Geert Wilders en de Betutteling

0102025894400.jpg

Wat is het verschil tussen Geert Wilders en een gewone leerkracht? Geert Wilders krijgt alle vrijheid om films te maken waarvan van te voren  vaststaat dat ze veel maatschappelijke onrust zullen veroorzaken, een leraar heeft geen enkele vrijheid bij het overbrengen van maatschappelijke waarden en normen aan de leerlingen. Het eerste heet ´vrijheid van meningsuiting` het tweede staat bekend als `structurering van het onderwijs`.

Nu is Geert Wilders het beste voorbeeld van de gevolgen die daaruit voort kunnen komen. Omdat geen enkele leraar hem heeft duidelijk kunnen maken wat fascisme precies is, noemt hij de Koran een fascistisch boek. Wie ooit een leerkracht heeft gehad die de moeite waard was om naar te luisteren, weet dat daarvan geen sprake kan zijn. De Koran is een heilig boek, zoals de Bijbel, dat een bepaald waarden en normenpatroon ondersteunt en dat voor velerlei uitleg vatbaar is. Dat is het verschil met het fascisme van Wilders. Dat is maar voor één uitleg vatbaar.

Zeker, er zijn verschillen tussen Bijbel en Koran maar daarover wil ik het nu niet hebben. Veel belangrijker is de betutteling waarover Vincent Bijlo het vanmorgen had bij `Goedemorgen Nederland`  Hij denkt dat betutteling een kenmerk van dit kabinet is. Was het maar waar! Een paar jaar voor de klas is voldoende om beter te weten. Het onderwijs is al sinds 1965 onderwerp van betutteling. Een niet aflatende  stroom van oekazes, regelingen, wetten en voorschriften heeft niet alleen alle leerkrachten tot lesboeren gedegradeerd maar ook nog eens alle stromingen in het onderwijs gelijkgeschakeld. De Nazi´s hadden het niet beter gekund.

Daar komt bij dat de overheid van meet af aan absoluut geen vertrouwen had in de leerkracht. Deze stond maar een beetje autonoom te zijn voor zo´n groep leerlingen en god mag weten wat hij of zij de kinderen allemaal wel bijbracht. Nee, de leerkracht moest tot hulpeloze stuntel worden gemaakt door de invoering van een schoolbegeleidingsdienst. Daarmee ging het leraarsvak lijken op het beroep van de man of vrouw die de kroketten in de automaat legt.

Onaantrekkelijk, nou zeker, dat is het vak van leerkracht steeds meer geworden. Daarbij komt dat de overheid de ouders aanmoedigde steeds minder tijd vrij te maken voor aamdacht voor hun kinderen. Economische productie ging vóór  de ouderlijke investering in het familiaire broedsel. In plaats van ouders kwamen er Spartaanse kinderopvangers die op `professionele` wijze de kinderen leerden hoe zij een grote mond konden hebben. Dat alles onder het motto `opvoeding tot weerbaarheid en mondigheid`. O ja , `zelfredzaamheid` hoort daar ook nog bij.

Deze pedagogiek en psychologie van de koude grond is gepaard gegaan met veel te grote scholencombinaties waarin kinderen zichzelf alleen maar konden handhaven door een grote mond op te zetten. Ze werden er aan hun lot overgelaten en moesten veel kennis maar zo´n beetje zelf zien te vergaren. Die stomme leerkracht wist zolangzamerhand niet eens meer van toeten en blazen, laat staan dat hij kon rekenen en spellen.

Het wantrouwen tegen de leerkracht groeide daardoor verder in en daarmee de weerzin tegen het vak. Uiteindelijk heeft dat allemaal geleid  tot uiterst vervelende, over het paard getilde kindertjes die nota bene een eigen vakbond hebben. Die hebben ze hard nodig omdat ouders en leerkrachten niet meer over de competenties beschikken om iets voor hen te betekenen.

Die oervervelende kindertjes groeien later uit tot walgelijke, eigengereide en aan de krankzinnigheid grenzende politici die niet te handhaven zijn in een nette politieke partij. Ze richten dan hun eigen jeugdbende op en gieten daar overheen een politiek getint sausje. De kunst is daarmee zoveel mogelijk rotzooi te veroorzaken en daarin slaagt Wilders in de voetsporen van Ayaan wonderwel.

Een film maken! Laat hij maar eens een film maken over het onderwijs dat hij heeft genoten en hoe hij daardoor is opgegroeid tot hangpoliticus. Misschien moeten we er maar eens een stel opbouwwerkers op af sturen, Hirsch Ballin voorop. Die betutteling zou geen kwaad kunnen.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

 

https://politiek.wordpress.com

Service

www..vn.nl/tienpuntenplan/?p=29

www.rtl.nl/actueel/rtlnieuws/betutteling.xml

www.leerkracht.nl

www.ger.xs4all.nl

www.kijkoponderwijs.blogspot.com

www.laks.nl

Stakende Pubers (SP)

goodbyecard_regine.jpg 

Wat een geluk voor Jan Marijnissen dat die scholieren op vrijdag al met staken begonnen. Daardoor kon hij zien hoe je een massa mensen achter je krijgt zonder dat ze weten waar het om gaat. Zou hij van één van hen het SMS-en hebben afgekeken?

“Ga waar de tomaat gaat”, moet Jan gedacht hebben en ja hoor, daar gingen ze. Het werd bijna tomatensla bij de toegangsdeuren van het congresgebouw. Dat was weer heel anders dan die stakende pubers want die gooiden met eieren en dat is aanmerkelijk gevaarlijker dan tomaten. Niet voor niets zijn de eiergooiers door de politie in de boeien geslagen.

Het is toch wel bedroevend om te zien hoe de politie massaal kleine kinderen arresteert. Aan de andere kant is het ook onze eigen schuld. Hadden we die pubers maar niet moeten beschouwen als kleine volwassenen die vooral overlast veroorzaken. Nu hebben ze praats alsof ze echt iets van de wereld weten terwijl dat alleen maar geleende kennis is. Pubers moeten niet meepraten over het onderwijs. Ze moeten hun mond houden, stil zitten en luisteren naar de leraar. Punt uit.

Nou ja, dan moet je natuurlijk wel leerkrachten voor de klas hebben staan die ontzag inboezemen en iets te vertellen hebben en dat is in veel gevallen helemaal niet zo. De overheid heeft van de opleiding tot leraar een aanfluiting en een fluitje van een cent gemaakt. Leraren en onderwijzers hoeven helemaal niets (meer) te weten of te kunnen want ze zijn van opvoeder afgegleden tot “teambegeleider”. 

Tegelijkertijd toont de ophef rond de scholieren natuurlijk ook aan dat er veel misstanden zijn. Wat mij betreft mogen onze kindertjes best 1200 uur op school zitten maar geef ze dan wel iets nuttigs te doen. Ik kan me best voorstellen dat al die hormoonkwekerijen onrustig worden als ze niet echt iets om handen hebben.

