Orang malu meets Beerenburg

ja-11.jpg

“Orang Malu”, Kommer spreekt de woorden  uit alsof hij zijn verliefdheid wil uiten. Ondertussen streelt zijn hand over het beeld van een volledig in elkaar gekropen mens. Het beeld was mij al eerder opgevallen maar tot vandaag was het geen aanleiding voor gesprek geweest. “De bescheiden mens”, vertaalt Kommer bijna even liefdevol als zijn versie van de Maleise benaming. “Dit kunstwerk heeft mijn vrouw twee jaar geleden bij de voordeur geplaatst. Er staat er óók één bij de achterdeur en als je straks bij het weggaan goed oplet, vind je er één in de gemetselde stijlen van het poorthek.” Kommer laat zijn hand opnieuw over de rug van het beeld glijden.

“Orang Malu” vormt een bescherming tegen het kwaad dat wil binnendringen”, gaat hij verder terwijl hij zijn blik gericht houdt op het beeld. “Wij geloven dat “het kwaad” bestaat als onafhankelijk wezen. Het kan zich verplaatsen van mens naar mens en van groep naar groep. In onze ogen zijn er geen verderfelijke personen maar alleen slechte daden.” “Maar dat pleit iedereen vrij”,  roep ik spontaan uit en Kommer knikt. “Tot op zekere hoogte. Ik ben er geen voorstander van om mensen te bestraffen maar wel om het kwaad uit te bannen. Wie het kwaad in zich heeft, kan beter geïsoleerd worden. Ondertussen moeten we alle moeite doen om het kwaad uit hem of haar te verdrijven.” “The exorcist” komt nu wel ineens heel dichtbij!

“Duiveluitdrijving?”, De oude en wijze politicus glimlacht flauw. “Laat ik het zo zeggen: de daden van elk mens zijn te beïnvloeden, ten goede en ten kwade. Welke kant de meter opslaat, is moeilijk te voorspellen. Het hangt af van de geaardheid die je hebt meegekregen en de ervaringen die je opdoet. Op geen van beide heb je helaas invloed. De keuzen die je doet, worden altijd daardoor gestuurd. Ook dat wat men wel het “ik” noemt, is afhankelijk ervan. Of het sterk of zwak is, daarvan ligt de oorzaak buiten je zelf.” Hij laat nu de Orang Malu los en wenkt me om me te late volgen naar zijn werkkamer.

“Wees eerlijk”, begint hij nadat hij zich behagelijk heeft genesteld in zijn relaxfauteuil en het kruikje Beerenburg  ontkurkt. “Is er geen moment geweest dat je dacht dit alles te kunnen erven als je mijn vriend werd? Helemaal geen moment, al was het maar een seconde?” Ik bijt op mijn tong. Wat moet ik zeggen? Meteen al op de eerste dag stelde ik mijzelf voor als Kommers beste vriend en erfgenaam van zijn landgoed. Het duurde niet lang maar het kwam als een flits. “En nu zit je je te bedenken hoe je je hieruit gaat redden”, lacht de oude en wijze politicus weer. Ondertussen schenkt hij de glazen vol. “Je mag wel gaan zitten hoor, daar had je abders ook niet zoveel moeite mee”, hij grijnst op ene gelijkhebberige manier. Het liefste zou ik hem dat betaald zetten en misschien kan dat het beste door eerlijk te zijn.

“Dat klopt”, geef ik toe. “Het is bij me opgekomen.” Kommer glimlacht. “Je eerlijkheid siert je maar ze zal nooit een rijk man van je maken. Waarom niet? Omdat je nu de verdenking op je laadt dat je contact met me hebt gezocht vanwege mijn bezittingen. En geloof me. ik denk niet dat het zo is maar de onschuld is weg. En als die eenmaal weg is, sta je open voor het kwaad, het kwaad in onze betrekkingen. En daar zit hem de verraderlijkheid in, jongeman.” Hij neemt een lange teug van zijn Beerenburg en haalt zijn pijp tevoorschijn.

“Zij was mooi, jong en niet dom. Ik heb het nu over mijn eerste assistente die ik ooit als kamerlid heb gehad. Zij heeft mij verleid en dat was geen probleem want ik was op dat moment nog een vrije jongen. Zij heeft mij zó erg verleid dat ik met haar getrouwd ben en gebleven.” De spanning van het verhaal loopt op want zó saai en braaf kan het niet zijn. Kommers gezicht begint te glimmen. “De vraag is of ik me later wéér heb laten verleiden, getrouwd en vader en wel. Het antwoord is “ja”. Weer door een bloedmooie en deze keer een veel jongere assistente. Ik heb daarover nooit gesproken met mijn vrouw maar op een goede dag heb ik me wel versproken. Toen wist ze het en vanaf die dag veranderde er iets. De eerste Orang Malu kwam in huis en ze ging schilderen. Over scheiden is nooit gesproken en dat is maar goed ook. De verleiding is mij nog veel vaker overkomen en mijn vrouw wist dat ik zo in elkaar zat. Weet je wel hoe leuk en lekker de verleiding is? Weet je wel hoe onschuldig ze zich aandient? Weet je wel dat je verslaafd kan raken aan de verleiding? En toch, zal geen assistente, geen Antje ooit tussen mij en mijn vrouw komen staan. Ik sta open voor het kwaad van de verleiding maar niet voor het grotere kwaad: de verlating.”

