten gegoede burgerdames in Groot-Britannie zich in om wollen onderbroekjes te breien voor de naaktlopende negerkinderen in Afrika. Zij hadden de beste bedoelingen en wilden `die onderontwikkelde wilden` in de jungle graag de helpende hand toesteken. Ja zeker, het bedekken van de schaamdelen is een essentieel onderdeel van het christelijk geloof hoewel Jezus het er bij mijn weten nooit over heeft gehad.
Een vorm van solidariteit dus. Nu heb ik twee columns geleden gesproken over de internationale solidariteit die hoort bij het ware socialisme. Als onderscheid ten opzichte van het Nazisme. Maar hoe zie ik dat nu, die internationale solidariteit? Wat moeten we ermee? Nou, dat valt nog wel tegen.
Eerlijk gezegd spreekt internationale solidariteit me wel aan. Als wereldburger met een redelijk Nederlandse identiteit (ik spreek de taal aardig en ken de cultuur redelijk) vind ik dat we solidair moeten zijn met iedereen in de wereld. Uiteindelijk zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. Wie probeert een ander uit dat schuitje te gooien, verdient het om in zijn kraag gepakt te worden.
Internationale solidariteit is zolangzamerhand niet meer het monopolie van socialisten. Ook allerlei christelijke groeperingen hebben zich er meester van gemaakt en met z´n allen maken we er een aardig potje van. Die solidariteit komt er vaak op neer dat wij onze cultuur, levenswijze en vooral politieke verhoudingen willen opdringen aan volkeren die daar geen band mee hebben. Waarom? Soms omdat we denken dat onze maatschappij de prettigste leefomgeving biedt voor iedereen. Heel vaak ook uit doodgewoon eigenbelang. Een democratische, open samenleving biedt ons de beste mogelijkheden om onze economische idealen te verwezenlijken. De hele wereld als markt voor onze industriele rotzooi.
Een ideele en een pragmatische kant dus, zo ongeveer als de kruistochten in de twaalfde eeuw. Net als toen blijkt het effect vrijwel altijd 0 te zijn. Dat komt dan weer doordat de mensen met wie wij ons solidair hebben verklaard helemaal niet op ons zitten te wachten.
O ja, uit Soedan, Haiti, Afghanistan en Irak komen geregeld mensen die ons vragen om te helpen. Gek genoeg vragen we dan nooit welke doelstellingen zij hebben. Wie roept dat hij of zij de democratie in zijn land wil vestigen, heeft onze steun. Toch pakt dat nog al eens verkeerd uit. Dat bleek bijvoorbeeld bij de Palestijnen die democratischerwijze een heel andere keuze deden dan wij wensten. En dan zijn we boos. Wel kiezen zoals wij in het westen dat willen hoor!
Wat wij met onze hulp in wezen doen, is steun geven aan de ene clan om de andere kliek te verdrijven. Als dat gelukt is, zijn we blij totdat blijkt dat onze oorspronkelijke bondgenoten ook niet meer doen wat wij willen. Jarenlang hebben we Mugabe gesteund en nu is het zo´n verschrikkelijke dictator dat hij volgens de Bushdoctrine best wat bommen op zijn kop verdient.
Let wel, overal waar wij ingrijpen, gaat het mis. Somalie, Eritrea en Ethiopie, Irak, Afghanistan, Cambodja, het Midden Oosten, Irak, Afghanistan en het Victoriameer. In dat laatste meer zijn met behulp van de ontwikkelingshulpgelden victoriabaarzen uitgezet. Die zouden de lokale vissersbevolking een eiwitrijker dieet gaan geven. Er is gebeurd wat sommigen al vreesden, de baars heeft alle andere soorten vis opgevroten. Een milieuramp van de bovenste plank. Bovendien varen er Europese vissersboten die alle vis voor de neus van de lokale bevolking wegkapen.
China, waar het in elk geval economisch goed gaat, heeft nooit met ingrijpen te maken gehad. Hooguit met economische toenadering. Hetzelfde geldt voor India.