Daar komt bij dat stage-uren vanzelfsprekend onderdeel uit behoren te maken van het lesprogramma. Wie iets van kinderen vraagt, behoort dat in te kaderen in het opdrachtenpakket dat ze mee krijgen. Dat is ook pedagogisch belangrijk want duidelijkheid en heldere afspraken zijn onmisbaar als het om pubers gaat. Bovendien hebben ze recht op vrije uren om de puistjes weg te werken.

Klaarblijkelijk is er weer eens sprake van een regel die gedachtenloos is opgesteld. Kinderen moeten 1040 uur per jaar naar school al weten we nog niet wat ze in die tijd moeten doen. Dat is slechte politiek en het is wanbestuur. Zonder enige moeite is er te bedenken hoe die uren zinnig in te vullen zijn. Het volgende probleem is de vraag hoe je daarvoor voldoende leerkrachten krijgt. In elk geval ligt de oplossing niet in het aantrekken van half opgeleide betwetertjes. En alleen maar de verbetering van salarissen, dat werkt ook niet.

Natuurlijk, optrekken van het salaris is één ding. Het tweede is dat het vak van leraar een nieuwe inhoud nodig heeft. Geen dweil voor de klas die de dingen zelf ook niet zo goed weet maar een goed en breed ontwikkelde opvoeder, eventueel met een zeker specialisme. Geen halfgare en dolgedraaide hoog opgeleide vakidioten maar mensen van vlees en bloed met een duidelijk overwicht aan inzicht en kennis. Daarvoor zou mevrouw Bijsterveld nu maar eens voorstellen moeten doen. En snel een beetje want al is de overheid nog zo snel, het sms-je achterhaalt haar wel.’

En zo is het ook met Jan. Jan zou zich dood moeten schamen. Hij heeft het congres gered maar daarmee de dissidenten niet monddood gemaakt. Het zou me niets verbazen als er volgende maand weer een raads- of kamerlid wegloopt. Het zou goed zijn als pubers wat meer hun mond hielden maar partijgenoten zijn er om naar te luisteren, Jan. Dat is de functie van een partij.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com 

 

Service

www.amazon.com

www.youtube.com

www.livescience.com

www.tanguyveys.skynetblogs.be

www.mysticalpaths.blogspot.com

www.pietvanderploeg.nl

Beerenburg blijft Beerenburg

fr_vlag.gif

Kommer aait zijn kleine, grijze sikje en kijkt om zich heen alsof hij de horizon afzoekt. “Deze keer moeten we uitwijken naar mijn studeerkamer”, zegt hij trots. “In alle keukens van het huis heerst chaos want de schoonmakerij is uitgebarsten”, lacht hij. Dan steekt hij een vinger omhoog om aan te geven dat de Friese profetie een aanvang neemt. “Maar gelukkig hebben we de Beerenburg en twee glazen hier”, met een knikje verwijst hij naar het kleine bijzettafeltje naast de leren fauteuil bij de erker aan de zijkant van zijn huis. “En kijk, zegt hij terwijl hij met zijn vinger de muren aanwijst. “Alle wanden hebben hier de kleur van de windrichting: het donkerblauw van het noorden, het rozerood van het oosten, het geel van het zuiden en het rood van het westen. Daar voel ik me bij thuis”, de tevredenheid in zijn ogen kan mij onmogelijk ontgaan.  Het is duidelijk dat hij wat emotioneel raakt en hij legt zijn pijp weg, naast het kruikje Beerenburg.

Hij schuift het tafeltje met het kruikje Beerenburg meer naar het midden van de kamer en wijst mij een leren fauteuil met kussen. “Als je het niet wilt, leg je het maar naast de stoel hoor jongeman”, glimlacht hij. “Je wilde het hebben over waarden en normen? Mijn favoriete onderwerp, hoewel er veel teveel over gepraat wordt de laatste jaren!” Hij vouwt zijn handen in elkaar en staart even naar het plafond. “Weet je, al dat gepraat heeft nog steeds niet duidelijk gemaakt over welke waarden en normen we het eigenlijk hebben. Het lijkt een soort herstelbeweging en die hebben we in de loop van de tientallen jaren méér dan ééns gehad.” Met elk woord stampt hij de tabak in zijn Friesche pijp verder aan. “Vóór de Tweede Wereldoorlog had je Nationaal Herstel, een clubje dat het liefst lijfstraffen zou hebben ingevoerd. Dat is gek hè? Mensen die over waarden en normen beginnen, willen altijd allereerst straffen. Alsof waarden en normen er met de zweep in te ranselen zijn. Nou, ik zeg altijd: ‘ze zijn er eerder uitgeranseld dan erin’. Wie zware straffen uitdeelt, laat zien over weinig waarden en normen te beschikken.” Ik verschuif even in mijn fauteuil want mij bekruipt het onrustbarende gevoel dat we het vandaag ééns worden.

“Maar u moet toch toegeven dat veel jongeren in de bus niet eens meer opstaan voor ouderen”, probeer ik. “En die vechtpartijen bij het voetballen… .”Er tekent zich iets van irritatie af in het gezicht van de oude en wijze politicus en dus stop ik mijn betoog haastig. “Kijk eens, jongeman”, zegt Kommer terwijl hij een glas Beerenburg voor mij inschenkt. “Ik heb al eens eerder gezegd dat je niet teveel naar voor de hand liggende zaken moet wijzen. Natuurlijk, jongeren blijven steeds vaker zitten, niet alleen als een oudere graag een zitplaats zou willen hebben maar ook als er een zwangere vrouw moet staan of iemand met zijn been in het gips.” Deze keer giet hij een flinke slok Beerenburg naarbinnen en nadenkend blijft hij naar het fraai, compleet met engeltjes en sierlijsten, gestuukte plafond staren. Dan springt hij overeind alsof hij zich plotseling iets bedenkt. Met grote stappen beent hij naar de vleugel die de andere helft van de kamer bevolkt.

“Een echte Bachmann van 1897”, zegt hij onderwijzend en hij neemt plaats achter het instrument. “Met een half octaaf extra zodat je er stukken op kunt spelen die niemand uit zijn Japanner in de doorzonwoning haalt.” Zijn armen zweven nu ver omhoog alsof er sprake is van levitatie en met kracht raken zijn handen de toetsen. Soepel en liefdevol maar ook helder en onverzettelijk begint hij aan de beroemde fuga van Bach. Zijn  handen vliegen steeds weer van links naar rechts, soms hoger dan een zwaluw over de akkers. Zijn zit is stevig en toch meegaand, de ervaren ruiter van een Friesche hengst laat zich hier kennen. En dan…houdt hij even plotseling op als hij is begonnen. Als een leraar stelt hij zich op achter het instrument. “Weet je wat zo mooi is van het klavier?”vraagt hij maar op het antwoord wil hij overduidelijk niet wachten. “Alle toetsen, alle tonen, liggen keurig in het gelid. Het klavier is het enige instrument dat ze allemaal op een rijtje heeft.” Hij wacht even om te zien welke uitwerking zijn woordgrapje heeft maar ik hoor het nauwelijks omdat ik zijn betoog wil volgen.