“Wat wilt u me daarmee zeggen?” is mijn verblufte reactie. “Snap je het niet? Ik wil zeggen dat iedereen aangetast kan worden door eeen groter of kleiner deel van het kwaad en dat straffen daartegen geen remedie is. Straffen heeft niet meer dan een symbolische betekenis. Het zegt de gemeenschap “wat hier gebeurd is, is kwaad, wij zijn daar tegen”, het zegt niet “dit is een verrotte mens”. Wie begrijpt wat de Orang Malu is, kan dat accepteren. ” Kommer legt zijn benenop de hocker die voor zijn stoel staat en blaast ene paar blauw wolken uit. “De afrekenmaatschappij is berust op wraakgevoelens maar bereikt niet meer dan het slaan van piketpalen voor ene geordende samenleving.”

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

 Service

www.deblauwemaan.nl

www.pureandnatural.nl

www.vaartips.nl

www.standaard.be

wwwkatenhond.blog.nl

www.mathieu-groenlinks.hyves.nl

Ich bin ein Beerenburger

kris_roose_zelfbeeld.jpg

Het is altijd weer een genoegen om bij Kommer de oprijlaan in te rijden. De hoge populieren langs het pad, de zwarte en witte zwanen op de vijver voor het huis, het herenhuis zelf met een bos als achtergrond en ook de alledaagse eerlijkheid van het weiland met koeien naast de deur. Sommigen hebben wat schroom om zelfs maar een voet binnen het hek van het huis te zetten. Ik niet, van meet af aan heb ik me hier thuis gevoeld zonder heimelijk te hopen dat ik straks als huisvriend het hele vastgoed zou mogen erven. De vier dochteren en drie zonen van Kommer zouden daartegen zeker in opstand komen. Ja, Kommer heeft z’n best gedaan en dat zal het erfgoed straks jammerlijk versplinteren maar daarvan heeft de oude, wijze politicus geen spijt. Hij geniet.

Vandaag staat hij zelf op de hoge stoep voor het huis, compleet met wandelstok en plusfours, of drollenvanger zoals mijn moeder dat noemde. Kommer ontvangt vandaag familie uit de hele wereld en daarop heeft hij zich gekleed: plusfours in beige corduroy, zwarte instappers met gesp, Engelse sportkousen met ruit, tweed jasje dat zijn oorspronkelijk hoge kwaliteit nog net verraadt, vest in dezelfde kleur, lichtblauw overhemd met donkerbruine strepen en een vloekende choker. Dat laatste hoort bij de adelijke stijl die Kommer handhaaft hoewel zijn vader gewoon schapenboer was.

Kommer wijst op het hoektorentje aan de linkerkant van de voorgevel. “Mijn trots”, zegt hij en dat is te zien want de Friese vlag wappert op top. “Dit is het enige gewone herenhuis met een hoektorentje in deze streek”, laat hij erop volgen. Ik ben blij dat ik het heb kunnen kopen.” Dan houdt hij de voordeur ietsje voor me open. “Ik wilde me nog verontschuldigen voor gisteren. Ik heb me geloof ik een beetje teveel laten gaan. Dat past niet zo bij me.” Voor het eerst merk ik een soort schaamte in zijn stem en ik kan een glimlach niet onderdrukken en die geef ik daarom maar meteen een charmante glans. “U bent uzelf in uw gesprekken”, zeg ik. “Dat maakt het mij aantrekkelijker en gemakkelijker. Wat zal ik klagen?” Kommer reageert nauwelijks maar wijst wel weer de weg naar de studeerkamer. “Beneden wordt alles in gereedheid gebracht voor de ontvangst van vanavond”, zegt hij. “Gelukkig heb ik boven nog een goede Beerenburg staan.”

De kamer staat er nog net zo onaangeroerd bij als gisteren alleen is het kleine bijzettafeltje in het midden blijven staan. Ik zoek mijn fauteuil met werkelijk goddelijke zit weer op en pas nu valt me de serie wajangpoppen naast de Biedermeierkast op. Misschien nog eens iets voor een volgend gesprek. Als de glazen zijn gevuld en ook Kommer zit, lanceer ik meteen mijn eerste vraag. “U heeft het imago van onkreukbaarheid. Is dat iets dat u ook altijd heeft nagestreefd?” Kommer glimlacht. “Imago, jongeman, ja dat is een heel verhaal. Laat ik je dit vertellen: ieder goed imago berust op onkreukbaarheid. Dat wil zeggen dat je jezelf bent en zo hoort het ook Ja, als je méér dan een beetje verliefd bent op je zelf, dan krijg je vanzelf een goed imago. Daar zit hem ook de kneep. Veel mensen weten niet wie ze zijn en kunnen dus ook niet verliefd zijn op zichzelf, ook in de politiek. Dan zijn er kunstjes nodig om het nog wat te laten lijken.”

Imago is een woord dat de laatste jaren erg opgeld heeft gedaan en volgens mij is het afkomstig uit de autohandel. Als een auto wordt afgeleverd, moet ze perfect zijn gepoetst. Dat leidt af van onvolkomenheden en eventuele gebreken. De klant moet zijn hormonen in de oren horen suizen als het automobiel voor hem staat. Ja zeker, het is een vorm van lustbeleving.” Kommer verschuift naar het puntje van zijn stoel. Het onderwerp heeft hem helemaal te pakken.