En we leren het maar niet. Zelfs onze socialistisch solidaire minister Koenders begrijpt niet dat ingrijpen nooit helpt. Dat komt allemaal doordat onze samenleving niet de samenleving is van de mensen die wij denken te moeten helpen. Onze democratie is in drieduizend jaar gegroeid van de Atheense aristocratie ( die meer dan elders het vrije woord kende en daarom gezien wordt als bakermat van de democratie) Noord-Italie, de Lage Landen (Nederland en Vlaams Belgie), de steden van Noord Duitsland ( ja zeker) en de regio rond Londen. Verder niet. En die cultuur, die nog niet eens heel Europa dekt, moet met alle geweld (letterlijk) worden opgelegd aan de hele wereld. Ahmadinejad, de president van Iran, en Hugo Chavez van Venezuela hebben temidden van al hun geblaat daar een punt. Het westen blijft koloniaal op basis van een superioriteitsgevoel Dat is weer gebaseerd op een cultuurmodel dat geboren is in een heel klein deel van de wereld.
Maar wat is dan nog solidariteit? Het is meer dan de meeste mensen op het ogenblik nog kunnen opbrengen. Het houdt respect in voor mensen in andere streken van de wereld, zoals zij zijn. Helpen? Dat kan maar alleen op heel kleine schaal. Door microkredieten, door steun aan families en soms aan een dorpje. Zodra intellectuele vluchtelingen, opstandelingenleiders of machthebbers erom vragen, moeten we oppassen. Nee, moeten we afwijzen. Wie solidair is, geeft mensen de kans hun eigen weg te kiezen.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
https://politiek.wordpress.com
Service
www.minbuza.nl
www.bbo.org
www.antenna.nl
www.oruzgan.web-log.nl
www.arnoldkarskens.blogspot.com
www.radioactive.blog.nl
Wollen onderbroekjes
Wat een blunder! Ons ministerie van Buitenlandse zaken geeft miljoenen subsidie aan een Iraanse radiozender waarvan het democratische gehalte discutabel is, misschien zelfs wel pro Ayatolla. En dat allemaal om de Iraanse jongeren een hart onder de riem te steken. Het zoveelste voorbeeld van onzinnige inmenging.
In de negentiende eeuw zetten gegoede burgerdames in Groot-Britannie zich in om wollen onderbroekjes te breien voor de naaktlopende negerkinderen in Afrika. Zij hadden de beste bedoelingen en wilden `die onderontwikkelde wilden` in de jungle graag de helpende hand toesteken. Ja zeker, het bedekken van de schaamdelen is een essentieel onderdeel van het christelijk geloof hoewel Jezus het er bij mijn weten nooit over heeft gehad.
Een vorm van solidariteit dus. Nu heb ik twee columns geleden gesproken over de internationale solidariteit die hoort bij het ware socialisme. Als onderscheid ten opzichte van het Nazisme. Maar hoe zie ik dat nu, die internationale solidariteit? Wat moeten we ermee? Nou, dat valt nog wel tegen.
Eerlijk gezegd spreekt internationale solidariteit me wel aan. Als wereldburger met een redelijk Nederlandse identiteit (ik spreek de taal aardig en ken de cultuur redelijk) vind ik dat we solidair moeten zijn met iedereen in de wereld. Uiteindelijk zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. Wie probeert een ander uit dat schuitje te gooien, verdient het om in zijn kraag gepakt te worden.
Internationale solidariteit is zolangzamerhand niet meer het monopolie van socialisten. Ook allerlei christelijke groeperingen hebben zich er meester van gemaakt en met z´n allen maken we er een aardig potje van. Die solidariteit komt er vaak op neer dat wij onze cultuur, levenswijze en vooral politieke verhoudingen willen opdringen aan volkeren die daar geen band mee hebben. Waarom? Soms omdat we denken dat onze maatschappij de prettigste leefomgeving biedt voor iedereen. Heel vaak ook uit doodgewoon eigenbelang. Een democratische, open samenleving biedt ons de beste mogelijkheden om onze economische idealen te verwezenlijken. De hele wereld als markt voor onze industriele rotzooi.