“Het klavier heeft die structuur niet door het te slaan en te schoppen maar doordat het zo is gemaakt door de klaviermaker. Ik bedoel nu niet de Grote Klaviermaker die de muziek in ons aller leven brengt maar gewoon, de man in het atelier.”Het is de pianist die er mooie, harmonieuze klanken uithaalt door de juiste toetsen en combinaties aan te raken. Niet door de toetsen aan stukken te rammen of eruit te trekken.” De oude, wijze politicus lijtk bijna helemaal buiten adem door zijn gloedvolle betoog maar hij heeft nog lucht genoeg om terug te benen naar zijn zetel en een slok Beerenburg weg te werken.

“U bedoelt dat structuur, waarden en normen een gevolg zijn van vorming en opvoeding?” vraag ik, overweldigd door een vlaag van wat ik zelf beschouw als verlicht denken.  “Heel juist!” is het absolute antwoord. “En er zijn middelen genoeg. Ooit is het onzalige idee ontstaan dat spelling, zinsontleding en woordbenoeming, jaartallen en topografie niet belangrijk waren. De profeten die zulke onzin verkondigden, begrepen niet het wezenlijke belang ervan. Uiteindelijk gaat het niet om een vlekkenloze spelling. Het gaat erom jongeren en kinderen de structuren in het leven te laten zien. Toon aan dat het leven structuur heeft en ze gaan er zelf ook naar verlangen.” Kommer klakt met zijn tong en kijkt opnieuw naar het plafond. “Want structuur is mooi, kinderen willen niets liever. Ze zijn allemaal gek op uniformpjes, zoals blijkt uit de padvinderij, de communistische jonge pioniers en helaas ook de Hitler Jugend.”

Bijna uit het veld geslagen ben ik door zoveel verbaal geweld en ik ga zelfs verlangen naar een glas Beerenburg maar daarop hoef ik gelukkig niet lang te wachten. Kommer staat al klaar met de kruik in de hand en ik knik ja.  Er “bekruipt” mij een vraag maar ik weet niet meer of ik er wijs aan doe om haar te stellen. Toch kan ik mezelf niet bedwingen. “Maar het is toch goed om opgeschoten jongeren in het gareel te krijgen, te corrigeren, bij te sturen?” De oude, wijze politicus kijkt somber voor zich uit. “Bijsturen? Ja, maar in welke richting? Toch niet de kant op van die idioot met zijn Joods-Christelijke waarden en normen of cultuur?”

Het schuim staat hem nu bijna op de lippen. Zelden heb ik Kommer zo kwaad en opgewonden gezien. “Hier in Friesland hebben we geen behoefte aan herstel van waarden en normen. En Joods-Christelijk? Dat is toch echt de verbastering van elke cultuur in dit land. Ik heb wel eens iemand gezien die een Joodse, zevenarmige kandelaar in de vesnterbank had staan. En Christelijk? Onze grootste dominee, Domela Nieuwenhuis, was een rode rebel! Wat nou Joods-Christelijk. Het is mij wel eens opgevallen dat die mannen van het herstel allemaal uit het zuiden van dit land komen. Dat ligt tegen België aan waar je kunt zien wat er van komt als je je waarden steeds weer moet herstellen.”

Kommer loopt rood aan en het is duidelijk dat hij zijn gewoonlijke zelfbeheersing tijdelijk overboord heeft gezet. “Het begint al bij de grote rivieren waar ze de waarden onder water laten lopen terwijl wij de warden juist droog houden. Trots en fier met de vlag van blauwe en witte banieren en rode harten in gedachten. Juist nu onze minister van cultuur denkt dat Friesland en sprookje is. Normen en waarden! Kijk eens naar onze parlementariërs die over niets anders kunnen praten dan over katten, muizen en koffiezetapparaten in hun kamers. Stijl en smaak, respect en trots. structuur, daar gaat het om. Niks herstel. herstellen doe je met stoplappen!”

Kommer is uit zijn stoel overeind gesprongen en begint spontaan de eerste regels van het Friese volkslied te zingen terwijl hij zijn glas Beerenburg hoog opheft:

Frysk bloed tsjoch op! wol no ris brûze en siede,
En bûnzje troch ús ieren om!
Flean op! Wy sjonge it bêste lân fan d’ierde,
It Fryske lân fol eare en rom.

Ik zie zelfs een enkele traan over zijn wangen biggelen. Het interview is, dunkt mij, afgelopen.  

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

 Service

www.waarden.org

www.sociaalemotioneel.nl

www.collegenet.nl

www.jongebazen.nl

www.cinner.com

www.woordenboek.writersblock.net

www.henkblanken.nl

www.drf.nl/kunst/volkslied/volkslied.htm

Van nozem tot zeikende 55 plusser

10vetku1.jpg

Hoe zat dat ook al weer met Jean Paul Sartre? Hij riep het existentialisme als filosofisch gedachtengoed in het leven en kreeg daarmee massa’s aanhangers. De ‘blousons noirs’ die in de Parijse straten existeerden en daar ook niet zo gek veel meer deden dan existeren. Een soort bewuste comapatiënten. Het existentialisme dreef een flink aantal jongeren tot wanhoop en wat iedere pedagoog weet, gebeurde: wanhopige pubers pleegden zelfmoord. Soms expres op de meest afgrijselijke manier. Sartre is na zijn existentie al vele jaren benoemd tot groot filosoof en schrijver want zelfmoord is je eigen verantwoordelijkheid.

Die gedachte dat alles terug te brengen is tot eigen verantwoordelijkheid paste niet alleen goed in het existentialisme. Ze maakt er een wezenlijk onderdeel van uit. Dat pubers daarmee niet zo goed om kunnen gaan, blijkt nog steeds elke dag. Trouwens, meer gerijpte personen weten veelal ook niet wat ze met die eigen verantwoordelijkheid aanmoeten. Ze leren het thuis niet en ook lang niet altijd op school. Voor de kabinetten van de laatste jaren ligt het eenvoudiger. Iedereen moet gewoon zijn of haar eigen verantoordelijkheid nemen als het goed uitkomt. Op andere momenten bemoei ik, als overheid, me “vet” met andermans leven.

De zinloos rondhangende jeugd uit de vijftiger en begin zestiger jaren stond bekend als “nozems”. Ze “hingen” in de straten, vraten friet en scheurden op hun knetterende brommers zo hard mogelijk heen en weer door de belangrijkste straat van de stad waar ik toen woonde: Almelo. “Grotestraat” heettte die straat heel toepasselijk. Omdat de nozems zich tot op het bot verveelden, sloegen ze ook wel eens een passant in elkaar. Ik ben daar twee keer het slachtoffer van geweest. Maar: de politie was waakzaam.