“Sommigen denken dat imago een soort, een soort , hoe zal ik het zeggen?”Zijn hoofd begint rood aan te lopen van opwinding. “Een soort psychische boerka is. Je verbergt jezelf om iets anders te laten zien. Helemaal fout!” Hij zoekt even met zijn handen in de zakken van zijn jasje en vest. “Waar heb ik mijn pijp nu toch gelaten? Ik heb hem toch niet beneden laten liggen met al die drukte?”Verontschuldigend steekt hij zijn hand op.”Wacht even, even naar de keuken bellen of ze hem zoeken. Zonder pijp ben ik niets.” “Uw pijp hoort bij uw imago”, lach ik adrem maar de oude, wijze politicus schudt zijn hoofd. “Nee, nee, die pijp dat ben ik. Dat is nu juist het misverstand. Je imago hoort voor 99 procent te bestaan uit  eigen persoonlijkheid, je identiteit. Ja, ja, ik merk aan je, meneer de journalist, dat je je ook al overgeeft aan het hedendaagse geloof aan kunstjes en flauwekulletjes.” In een paar woorden geeft hij door de huistelefoon orders aan “het meisje” om zijn pijp te zoeken. Dan legt hij neer en neemt hij een slok Beerenburg. 

“Een goed imago valt zelfs helemaal samen met je identiteit, dat is degene die je werkelijk bent met al je liefdes en angsten of voorkeuren. Omdat iedereen wel iets te verbergen heeft of niet aan de Friesche klok wil hangen (een ondeugende glimlach om deze kwinkslag speelt nu om zijn lippen) hebben we wat poetswerk nodig maar dat mag niet meer dan één a twee procent zijn.  Persoonlijk vind ik twee procent al veel.” Even pauzeert hij voor een nieuwe slok. “Kijk, alles wat je hier om je heen ziet, dat ben ik. Er is in deze omgeving niets te vinden dat mij tegenstaat. Ik voel me hier thuis. Natuurlijk, mijn identiteit en dus mijn imago zijn veranderd in de loop van de jaren. Daaraan valt niet te ontkomen.”

Kommers ogen dwalen de kamer rond maar in werkelijkheid is hij op zoek naar het verleden. “Vroeger, o vroeger was ik sportief. Ik hockeyde en reed paard. Mijn vader had twee paarde op de boerderij dus dat was gemakkelijk. Ik zat achter de meiden aan maar ik studeerde ook hard. Dat heeft me gebracht waar ik ben. Nu niet meer, nu zit ik anderen achter de broek om hard te werken. Waar blijft het meisje nou toch?”

De deur van de kamer zwaait open en een achttien- of negentienjarige schoonheid in zwart jurkje en wit schortje en ahndschoentjes komt binnen. “Uw pijp meneer”, zegt ze al bij de deur. “Ja, geef maar even hier meisje”, Kommerw enkt met zijn rechter hand. “Dank je wel.” Het meisje werpt een beetje een verontschuldigende glimlach in mijn richting, zoiets van “zo gaat het hier nu eenmaal”. Nog voor ze de deur uit is, zit Kommer zijn pijp te stoppen.

“Imago heeft alles te maken met de dingen waar je van houdt in het leven. Het gaat om bewondering, zorg, liefde, hoop, genoegens en noem maar op. Die, hoe heet hij alweer, Pim was z’n voornaam…””Pim Fortuyn bedoelt u misschien?”probeer ik. “Kommer knikt hevig. “Juist ja, die ja, die Pim ;iep te koop met zijn seksuele voorkeuren. Dat had hij goed geaien omdat seks tegenwoordig belangrijker is dan wat dan ook. Hij meende alles wat hij daarover zei, hij maakte duidelijk waarvan hij hield. Hij hield ook van het debat en de spanning die daarin zat. Daarom kon mijn goede vriend Ad Melkert er niet tegenop. Die zat met zijn hoofd in de dossiers en rapporten. Zijn imago heette “archiefkast” en dat is niet iets waar je van kunt houden. Dat wil niet zeggen dat je niet het grootste gelijk van de wereld kunt hebben, snap je?”

Ik denk dat ik het snap. Kommer praat snel en heftig en mijn pols begint zeer te doen van het noteren. “Je drinkt niet, jongeman”, merkt hij op. “Smaakt de Beerenburg niet? Nou ja, die vraag kun je natuurlijk niet beantwoorden als je niet drinkt. Kom, neem een slok, dan houd ik even mijn mond”, zegt hij luchtigjes toe. Ik maak daar gebruik van om mijn hand in elk geval even een andere beweging te laten maken. Misschien moet ik toch maar eens zo’n klein opnameapparaatje kopen!

Kommer schenkt zichzelf nog eens in en zakt met zijn glas in de hand terug in zijn stoel. “Imago is liefde. Je moet de mensen laten geloven dat er één of twee dingen zijn waarvan je houdt. Dat lukt alleen maar als het ook werkelijk zo is. Alleen maar varen op je gevoel voor rechtbvaardigheid, daar red je het niet mee. Nee, er moet iets zijn zoals Beerenburg, hoewel alcohol niet echt een goed middel is. Beter kun je gek zijn op je paard of je hond, op lekker eten, op je vrouw en kinderen, natuurlijk op het werk dat je doet en op de schilderijen van een bepaalde schilder, iop het oude mannetje dat elke dag bij de poort van het Binnenhof zit en noem maar op. Je moet aan het publiek laten zien dat er iets is in de wereld waarmee je je emotioneel hebt verbonden. De tedere opmerking of het zachte gebaar doet het daarbij altijd beter dan geschreeuw, tranen of gejank.” Over Kommers gezicht trekt een zweem van afschuw bij het woord “gejank”. Hij is weer helemaal naar voren geschoven en op het voorste puntje van zijn stoel komen zitten en kijkt mij doordringend aan. “Begrijp je echt wat ik bedoel?” vraagt hij langzaam terwijl hij op de steel van zijn pijp sabbelt…