Een ideele en een pragmatische kant dus, zo ongeveer als de kruistochten in de twaalfde eeuw. Net als toen blijkt het effect vrijwel altijd 0 te zijn. Dat komt dan weer doordat de mensen met wie wij ons solidair hebben verklaard helemaal niet op ons zitten te wachten.
O ja, uit Soedan, Haiti, Afghanistan en Irak komen geregeld mensen die ons vragen om te helpen. Gek genoeg vragen we dan nooit welke doelstellingen zij hebben. Wie roept dat hij of zij de democratie in zijn land wil vestigen, heeft onze steun. Toch pakt dat nog al eens verkeerd uit. Dat bleek bijvoorbeeld bij de Palestijnen die democratischerwijze een heel andere keuze deden dan wij wensten. En dan zijn we boos. Wel kiezen zoals wij in het westen dat willen hoor!
Wat wij met onze hulp in wezen doen, is steun geven aan de ene clan om de andere kliek te verdrijven. Als dat gelukt is, zijn we blij totdat blijkt dat onze oorspronkelijke bondgenoten ook niet meer doen wat wij willen. Jarenlang hebben we Mugabe gesteund en nu is het zo´n verschrikkelijke dictator dat hij volgens de Bushdoctrine best wat bommen op zijn kop verdient.
Let wel, overal waar wij ingrijpen, gaat het mis. Somalie, Eritrea en Ethiopie, Irak, Afghanistan, Cambodja, het Midden Oosten, Irak, Afghanistan en het Victoriameer. In dat laatste meer zijn met behulp van de ontwikkelingshulpgelden victoriabaarzen uitgezet. Die zouden de lokale vissersbevolking een eiwitrijker dieet gaan geven. Er is gebeurd wat sommigen al vreesden, de baars heeft alle andere soorten vis opgevroten. Een milieuramp van de bovenste plank. Bovendien varen er Europese vissersboten die alle vis voor de neus van de lokale bevolking wegkapen.
China, waar het in elk geval economisch goed gaat, heeft nooit met ingrijpen te maken gehad. Hooguit met economische toenadering. Hetzelfde geldt voor India.
En we leren het maar niet. Zelfs onze socialistisch solidaire minister Koenders begrijpt niet dat ingrijpen nooit helpt. Dat komt allemaal doordat onze samenleving niet de samenleving is van de mensen die wij denken te moeten helpen. Onze democratie is in drieduizend jaar gegroeid van de Atheense aristocratie ( die meer dan elders het vrije woord kende en daarom gezien wordt als bakermat van de democratie) Noord-Italie, de Lage Landen (Nederland en Vlaams Belgie), de steden van Noord Duitsland ( ja zeker) en de regio rond Londen. Verder niet. En die cultuur, die nog niet eens heel Europa dekt, moet met alle geweld (letterlijk) worden opgelegd aan de hele wereld. Ahmadinejad, de president van Iran, en Hugo Chavez van Venezuela hebben temidden van al hun geblaat daar een punt. Het westen blijft koloniaal op basis van een superioriteitsgevoel Dat is weer gebaseerd op een cultuurmodel dat geboren is in een heel klein deel van de wereld.
Maar wat is dan nog solidariteit? Het is meer dan de meeste mensen op het ogenblik nog kunnen opbrengen. Het houdt respect in voor mensen in andere streken van de wereld, zoals zij zijn. Helpen? Dat kan maar alleen op heel kleine schaal. Door microkredieten, door steun aan families en soms aan een dorpje. Zodra intellectuele vluchtelingen, opstandelingenleiders of machthebbers erom vragen, moeten we oppassen. Nee, moeten we afwijzen. Wie solidair is, geeft mensen de kans hun eigen weg te kiezen.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
https://politiek.wordpress.com
Service
www.minbuza.nl
www.bbo.org
www.antenna.nl
www.oruzgan.web-log.nl
www.arnoldkarskens.blogspot.com
www.radioactive.blog.nl