Dat wilde kortgeleden in elk geval een ex-nozem mij op een ander blog doen geloven. Nozems werden bij tijd en wijle opgepakt en dan kregen ze op hun donder.’Wij ook”, vertelde de ex-hangjongere mij en het leek wel of hij er trots op was. “Tegenwoordig doet de politie niets meer”, snaterde hij verder. “Ze rijdt voorbij en doet of ze niets ziet.” Dat klinkt haast als jaloezie: tegenwoordig mogen die hangjongeren maar doen waar ze zin in hebben. De politie doet er niets aan.”

De ex-nozem vergat, of wist niet, dat in de zeventiger jaren van de vorige eeuw Sociale Academies zijn opgericht waar niet-nozems konden leren voor straat- en jongeren- of opbouwwerker. Het zijn deze sociaal geschoolde mensen die zich intensief met hangjongeren bezighouden. Zij zetten zich in om jongeren tot een productiever en socialer leven te brengen. Dat had je niet in de nozemtijd. Trouwens, is onze ex-nozem beter geworden van al die keren dat hij van de politie op zijn donder kreeg? Ik betwijfel het heel erg als ik zijn teksten lees.

Ik vind wel dat hangjongeren veel te vrijblijvend worden benaderd. Mijn oplossing zou het zijn om ze een taak te geven in hun woonomgeving. Elke leerkracht weet dat vervelende leerlingen bijdraaien als ze verantwoordelijkheid te dragen krijgen . Geef jongeren dus opdracht de trapveldjes te onderhouden, voetbalvelden schoon te houden, rotzooi in de buurt op te ruimen, elke dag een scherp omschreven taak. Niet gedaan?  Dan gaan we in het weekend sloten uitbaggeren en schoonmaken onder begeleiding van strenge mannen en vrouwen.

Hangjongeren zijn namelijk niet van alle tijden. Volgens mij zijn ze de vrucht van de Leerplichtwet, de wetten tegen kinderarbeid en in toenemende mate van verwennerij.  Ze kunnen zichzelf niet goed bezighouden en krijgen geen taak of verantwoordelijkheid toegeschoven die ze best aan zouden kunnen. Vóór de leerplicht en de kinderwetten hadden jongeren geen tijd om te hangen. Ze moesten zich kapotwerken in de fabriek. Dat was niet goed maar hangjongeren had je niet.

En die verwennerij?  Bij mij vier huizen verderop woont een politieman die de helft van de krantenwijk van zijn zoontje loopt. Zoonlief krijgt wel de volledige poen. Waarom? Het rotjoch heeft er geen zin in! Ik zou hem zo’n verschrikkelijke schop onder z’n hol verkopen dat hij nooit meer zou weten of hij ergens zijn in had of niet. Ja, politiemeneer, op jouw manier kweek je lastige jeugd. Hangjongeren hebben we zelf bij elkaar geneukt en daarna verpest.

Nu de ex-nozems zelf “oudere” zijn geworden, voelen ze zich bedreigd en eisen ze streng optreden van de politie die inmiddels de handen vol heeft aan een zin- en nutteloze strijd tegen drugs. Want ja, ook dat vinden de ex-nozems heel hard nodig. Verder moet de grote criminaliteit worden aangepakt, de fraude, overvallen en berovingen of verkrachtingen en natuurlijk regelrechte moord en inbraak. Even zo goed eisen ex-nozems dat de politie hangjongeren oppakt en op hun falie geeft. Ex-nozems eisen nu iets van de politie die ze vroeger vervloekten. Dat doen ze door zich op weblogs te presenteren als negativistische zeikende 55 plussers.

Eigenlijk zijn ze niets veranderd. Ze tooien zich nog steeds met intimiderende namen als “demon” of “bolleke”. Het is echt te bespotttelijk voor woorden dat je je als senior achter zulke termen moet verschuilen. Ze rammen er niet meer op los maar zeiken, eindeloos zeiken omdat ze nooit geleerd hebben naar zichzelf te kijken. Er is een eeuwenoude regel die luidt:  “de oude grijsaard zingt een liedje van verlangen”. Terugkeer naar betere tijden toen de politie de hangjongeren nog op hun falie gaf en op die manier verschrikkelijke zeikerds kweekte. Dat lijkt het ideaal te zijn. 

Ik kan ze verzekeren dat de tijden van weleer nooit weerom komen. De geschiedenis herhaalt zich maar tijden komen nooit terug. Ze zullen echt moeten leren leven met “hangjongeren nieuwe stijl” en, o ja, daaronder bevinden zich inderdaad ook Marokkanen en andere allochtonen.  Ik schreef het al eens eerder: de tijden veranderen maar wij niet.

Hoewel, ik heb een jonge vrouw gekend die de hangjongeren uit haar buurt thuis uitnodigde, ze te eten en te drinken gaf en naar hun verhalen luisterde. Ja, ze ried ze zelfs aan om weer naar school te gaan in plaats van te hangen. Niet bij iedereen had dat succes  maar wel bij een aantal. Helaas is deze goede vriendin van mij overleden maar ze kan als voorbeeld dienen voor al die scheldende ex-nozems die moeten aanzien hoe “hun” land verloedert zonder dat ze er iets tegen doen. Ze doen wat ze gewend waren: hangen, maar dan achter de computer.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service 

www.20eeuwennederland.nl

www.rhinegroup.nl/

www.hangjongeren.nl

www.hansvanegdom.nl

www.hetkanwel.net

www.be.gizmodo.com

Tijden veranderen

8_klok-copy.gif

“For the times, they are a changing”, dichtte en zong Bob Dylan eind zestiger jaren van de vorige eeuw. Het verderfelijke tijdperk van vrije seks, lang haar en goede moed. Weg met de zinloze oorlog in Vietnam en zijn napalmbommen op kinderen en weg vooral met de zinloze hebberigheid en inhaligheid. Weg van de tijden waarin alles om geld draaide.

De laatste jaren hebben we meer met Frans Bauer die vraagt of we even tijd voor hem hebben want iedereen heeft het druk, druk, druk …om zijn of haar carrière na te jagen. Vanwege het geld natuurlijk. Ondertussen zitten we tot aan onze nek in twee zinloze oorlogen, Irak en Afghanistan. Tesamen vormen ze een onbegrepen moeras waarin we steeds verder wegzakken. En dan te denken dat ik eind zestiger jaren nog heel vriendelijk met Afghaanse wietboertjes in de buurt van Tarin Kowt om kon gaan.

Vaak heb ik het gevoel dat de tijden wel veranderen maar wij niet. De tijd heeft ons al lang ingehaald en dendert voort terwijl wij als mens in onze ontwikkeling stil zijn blijven staan. Het geloof in geweld is gebleven, de gedachte dat je de hele wereld naar je hand kunt zetten, beheerst ons nog steeds. Dat is ook logisch voor een volk dat eeuwenlang gewend is geweest dat “de wilden” precies deden wat we zeiden.