“U bedoelt dat een imago alleen mar werkt als je het zelf bent, als je zelf je boodschap bent geworden”, vat ik wat filosofisch samen. Voor Kommer is die filosofie geen probleem. Hij houdt van nadenken. “Dat klopt helemaal. Wie leider is van een liberale partij, moet de ruimhartigheid aan zijn gezicht zijn af te lezen.” Kommer pauzeert om zijn volgend woorden extra indruk te laten maken.  “Niet omdat hij dat zo geleerd heeft, maar omdat hij de ruimhartigheid in persoon is. Jahaa, eigenlijk is de boodschap: straal je zelf uit maar stráál het ook echt uit. “Wat dat betreft heeft de VVD het wel heel moeilijk met de keuze tussen de vleesgeworden bekrompenheid en het schooljochie dat bang is dat hij het in z’n broek zal doen.”

Kommer begeleidt mij naar de deur en zwaait loopt zelfs mee naarbuiten. “Kijk zegt hij, ik ben blij dat ik ben wie ik ben. Stel je voor dat ik op een tweekamerappartement, vier hoog had gezeten. Met zo’n imago kom je nergens.” Bij het wegrijdenzie ik nu ps het opschrift op de groene brievenbus aan het begin van de oprijlaan: “Ich bin ein Beerenburger.”Een karakteristiek grapje voor Kommer.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 Service

www.imagotest.nl

members.home.nl

www.lichaamstaal.nl

gezondheid.blog.nl

blogger.xs4all.nl

http://www.wilgje.net

Beerenburg blijft Beerenburg

fr_vlag.gif

Kommer aait zijn kleine, grijze sikje en kijkt om zich heen alsof hij de horizon afzoekt. “Deze keer moeten we uitwijken naar mijn studeerkamer”, zegt hij trots. “In alle keukens van het huis heerst chaos want de schoonmakerij is uitgebarsten”, lacht hij. Dan steekt hij een vinger omhoog om aan te geven dat de Friese profetie een aanvang neemt. “Maar gelukkig hebben we de Beerenburg en twee glazen hier”, met een knikje verwijst hij naar het kleine bijzettafeltje naast de leren fauteuil bij de erker aan de zijkant van zijn huis. “En kijk, zegt hij terwijl hij met zijn vinger de muren aanwijst. “Alle wanden hebben hier de kleur van de windrichting: het donkerblauw van het noorden, het rozerood van het oosten, het geel van het zuiden en het rood van het westen. Daar voel ik me bij thuis”, de tevredenheid in zijn ogen kan mij onmogelijk ontgaan.  Het is duidelijk dat hij wat emotioneel raakt en hij legt zijn pijp weg, naast het kruikje Beerenburg.

Hij schuift het tafeltje met het kruikje Beerenburg meer naar het midden van de kamer en wijst mij een leren fauteuil met kussen. “Als je het niet wilt, leg je het maar naast de stoel hoor jongeman”, glimlacht hij. “Je wilde het hebben over waarden en normen? Mijn favoriete onderwerp, hoewel er veel teveel over gepraat wordt de laatste jaren!” Hij vouwt zijn handen in elkaar en staart even naar het plafond. “Weet je, al dat gepraat heeft nog steeds niet duidelijk gemaakt over welke waarden en normen we het eigenlijk hebben. Het lijkt een soort herstelbeweging en die hebben we in de loop van de tientallen jaren méér dan ééns gehad.” Met elk woord stampt hij de tabak in zijn Friesche pijp verder aan. “Vóór de Tweede Wereldoorlog had je Nationaal Herstel, een clubje dat het liefst lijfstraffen zou hebben ingevoerd. Dat is gek hè? Mensen die over waarden en normen beginnen, willen altijd allereerst straffen. Alsof waarden en normen er met de zweep in te ranselen zijn. Nou, ik zeg altijd: ‘ze zijn er eerder uitgeranseld dan erin’. Wie zware straffen uitdeelt, laat zien over weinig waarden en normen te beschikken.” Ik verschuif even in mijn fauteuil want mij bekruipt het onrustbarende gevoel dat we het vandaag ééns worden.

“Maar u moet toch toegeven dat veel jongeren in de bus niet eens meer opstaan voor ouderen”, probeer ik. “En die vechtpartijen bij het voetballen… .”Er tekent zich iets van irritatie af in het gezicht van de oude en wijze politicus en dus stop ik mijn betoog haastig. “Kijk eens, jongeman”, zegt Kommer terwijl hij een glas Beerenburg voor mij inschenkt. “Ik heb al eens eerder gezegd dat je niet teveel naar voor de hand liggende zaken moet wijzen. Natuurlijk, jongeren blijven steeds vaker zitten, niet alleen als een oudere graag een zitplaats zou willen hebben maar ook als er een zwangere vrouw moet staan of iemand met zijn been in het gips.” Deze keer giet hij een flinke slok Beerenburg naarbinnen en nadenkend blijft hij naar het fraai, compleet met engeltjes en sierlijsten, gestuukte plafond staren. Dan springt hij overeind alsof hij zich plotseling iets bedenkt. Met grote stappen beent hij naar de vleugel die de andere helft van de kamer bevolkt.