Ja zeker, “de wilden” dat is in negentiende eeuwse literatuur een uitdrukking die van toepassing is op alle inwoners van Afrika ten zijden van Egypte en Marokko, op Noord- en Zuidamerika voor zover het gaat om mensen van niet-Europese afkomst, op de inwoners van de onbeduidende eilandjes van de Stille Oceaan, Nieuw-Guinea, Australië en Nieuw-Zeeland, India en op een deel van de bewoners van Centraal Azië. Daarmee houdt het dan wel op want de uitdrukking “de wilden” is nooit toegepast op Indonesiërs, Chinezen, Japanners. Nee, daar kregen we een brok in de keel want die mensen bleken een cultuur te hebben opgebouwd. Dat was schrikken!

Het sloeg ook niet op de Arabieren die zo goed waren geweest ons technisch en cultureel erfgoed voor ons te bewaren en te verrijken totdat we het spul weer kwamen ophalen. Tegenwoordig gebruiken sommigen het woord “wilden” wel het liefst voor Arabieren of volkeren die ze daarvan niet kunnen onderscheiden zoals de Afghanen. En dat allemaal vanwege de Islam.

Natuurlijk, de tijden veranderen. Er zijn computers gekomen, massavernieitigingswapens, een terreinwagen voor iedereen en een heel nieuwe indeling van beschaafde volkeren en wilden. Een nieuwe indeling maar nog steeds een indeling. Dat was nu precies hetgene waartegen de liedjes van Bob Dylan waren gericht: het onderscheid en vooral het denken in termen van “wij” en “zij”. Daarom putten we daar geloof, hoop en liefde uit die inmiddels alle drie zijn begraven onder het stof dat de veranderde tijd heeft doen opwaaien met aanslagen en oorlog.

Vanmorgen was de meest volkse krant van Nederland uitgerust met een katern over de stand van zaken rond de emancipatie, het verdwijnen van onderscheid. De bijgeplaatste foto’s wekten bij mij een gevoel van misselijkheid op. Ze drukten niet de verdwijning van onderscheid maar van verschillen uit. Daarin ligt het gezichtsbedrog, lijkt mij. We heffen de verschillen op en zeggen dat het onderscheid is verdwenen. Precies het omgekeerde zou moeten gebeuren, naar mijn idee. Ik zou willen dat het onderscheid verdween terwijl we meer pracht en glans zouden moeten geven aan de verschillen.

Nadat ik me een tijdlang aan het katern had zitten vergapen, ging ik uit met de hond en daarbij passeerde ik drie mannen die druk aan het riool werkten. Eén van hen sprak de anderen toe: “De tijden veranderen”. Geen idee waarom hij dat zei maar het klonk zo’n beetje filosofisch. Toch kwam het anders over dan die zinnen van Bob Dylan. Het geloof kon de man bij het riool me niet geven. Vooral niet toen ik zag hoe hij onaangedaan een benzinemotor startte en deze zichtbaar nodeloos een half uur door liet draaien. We veranderen nooit en de tijd gaat verder.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

Service

 

www.bloggen.be

www.sampol.be

www.muiswerk.nl

www.gummbah.nl

De Nationale Eigen Verantwoordelijkheid Loterij

leeretaschen.jpg

Goedkope espresso-apparaten hebben een groot nadeel. Vroeg of laat zal het stoompijpje bezwijken. Meestal vroeg en dat is vervelend want het stoompijpje is karakteristiek voor een espresso-apparaat. Het is onmisbaar om espresso om te toveren tot capuccino.

Nadat het stoompijpje van de zoveelste goedkope aanbieding het had laten afweten, besloten mijn vrouw en ik tot krachtige maatregelen. We zijn allebei gek op een goede kop capuccino en dus togen we naar de winkel om een nieuwe espressomachine te kopen. Al gauw vonden we er één die ze in de horeca vermoedelijk semi-professioneel noemen. Stevige stoompijp, maximaal wettelijke toegestane druk (1,5 bar), bonenmaler en een variatie aan koffiekopgrootten waar ik nog steeds beroerd van word. 

Die aankoop was al heel lang onze bedoeling maar eigenlijk hadden we elkaar zo’n ding cadeau willen doen bij onze gezamenlijke pensionering. Nu ik in de winkel stond en de teerling was geworpen, bekroop mij plotseling het gevoel dat ik de allerduurste moest hebben. Er overviel mij een soort onweerstaanbare hebberigheid. Daar heb ik zelden last van maar deze keer wel. De verkoper liet duidelijk merken dat hij het apparaat heel graag wilde verkopen. Waarschijnlijk gebeurt hem dat ééns in de maand. Even later stonden we buiten, een zware doos rijker en ruim zeshonderd euri lichter.

Een week later reden we de auto aan gort, iets dat mij nog minder overkomt dan een aanval van hebberigheid. Tja, dat was en forse schadepost voor het budget. Een nieuwe auto, ook daarop hadden we nog niet gerekend. Kan ik nu niet met geld omgaan? Ben ik niet in staat om mijn verantwoordelijkheden te dragen en werk ik mezelf in de schulden voor een kopje koffie?

Gisteravond tijdens de commissievergadering ging ik het bijna denken. Minstens twee fracties wezen op de eigen verantwoordelijkheid van mensen die diep in de rode cijfers zitten en er niet meer zelf uit kunnen komen. Hoe zit dat nou toch? Had ik mezelf bestraffend toe moeten spreken toen ik dat espresso-apparaat kocht? Volgens mij valt dat nog wel mee want die zeshonderd euro’s zijn een druppel op een gloeinde plaat bij de aankoop van een nieuwe auto.

Maar hoe zit het als je nooit hebt geleerd om overzicht te hebben over prioriteiten, beschikbare budgetten en risico’s van lenen? Hoe zit het als je van huis hebt meegekregen dat je altijd moet toegeven aan je eigen hebberigheid? Of, nog erger, hoe zit het als je thuis nooit iets hebt gehad en plotseling lijk je genoeg geld te hebben om de wereld te kopen? Waar blijft dan je eigen verantwoordelijkheid?

Eigen verantwoordelijkheid voor je portemonnee dragen, kun je volgens mij alleen als je dat thuis hebt geleerd. Als je ouders je tijdig hebben leren omgaan met zakgeld dat doodgewoon op een dag op is. Er komt ook niets meer bij voordat het betaaldag is. Wie diep in de schulden zit, kan eruit geholpen worden. Dat vinden ook de voorstanders van de eigen verantwoordelijkheid En daarna? Daarna, zo menen zij, heb je geleerd hoe je met geld om moet gaan. Dat betwijfel ik. Wie krom heeft gelegen om z’n schulden af te betalen, kijkt verheugd op als de dag van de bevrijding is aangebroken. Wat een berg nieuw geld om uit te geven!

“Het gaat om het leermoment”, meende één van de raadsleden. Ik hecht daar niet zoveel waarde aan. Mensen leren niet. Ze zijn blij dat iemand helpt in moeilijke tijden maar daarna zullen ze veelal in oude fouten vervallen, tenminste als je geen nazorg biedt.

Opmerkelijk genoeg vond hetzelfde raadslid dat vreemdelingen de kans moeten krijgen op kosten van de overheid Nederlands te leren. Alleen wie die taal beheerst, kan in ons land volledig meedoen aan het maatschappelijk en economisch leven. Daar ben ik het wel mee eens maar ik blijf toch met een zware vraag zitten. Waarom mag je de ene techniek (Nederlands) leren op kosten van de overheid en moet je de andere essentiële vaardigheid (budgettteren) maar een beetje zelf uitzoeken?

De laatste jaren klinkt aan alle kanten de uitdrukking “eigen verantwoordelijkheid” maar ik heb het idee dat het maar zo’n beetje wordt gebruikt als het goed uitkomt. Het is ook een soort toverwoord geworden en daarmee is aan de eigen verantwoordelijkheid geen recht gedaan. Wie zelf zijn verantwoordelijkheden wil dragen, moet daarvoor diepgaand en langdurig zijn getraind. Eigen verantwoordelijkheden worden volgens mij ook stukje bij beetje overgedragen en niet van de ene dag op de andere. Laten we het vooral niet gebruiken als eufemisme voor: zoek het verder zelf maar uit.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

Service

www.leren.nl

www.bpv.nl

www.zinfo.nl

www.sargasso.nl

Niemand verdient respect

ladakh_kloof1.jpg

Soms vind ik het moeilijk om uit te leggen hoe dat nou precies zit met die maatschappelijke kloof. Die afstand tussen de `doctorandussen` en `het volk`. Vanmorgen hoorde ik iets dat mij een mooi voorbeeld lijkt. Een terminale kankerpatiente mag niet naar huis omdat het ziekenhuis nog allemaal onderzoek moet doen. Waarvoor en waarom? Nou, dat werd al gauw duidelijk. Mevrouw had erge buikpijn maar na een onderzoek bleek al gauw dat aan haar longen niets mankeerde en dat werd haar uiterst opgelucht medegedeeld.

Het zal wel aan mij liggen maar mij is de lariekoek van het bovenstaande onderzoek wel duidelijk. De kloof! De zeer geleerde dames en heren hebben ieder contact met de werkelijkheid verloren ern zitten vastgeroest in hun eigen kaders en wtenschappelijke valstrikken. Ik vind het bovendien behoorlijk respectloos om iemand die terminaal is de gang naar huis te weigeren.

Respectloos is ook dat in de Communistische Heilstaat China gevangenen dagelijks tien uur moeten werken en dan elke week een appel krijgen. Respectloos is de stapel apekoppen en toekansnavels die ik gisteren in de krant zag als bewijs van een haperende wetgeving tegen handel in bedreigde diersoorten. 

Nu is respectloosheid iets dat in onze tijd ongeveer gemeengoed is. `Respect moet je verdienen`, is een veel gehoorde uitspraak. Gisteren bracht ook een wethouder met wie ik goede betrekkingen onderhoud dat naar voren. Ik ben het niet met hem eens. Respect is niet iets dat je ontvangt van een ander maar een manier van kijken naar de wereld. Letterlijk vertaald betekent het `omkijkgedrag`en `omkijken naar iemand` doe je ook zonder je af te vragen wat hij of zij voor iemand is, wat hij of zij heeft verdiend. Wat mij betreft geldt dat trouwens voor alle levende wezens.

Anders staat het met `waardering. `Waardering kun je aan iets of iemand hechten vanwege bepaalde kwaliteiten. Je kunt het ook verdienen door je manier van leven of de dingen die je doet. Zelfs door de goede stukken die je schrijft.  Als derde in het rijtje bestaat er ook nog zoiets als `ontzag`. Dat heb je voor iets of iemand waarvan je vermoedt dat de capaciteiten groter zijn dan de jouwe. Nou, dat is al weer een heel brok voor de vroege ochtend.

Toch heeft het veel te maken met de discussie die ik had met voornoemde wethouder. Die had te maken met de fameuze kreet `luisteren naar de burger`. In de afgelopen jaren is dat een stuk gemakkelijker geworden al lijkt het misschien niet zo. In mijn ogen vatten veel bestuurders dat `luisteren` veel te eenzijdig en voor de hand liggend op. Ze bezoeken wijken en instellingen, horen verhalen aan en menen daarna te hebben geluisterd naar de burger. Niets is minder waar.

O zeker, het is goed om burgers op te zoeken maar om echt te luisteren is nog iets anders nodig. De eerste de beste burger in een achterstandswijk heeft namelijk ontzag voor burgemeester en wethouders. Om dat gevoel een beetje te verminderen beginnen ze al gauw met `je` en `jouw`of zetten ze een grote mond op. Soms verzamelen ze alle geleerd klinkende woorden bij elkaar voor het gesprek, of ze nu in de juiste context worden gebruikt of niet. Op die manier hopen ze respect te krijgen van de bestuurder.

Ze wekken de indruk heel goed te weten waarover ze praten hoewel dat meestal maar ten dele zo is.  Bovendien verwachten burgers die met een wethouder spreken, dat er ook direct iets gebeurt. Meneer of mevrouw de wethouder kan dat toch wel even regelen? Dat laatste wijst al op een wereld van verschil in denken. Meneer of mevrouw de wethouder kan `het` helemaal niet even regelen. Omdat het allemaal zolang duurt en uiteindelijk toch verkeerd uitpakt, verdwijnt de waardering voor de wethouder en, nog erger, zelfs het respect.

Luisteren naar de burger houdt dan ook meer in dan een praatje maken. In onze tijd betekent het dat je als bestuurder van tijd tot tijd weblogs afwandelt om te bekijken wat `het volk` met elkaar te bespreken heeft. Daar vind je de emoties en het diepgewortelde wantrouwen of de hoog oplopende wanhoop die in een gesprek niet naar boven komen.

De wethouder met wie ik de discussie had, zag dat niet zitten. `Daar vind ik alleen maar ongenuanceerde onderbuikgevoelens`, was zijn verweer. Nou breekt me de klomp! Moet je als bestuurder dan niet de gevoelens en emoties van `het volk` kennen? Onderbuikgevoelens en gebrek aan nuance. Wat vroeger uitsluitend binnenskamers en in  de kroeg werd besproken, is nu voor iedereen zichtbaar. Daarvan zouden bestuurders meer kennis moeten nemen. Het is de weg om het denken en handelen van `het volk` te gaan begrijpen.

De zeer geleerde wethouder, hij heeft zelfs een doctorstitel,  heeft zijn analytisch vermogen niet voor niets gekregen. Met zijn gevoel voor ratio en nuance kan hij de emotiebrij aan. Daaruit kunnen nog heel mooie, creatieve oplossingen voortkomen. Ik zou het dan ook helemaal niet gek vinden als het college van B en W anderhalf uur per week, 18 minuten per werkdag,  zou uittrekken om weblogs van `het volk` te bestuderen. Bij mij zou dat leiden tot waardering en misschien zelfs tot ontzag.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service

www.omnino.nl

www.infeite.nl

Rotjeugd een rotzorg

lezen_1.jpg

Vanmiddag was het zover. Oud D66-coryfee en jeugdboekenschrijver Jan Terlouw nam in mijn gemeente het “eerste” exemplaar van zijn nieuwe boek in ontvangst. “De zoektocht in Katoren”. Het boek is uitgegeven door de vermaarde uitgeverij Lemniscaat, een uitgeverij met een fors kinderfonds en dus ook geïnteresseerd in de ontwikkeling van de jeugd.