“Een echte Bachmann van 1897”, zegt hij onderwijzend en hij neemt plaats achter het instrument. “Met een half octaaf extra zodat je er stukken op kunt spelen die niemand uit zijn Japanner in de doorzonwoning haalt.” Zijn armen zweven nu ver omhoog alsof er sprake is van levitatie en met kracht raken zijn handen de toetsen. Soepel en liefdevol maar ook helder en onverzettelijk begint hij aan de beroemde fuga van Bach. Zijn  handen vliegen steeds weer van links naar rechts, soms hoger dan een zwaluw over de akkers. Zijn zit is stevig en toch meegaand, de ervaren ruiter van een Friesche hengst laat zich hier kennen. En dan…houdt hij even plotseling op als hij is begonnen. Als een leraar stelt hij zich op achter het instrument. “Weet je wat zo mooi is van het klavier?”vraagt hij maar op het antwoord wil hij overduidelijk niet wachten. “Alle toetsen, alle tonen, liggen keurig in het gelid. Het klavier is het enige instrument dat ze allemaal op een rijtje heeft.” Hij wacht even om te zien welke uitwerking zijn woordgrapje heeft maar ik hoor het nauwelijks omdat ik zijn betoog wil volgen.

“Het klavier heeft die structuur niet door het te slaan en te schoppen maar doordat het zo is gemaakt door de klaviermaker. Ik bedoel nu niet de Grote Klaviermaker die de muziek in ons aller leven brengt maar gewoon, de man in het atelier.”Het is de pianist die er mooie, harmonieuze klanken uithaalt door de juiste toetsen en combinaties aan te raken. Niet door de toetsen aan stukken te rammen of eruit te trekken.” De oude, wijze politicus lijtk bijna helemaal buiten adem door zijn gloedvolle betoog maar hij heeft nog lucht genoeg om terug te benen naar zijn zetel en een slok Beerenburg weg te werken.

“U bedoelt dat structuur, waarden en normen een gevolg zijn van vorming en opvoeding?” vraag ik, overweldigd door een vlaag van wat ik zelf beschouw als verlicht denken.  “Heel juist!” is het absolute antwoord. “En er zijn middelen genoeg. Ooit is het onzalige idee ontstaan dat spelling, zinsontleding en woordbenoeming, jaartallen en topografie niet belangrijk waren. De profeten die zulke onzin verkondigden, begrepen niet het wezenlijke belang ervan. Uiteindelijk gaat het niet om een vlekkenloze spelling. Het gaat erom jongeren en kinderen de structuren in het leven te laten zien. Toon aan dat het leven structuur heeft en ze gaan er zelf ook naar verlangen.” Kommer klakt met zijn tong en kijkt opnieuw naar het plafond. “Want structuur is mooi, kinderen willen niets liever. Ze zijn allemaal gek op uniformpjes, zoals blijkt uit de padvinderij, de communistische jonge pioniers en helaas ook de Hitler Jugend.”

Bijna uit het veld geslagen ben ik door zoveel verbaal geweld en ik ga zelfs verlangen naar een glas Beerenburg maar daarop hoef ik gelukkig niet lang te wachten. Kommer staat al klaar met de kruik in de hand en ik knik ja.  Er “bekruipt” mij een vraag maar ik weet niet meer of ik er wijs aan doe om haar te stellen. Toch kan ik mezelf niet bedwingen. “Maar het is toch goed om opgeschoten jongeren in het gareel te krijgen, te corrigeren, bij te sturen?” De oude, wijze politicus kijkt somber voor zich uit. “Bijsturen? Ja, maar in welke richting? Toch niet de kant op van die idioot met zijn Joods-Christelijke waarden en normen of cultuur?”

Het schuim staat hem nu bijna op de lippen. Zelden heb ik Kommer zo kwaad en opgewonden gezien. “Hier in Friesland hebben we geen behoefte aan herstel van waarden en normen. En Joods-Christelijk? Dat is toch echt de verbastering van elke cultuur in dit land. Ik heb wel eens iemand gezien die een Joodse, zevenarmige kandelaar in de vesnterbank had staan. En Christelijk? Onze grootste dominee, Domela Nieuwenhuis, was een rode rebel! Wat nou Joods-Christelijk. Het is mij wel eens opgevallen dat die mannen van het herstel allemaal uit het zuiden van dit land komen. Dat ligt tegen België aan waar je kunt zien wat er van komt als je je waarden steeds weer moet herstellen.”

Kommer loopt rood aan en het is duidelijk dat hij zijn gewoonlijke zelfbeheersing tijdelijk overboord heeft gezet. “Het begint al bij de grote rivieren waar ze de waarden onder water laten lopen terwijl wij de warden juist droog houden. Trots en fier met de vlag van blauwe en witte banieren en rode harten in gedachten. Juist nu onze minister van cultuur denkt dat Friesland en sprookje is. Normen en waarden! Kijk eens naar onze parlementariërs die over niets anders kunnen praten dan over katten, muizen en koffiezetapparaten in hun kamers. Stijl en smaak, respect en trots. structuur, daar gaat het om. Niks herstel. herstellen doe je met stoplappen!”

Kommer is uit zijn stoel overeind gesprongen en begint spontaan de eerste regels van het Friese volkslied te zingen terwijl hij zijn glas Beerenburg hoog opheft:

Frysk bloed tsjoch op! wol no ris brûze en siede,
En bûnzje troch ús ieren om!
Flean op! Wy sjonge it bêste lân fan d’ierde,
It Fryske lân fol eare en rom.

Ik zie zelfs een enkele traan over zijn wangen biggelen. Het interview is, dunkt mij, afgelopen.  