Voordat de kinderen vragen mochten stellen, kwam de schrijver zelf aan het woord. Zijn woordgebruik verried de oud-politicus en de ervaren bestuurder. Zo sprak hij van het “thema” van het boek terwijl hij beter het woord “onderwerp” had kunnen gebruiken. Het “thema” was de “kloof” die mensen van elkaar scheidt, vooral als ze in groepsverband optreden.

Hoe dat kwam? Jan maakte een ingewikkelde vergelijking. “Vertel eens aan alle mensen in de buurt dat de wijsvinger de langste vinger is. Roep ze daarna bij elkaar en vraag ook iemand aan wie je niets hebt verteld. Vraag daarna wat de langste vinger is en iedereen niet één uitgezonderd, zal zeggen dat het de wijsvinger is. Dat komt doordat iedereen elkaar napraat.” Jan wilde duidelijk maken dat mensen in groepsverband niet zo kritisch zijn. “Want, je weet natuurlijk best dat je middelvinger het langste is.”Ja”, dacht ik kritisch, “dat weten ze heel goed want die steken ze altijd op naar anderen”. De volgende keer hebben ze een goede smoes om die vinger in het openbaar te tonen. “Even kijken of hij langer is dan de rest.”

Daarmee was het ergste nog niet voorbij. De uitgeverij had een leus bedacht voor zichzelf: “Ik gaat voor Leminiscaat”.  Mijn broek zakte af. Terwille van de rotcenten heeft de uitgeverij kennelijk lak aan de jeugd. Weg met oubolligheid en lekker popi doen, dat is het hoogste goed.

De eerste de beste (vooral de beste)  onderwijzer weet dat je een fout nooit op het schoolbord moet laten staan. Zoiets zet zich vast op het netvlies. Aan zo’n beeld ontlenen kinderen hun woordbeeld. Het zal de uitgeverij de reet niet roesten.

Als het maar lekker bekt. Die kinderen kunnen het zo lekker nazeggen, of liever “yellen” want zo heet dat tegenwoordig in goed Nederlands. Dat betekent dat ze het eindeloos achter elkaar scanderen totdat ze denken dat het Nederlands is.

En wee de onderwijzer die er in de klas iets van zegt. Die kletst uit zijn nek want de uitgeverij weet het heus wel hoor. Ik weet nog een leuke: “Hun lezen heel graag fun”. Dat kan ook best. Of “Lemniscaat, waar ik loopt of staat”. Wat zou prinses Laurentien daarvan vinden met haar stichting die het analfabetisme en laaggeletterdheid bestrijdt? En hoeveel zou het bijdragen aan de inburgering van mensen die onze taal nog moeten leren? Die vragen lieten me niet meer los.

Geteut over een kleinigheid? In de eerste plaats is zo’n leus slecht voor het woordbeeld. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat had daar een tijd geleden ook een handje van: “Kinderen op de aGterbank”. “Ja, maar ouders vragen dan heus wel aan hun kinderen wat er fout is op zo’n bord.”Ik dacht het niet! Misschien  een paar wel maar de meeste doen dat niet. Die ouders aarzelen zelf over de goede spelling.

Een kleinigheid. Het gaat om de mentaliteit die erachter zit: als je er geld mee kunt verdienen, mag je best wat aan de regeltjes knoeien. Regels hebben het toch al gedaan, zijn de gebeten hond in onze tijd. Terecht hoor, door regelzucht is er heel wat absurditeit in de wereld gekomen. Door het verkeerde voorbeeld te geven, zal het echt niet beter gaan.

Punaisepoetser, miereneuker, zo mogen mijn critici me best noemen maar op één voorwaarde: de spelling moet kloppen. Die spelling behoort bij het cultuurgoed dat taal heet. Cultuurgoed waaraan een structuur is gegeven en als er één ding is waar onze jongeren behoefte aan hebben, dan is het structuur. Waar de structuur het begeeft, krijgen we overlast. Maar ja, de rotjeugd zal de uitgever natuurlijk een rotzorg zijn.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

www.lezenenschrijven.nl

Zwarte scholen, witte scholen

16-uit-het-hart.jpg

Martin Gaus was vanmorgen echt fantastisch. Onverbloemd gaf hij zijn bewondering voor Bokito te kennen. Deze had toch maar even heel Nederland een stukje voorlichting gegeven over de omgang met dieren, in het bijzonder met gorilla’s. “Eigen schuld, dikke bult”, meende hij en in een heel klein zinnetje: “Het is natuurlijk wel vervelend dat deze dingen gebeuren”.

Als neefje van een ex-Artisdirecteur ben ik het graag met hem eens. Volmondig. Jammer was alleen dat op de voorafgaande dag een horde Marokkaanse Zilverruggen een voetbalveld bestormde. Ik wil daaruit niet de conclusie trekken dat we met Marokkaanse jongeren net zo moeten omgaan als met gorilla’s. Hoewel, niet aankijken is meestal het beste.

Tegenover al dit hilarische nieuws staat de meer stilzwijgende maar minstens even belangrijke kant van de samenleving. Een groep “allochtone” (alsof het een soortaanduiding zou zijn) en autochtone (die andere soort) ouders heeft besloten gezamenlijk de kinderen naar de basisschool te brengen. Op die manier willen ze bijdragen aan vervaging van het onderscheid tussen witte en zwarte scholen. Ik vind dat een goed idee.

Zo veel twijfels als ik heb bij overheidsmaatregelen ter integratie, zo enthousiast kan ik worden over dit soort initiatieven. Hier blijkt dat mensen met een heel verschillende achtergrond in de eerste plaats willen samenwerken aan een echte samenleving. Op kleine schaal en dat is nu juist het mooie ervan. Het gaat erom dat de mensen echt willen, ze willen en voelen dat het kan. Ze hebben vertrouwen in de toekomst. Wat wil een mens nog meer?

De meerwaarde is dat ouders er zo volledig achter staan dat de kinderen ook thuis de meest passende “vervolgbegeleiding” krijgen voor zover dat nodig is. Waarschijnlijk putten  de ouders hun vertrouwen uit de wetenschap dat ze die begeleiding heel goed kunnen geven. En de overheid ? Die hoeft alleen maar te koesteren en te kijken of alles goed gaat.

Bij kleinschaligheid en vertrouwen begint in mijn ogen vaak de victorie. Daarom was ik ook niet verbaasd te horen dat het microkrediet de meest succesvolle vorm van ontwikkelingshulp is van allemaal. Om een bescheiden maar toch enigszins riskante lening aan te gaan, moet je weten wat je kunt en doet. Daarbij heb je de zekerheid dat je niet meteen voor je hele leven de mist in gaat als de zaken minder goed verlopen dan je had gedacht. De schade is te overzien.