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 

 Service

www.waarden.org

www.sociaalemotioneel.nl

www.collegenet.nl

www.jongebazen.nl

www.cinner.com

www.woordenboek.writersblock.net

www.henkblanken.nl

www.drf.nl/kunst/volkslied/volkslied.htm

Bedrog en Beerenburg

lammetje.jpg

Kommer Sybenga schrikt op als ik zijn woonkamer binnenkom. Hij is net de horizontale stand van zijn relaxfauteuil aan het uitproberen en zoiets doet hij liever zonder publiek. `Aha, bent u daar al, op dit vroege uur?` vraagt hij om zichzelf een houding te geven. `Ik neem aan dat u om te beginnen liever capuccino wilt dan Beerenburg? Mij maakt het niet uit. Ik drink alles door elkaar, de hele dag door. Zelfs karnemelk.´

Zijn ogen twinkelen van zelfspot maar de stand van zijn wenkbrauwen wijst op ernst. `Ik meen het`, hij rekt een stuk van de huis van zijn rechter arm op. `Kijk maar, karnemelk is goed voor je huid. Vooral als hij uit Friesland komt.` Ik geloof hem graag en laat hem nog even met zijn stoel stoeien terwijl ik bevestig dat ik graag capuccino lust. Na wat gehannes heeft de oude, wijze politicus de rugleuning van zijn stoel weer rechtovereind. `Teveel knoppen`, glimlacht hij. Het is voor het eerst dat ik enige verlegenheid in zijn ogen bespeur.

`Bedrog`, begint hij terwijl hij zijn capuccino tot koud wordens toe roert. `Ja, hoe zal ik het zeggen`, even staart hij naar de koffie alsof hij toch liever een Beerenburg had gehad en dan lijkt hij zich iets te herinneren. Van het tafeltje naast zijn stoel pakt hij zijn Friesche pijp en uit een zeemleren zakje begint hij die met tabak te vullen. `Bedrog, jongeman, is een veel gehoord woord in de politiek. Kiezersbedrog, bedrog van bondgenoten, en bedrog van het publiek. Ik heb er ook mee te maken gehad. Kijk, zelden gaat het om echt bedrog. Haast niemand weet dat alleen een dictator precies helemaal kan doen wat hij vantevoren heeft beloofd. En zelfs, dan nog… Je hebt bij alles wat je doet te maken met anderen, anderen die vooral bezig zijn blokkades op te werpen voor alles wat je wilt. Als er één ding is waarin mensen goed zijn, dan is het tegenwerking. Als je eigen ideeën uit de mond van de andere partij komen, dan zijn ze volslagen onuitvoerbaar`, snap je wat ik bedoel?`

`Maar ik dacht altijd dat een politicus in zo´n geval zei dat de tegenpartij zijn ideeën had overgenomen?´ werp ik tegen. Kommer steekt zijn pijp aan en blaast een paar grote rookwolken voor zich uit. Een rookgordijn waarachter zijn gezichtsuitdrukking nauwelijks is te zien. `Je moet de taal der politiek leren verstaan, jongen. Je bent toch politiek journalist?`Zij stem lijkt nu zelfs een beetje geërgerd te klinken maar als de rookwolken optrekken  is van die ergernis op zijn gezicht niets meer te zien. `Als een politicus zegt dat de tegenpartij zijn idee heeft overgenomen, dan ziet hij kans er verbeteringen in aan te brengen. Het is verdomd vervelend als de tegenpartij met jouw paradepaardjes beginnen te draven. Dat kan je alleen  tegengaan door ze zelf tot galop aan te zetten. Je gaat dus opnoemen wat je aan de voorstellen van de tegnstander mist, zelfs als je daaraan vantevoren nooit had gedacht.`

De oude, wijze politicus krijgt nu een ironische trek op zijn gezicht. `Dat heet bijsturen. Je gebruikt de voorstellen van de tegenpartij om een wetswijziging door te drijven die beter is dan je eigen idee. Daarbij moet je er voor zorgen dat je aan het publiek goed duidelijk maakt dat jij voor verbeteringen hebt gezorgd. Ja, ja, je dacht zeker dat politiek alleen maar een beetje uit slappe praatjes bestond. Nou, helemaal niet hoor. Het is gewoon hard werken en vooral masseren. En kijk, als je erin bent geslaagd om jezelf te presenteren als kampioen van het voorstel, dan krijgt de tegenstander te horen dat hij de kiezers heeft bedrogen. Hij had er voor zijn partij best méér uit kunnen halen.` Kommer lijkt heel tevreden over die analyse. Hij inhaleert twee keer na elkaar en blaast zelfs kringen in de lucht.

Een beetje beteuterd zit ik wel voor me uit te staren. `Maar dan gaat het niet om bedrog maar om onhandigheid`, mijn woorden komen er wat traag en twijfelend uit. Kommer knipoogt. `Ik denk dat je zolangzamerhand rijp begint te worden voor een post als premier`, grijnst hij. `Nog een capuccino?` die vraag komt er aanmerkelijk trager uit dan het“nog een Beerenburg?` van gisteren maar ik besluit toch `ja` te zeggen. `Kijk nu eens naar onze Jan Peter´, vervolgt hij nadat hij de order heeft doorgegeven aan `de keuken`. ´Bijna was het misgegaan met dat hele Irakverhaal. Bijna had hij ten overstaan van het hele volk moeten toegeven dat hij uit gretigheid maar al te graag Bush´zijn lariekoek heeft geloofd. Echt, het was niets dan jeugdige gretigheid en goedgelovigheid.`Kommer krijgt er pretoogjes bij.

`Hoe handig heeft die man nu de pionnen geschoven? Zodra de uitslag van de laatste parlementsverkiezingen duidelijk was, zag hij in dat het kabinet moest gaan bestaan uit CDA, CU en PvdA. Vooral die laatste. Met de sociaaldemocraten binnenboord, zou hij een vervelend onderzoek naar zijn onbenullige gedrag rond Irak kunnen voorkomen. En hij had gelijk. Meteen kwam de PvdA als ongeloofwaardig in het beklaagdenbankje terecht. Voor de lieve vrede kiest de partij ervoor om tegen zo´n onderzoek te stemmen terwijl ze daar eerst volmondig op heeft aangedrongen. Dat is geen bedrog. Het is onhandigheid en gretigheid, eigenschappen die voor een politicus niet passen. Eigenschappen die de politicus in de weg zitten bij zijn pogingen om zijn beloften na te komen (Kommer spreekt altijd alléén over manlijke politici, de rest vindt hij onzin. Het zij zo). Eigenlijk hoef je als tegenstander alleen maar die eigenschappen op te wekken, dan weet je zeker dat de tegenpartij de mist ingaat en dat geeft je de kans om de buit binnen te halen, vriendelijker gezegd `je beloften na te komen`.

De pijp is uit en het verhaal ook. Kommer staat op en de rugleuning klapt nu helemaal in verticale stand. `Het is mooi om politicus te zijn maar wie eerlijk is tegenover zichzelf, vindt het nog mooier om oud-politicus te zijn`, hij glimlacht deze ochtend op een manier die ik niet helemaal vertrouw. `Tot morgen, jongeman“, hij steekt mij ferm en fors de hand toe.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service

www.schoolplaten.nl

www.lichaamstaal.nl

www.eerlijkuden.nl

www.personeelslog.nl

kathalijnebuitenweg.hyves.nl

vrouw.blog.nl

Rechts, links en Beerenburg

image006.jpg

“Wie niet kan laveren, moet niet in de politiek gaan”, Kommer Sybenga, de oude en wijze politicus, zakt onderuit in zijn relaxfauteuil met hocker en sabbelt aan zijn Friesche pijp. Hij weet waar hij over praat want in zijn vrijetijd, tegenwoordig bijna altijd, is Kommer een verwoed zeiler. Hij heeft kanalen, rivieren, meren en zeeën en zelfs de oceaan bezeild en elke keer weer kwam hij met man en muis gezond thuis.

Het valt mij op hoe de relaxfauteuil vloekt bij de rest van het interieur. De beige-bruin gestuukte muren, de witte schouw met eikenhouten lijst, de zware, bruine Friese stoeltjesklok en dan is er ineens de diarreekleurige relaxfauteuil. Kommer moet de verwondering in mijn ogen hebben opgemerkt. “Ik kon hem in geen andere kleur krijgen”, zucht hij. “Hoewel het ding me een godsvermogen heeft gekost. Alles is elektrisch, weet je. Er zit zelfs een automatisch massagebedrijf in zitting en rugleuning. Toch  ben ik wel eens bang dat als ik in deze stoel een hartaanval krijg, dat het ding me automatisch voorover eruit zal kieperen. Hij zit lekker maar hij houdt niet van me. Soit.”

Inderdaad, daarover zouden we het niet hebben. Ik ben deze keer met mijn blocnote bij de éminence grise van de Nederlandse politiek binnengevallen om over links en rechts te spreken. “Laveren`, herhaal ik. `Als een stuurman naast God?` Kommer barst in een onbedaarlijke maar door het pijproken aangevreten lach uit. `Kijk, dat is nu rechts`, zegt hij eindelijk. `Alles altijd koppelen aan wat het meest voor de hand ligt.`

`Laveren is een activiteit waarbij je links en rechts nodig hebt`, gaat hij verder. `Vooral bij tegenwind kom je er het beste mee vooruit al moet je goed opletten hoe ver je van de middenlijn afblijft. En`, laat hij daar nadrukkelijk op volgen. `Die middenlijn heeft niets te maken met een zogenaamd politiek midden. De middenlijn is de rode draad die jou als politicus (het woord `politica`ligt Kommer wat minder gemakkelijk in de mond, wat ik dan weer als rechts beschouw) op het juiste spoor houdt. De middenlijn bepaalt wat acceptabel is en wat niet en hoever je het evenwicht mag verstoren. Van jezelf.` Hij lurkt borrelend aan zijn pijp en stampt de tabak nog eens aan.

`Zin in een glaasje Beerenburg?` Ik ben geen liefhebber van het spul maar als Kommer je zoiets aanbiedt, kun je het niet weigeren. Je zou de man tot in het diepste van zijn Friese ziel treffen. Hij schenkt het roodbruine vocht haast liefdevol in en drukt de kurk met een absolutistisch gebaar op het kruikje. `Die moet goed  dicht zijn, anders gaat het aroma verloren`, lacht hij terwijl hij de pijp van zijn linker naar zijn rechter mondhoek beweegt. 

`Links is `zorg` voor de mensen en zien dat niemand verloren gaat of buiten blijft staan. `Rechts is handhaven van goede, oude gebruiken en gewoonten. `Links` is openstaan voor nieuwe mogelijkheden omdat je denkt dat de wereld er beter van zal worden. `Rechts` is het afkeuren van nieuwigheid omdat je bang bent dat de wereld verloedert. `Links` is welzijn, `rechts` is welvaart. `Links` is `letten op de behoeften van de individu zodat iedereen tot zijn recht komt. `Rechts` is initiatief nemen om er beter van te worden en te zorgen dat je gezin het goed heeft. `Links` is buiten op straat, `rechts` is lekker thuis bij de open haard`.