Vaak heb ik het gevoel dat we ons teveel laten leiden door “groot”, “snel” en “veel”, kenmerken die het meest bij de Zilverrug passen, de aloude borstklopper. Microkrediet en initiatiefrijke ouders lijken meer op een pas gelegd zwanenei, broos en verlangend naar warmte. Die zouden we met z’n allen moeten geven om vol verwondering te kijken naar de zwarte, witte of grijze zwaan die eruit kruipt.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

http://mythologie,wordpress.com

 

 

Service

www.rationelepolitiek.nl

www.tijm.nl

www.oikocredit.org

(oiko is afgeleid van het oud-Griekse woord oikia dat `huis` betekent)

Het Europagevoel

lapland326.jpg

In Brussel staat een groot magazijn met hoge stapels publicaties van de Europese Unie. Papier dat stof ligt te vergaren omdat niemand er belangstelling voor heeft. Het zou interessant zijn om eens te gaan kijken hoeveel geld aan drukwerk en arbeidsuren daar volledig liggen te vergaan

Europa lééft niet, het bestaat en voor veel mensen is het niet meer dan een comapatiënt die hinderlijk in de weg ligt. Euthanasie zou het beste zijn. Als een oprisping van de patiënt teveel aandacht vraagt, gaan de huisgenoten doodgewoon hun gang en keren ze zich van de zieke af. En toch, het had allemaal zo mooi kunnen zijn.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog ontstond bij een aantal politici, vooral in Frankrijk en Duitsland, het gevoel dat het maar eens afgelopen moest zijn met oorlogvoeren. De belangrijkste grondstoffen, kolen en staal, zouden in collectieve handen komen en zo werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht. Mooi en ook weer uiterst lelijk.

Het misverstand werd geboren dat economie de belangrijkste drijfveer voor Europa zou moeten zijn. De latere naam Europese Economische Gemeenschap was veelzeggend. Dat was voor de VS wel weer leuk want die hadden met het Marshallplan echt wel genoeg geld in Europa geïnvesteerd. Het werd tijd om er de revenuen van te trekken. En zo geschiedde. Op het niveau van het grootkapitaal groeide en bloeide een gemeenschap waarvan haast niemand iets merkte in het dagelijks leven. Tenminste, zo leek het.

In werkelijkheid bemoeide die almaar groeiende gemeenschap zich tot in de details met het dagelijks leven. Zo geven Europese richtlijnen aan hoe breed de voegen tussen de tegels in een slagerij moeten zijn. Vanwege de hygiëne, snap je wel? En…een absurd groot bedrag aan gelden verdween in de zakken van boeren die het hoofd nauwelijks boven water konden houden. Ik ken een aardappelboer die elk jaar 0 euro verdient en leeft van de subsidies.   

Bloedeloos en afstandelijk, dat is en blijft Europa. Tien jaar geleden stelde ik de Europese Commissie voor om een lespakket samen te stellen waarin een vrachtwagenchauffeur met zijn auto alle lidstaten doorreisde en kennisnam van al die landen. Het is niet doorgegaan want men vroeg zich af of het onderwijs daaraan wel behoefte had. Ik was ontzet, met in mijn achterhoofd al dat stofvretende papier waarvan men ooit had gedacht dat er behoefte aan bestond.

Behoefte is er volgens mij in de eerste plaats aan kennismaking want wat weten wij nu helemaal van onze nieuwe landgenoten? Friezen zijn de oorlogen met Limburg (ook wel Limbabwe genaamd) nauwelijks ontgroeid. Achterhoekers beschouwen de randstedelingen als arrogante eigenwijze eikels (wat ze vaak ook zijn), veel Nederlanders hebben tot hun schrik ontdekt dat Duitsers aardig zijn (wat ze soms ook zijn).
Belgen blijven dom (wat klopt, vooral als blijkt dat ze alleen Frans spreken), Luxemburgers zullen altijd “bloibe die sie sin”, Fransen zijn sjagrijnig (waar), Spanjaarden vermoorden stieren (lang niet altijd waar) Portugezen spreken een onverstaanbaar soort Spaans (klopt), Italianen zijn geboren ADHD (klopt lang niet altijd), Oostenrijkers zijn vrolijke Duitsers (nou…), Grieken zijn onbetrouwbaar en hebben altijd oorlog met de Turken (klopt niets van), Cyprioten, tja, Finnen hebben Nokia (klopt), Zweden voelen aan als knäckebröd (klopt niet), Ieren geloven in sprookjes (is soms waar), Engelsen zijn arrogant (hmwaa), Polen zijn zuiplappen en eten tulpenbollen (het eerste klopt) Denen zijn Nederlanders met een minder grote mond en Maltezers zijn hondjes (waar).

Dan heb je nog Hongaren, Slowaken, Tsjechen, Esten, Litauers en Letten en Slovenen weet ik veel, straks komt het land van Dracula (Transsylvanië) erbij (klopt niet want de historische graaf Dracula was vorst van Walachije dat trouwens ook in Roemenië ligt) en ook Bulgarije (een grote achterstandswijk, een soort Ondiep in de bergen), het grote schrikbeeld is verder natuurlijkde toevoeging van Turkije. Wat nou, Europagevoel?

Er is een echte kennismaking nodig. Dat wil zeggen een speelse ontdekkingstocht door de gouwen van de Europese Unie, wat mij betreft op een  “crossmediale” methode. Wie weet. Of misschien moet er wel een virtuele vorm van Europa komen waarin mensen kunnen leven en werken. Het gevoel van Floortje Dessing. Zoiets dus.

Als ik met anderen een vrienden- of zelfs familieverband moet vormen, dan wil ik eerst weten wie het zijn en wat ze denken, hoe ze zich gedragen en wat ze van plan zijn. Is dat zo moeilijk te bedenken? Voor Max van den Berg wel. Die weet wer niets beters te doen dan te komen met het zoveelste lespakket over beleid en organisatie van de EU. Een glazen kooi zonder mensen. Een warm gevoel krijg ik er nog steeds niet bij.

Deze vijftigste verjaardag van de EU wordt een absoluut mislukt feestje als er van die culturele ontdekking niets gaat komen. Grondwet of welk andere overeenkomst ook, het blijft allemaal uitermate verdacht en menigeen zal er alleen maar een verlies aan autonomie in zien. Een Unie die alleen op munten en verstand berust, zal nooit populair worden. Ik wil gevoel zien en enthousiasme ontdekken, arm   in arm dansen en zingen, samen drinken en eten en gezamenlijk alles vieren wat er maar te vieren valt. Dan, ja dan, kan ik me voorstellen dat mensen voor een gezamenlijk land gaan stemmen.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

Service

www.ambafrance.nl

http://www.dwars.org/evenement/euregionaal_treffen_rond_de_dag_van_europa_in_maastricht -nl