Kommer kijkt nu even zwijgend en nadenkend voor zich uit terwijl hij ziet dat zijn pijp uitgaat maar hij steekt hem niet opnieuw aan. “Links` en `rechts` hebben elkaar nodig. Het zijn twee paarden die de wagen van je leven vooruittrekken. `Midden` is niks. `Midden loopt in het tweespan niets, er bestaat evenwicht maar er gaat geen kracht van uit`, gaat hij verder. `Midden` is onverschilligheid omdat door de onbewegelijkheid niets er meer toe doet. Stuurmanskunst drijft je van links naar rechts en weer terug, steeds door het midden maar daar verblijf je maar heel kort. Bijna steeds ben je aan één van beide zijden van `midden`. Praat me dus niet van het politieke midden. Dat is dood en het absolute niets.` Nijdig stanpt hij nog een keer zijn uitgebrande pijp aan. `Praat me niet van het midden`, zegt hij nog een keer. Dan kijkt hij of hij zich bedenkt. `Alleen…het werkelijke politieke midden ligt in je zelf. Zoek het op en houd het vast, gewoon om overeind te blijven.`

Hij leunt nu achterover in zijn stoel en laat de rugleuning wat verder naar achteren zakken. `Nog een Beerenburg?` en ik stem opnieuw in. `Weet je, als een vrouw haar armen om je nek slaat dan raken haar handen elkaar achter je. De linker en de rechter hand en hoe steviger ze elkaar vastpakken, des te beter voel jij je.` Hij heeft zijn pijp opnieuw aangestoken en blaast een eerste onbeholpen wolkje uit. Daarmee geeft hij mij de tijd om over zijn woorden na te denken. Niet veel trouwens want ik moet het allemaal nog opschrijven ook. `Links en rechts, het is allemaal niet principieel, het is niet meer dan een verschil in graden ooster- en westerlengte. Wie vergeet op tijd over stag te gaan, valt van de aardbol af. Die heeft ons niets meer te zeggen. En daarbij wilde ik het graag laten, jongeman.`

Die laatste woorden van Kommer zijn kenmerkend voor hem. Ik ben 61.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service

www.fertiliteit.info

www.tamaraengert.wordpress.com

www.red-star.nl

www.digischool.nl

www.intensievemenshouderij.nl

marbel.info

www.denieuwereporter.nl

`

Geert Wilders is een rechtse rat

rat-sniffing-600.jpg

Nooit zal iemand mij bij Geert Wilders in de auto aantreffen. Dat heeft niets te maken met die airbag die hij op zijn hoofd heeft maar wel met zijn verkeersgedrag. Hij haalt voortdurend rechts in, desnoods over de vluchtstrook, en zegt dan dat zijn medeweggebruikers ook alsmaar links blijven rijden. Ja, onverantwoordelijk verkeersgedrag speelt zich vooral rechts af, zoals Heynsbroek ook al toonde.

Ik moest eraan denken toen ik Wilders vanmorgen nog maar weer eens hoorde zeggen dat de Publieke omroepen een links boevennest zijn. Daarmee dumpte hij Andries Knevel en Mathijs van den Brink in één klap in de linkse hoek bij de VPRO. Voor mijn gevoel kan Wilders niet zo goed het onderscheid maken tussen links en rechts en misschien moeten we het hem leren met hooi en strooi. Links hooit het land en oogst en rechts strooit met beschuldigingen.

Nou, dat lijkt me wel weer ongenuanceerd genoeg. Het lukraak schelden met termen als “links”en “rechts”,  SS-er, Nazi en fascist heeft geleid tot een flinke slijtage van al die begrippen en er is nog nauwelijks iemand die een fatsoenlijke definitie ervan durft of kan geven. Daarom durf ik rustig te zeggen dat Wilders een rechtse rat is want “rechts” betekent niets meer en een rat is een uitermate nuttig dier dat ons van veel rotzooi verlost*.

Toch heb ik die kop niet voor niets gekozen. Het klinkt heel anders dan “Geert Wilders kiest rechtse terminologie” of “De PPV houdt duidelijke rechtse elementen in zich”. Beide formuleringen zijn nauwkeuriger dan de kop hierboven maar ze trekken geen aandacht  en daar gaat het om. Uit onderzoek is gebleken dat het gebruik van de naam Geert Wilders “hits” oplevert en in combinatie met een agressieve one-liner gaat dat nog beter. Dus vooruit met de geit…

Dat onderzoek was van mijzelf en proefondervindelijk door het afwisselende gebruik van felle, ongenuanceerde koppen en meer verantwoorde teksten. De laatste kregen aanmerkelijk minder bezoekers. Ook “neuken” ligt erg goed bij het publiek evenals “moslimterrorisme”, terrorisme”, “dramatisch ongeluk”, “aanslagen”, “Bush ïs gek”,  “politici liegen”(wordt al minder) of “Aids mag van de paus”. Allemaal koppen die leden tot snel succes, d.w.z. `hits`. Als blogger gaat het daar immers om. 

 

french_revolution-large.jpg

Waar het op neer komt is dat koppen die de negatieve emotie raken, de meeste kans op succes bieden. In dat opzicht hebben mensen zich niet ontwikkeld sinds de eerste man de eerste vrouw aan haar haren naar zijn grot sleepte ( een fabeltje want de eerste vrouw was Ciska Dresselhuys en die wil niemand in zijn grot hebben (50 points!)).  

Wie de emotie van mensen raakt, heeft het meeste succes. Eigenlijk moet ik zeggen “het snelste succes”. Ook de ogenschijnlijk positieve emotie van de lach wordt daarbij misbruikt door grapjes vooral te laten bestaan uit leedvermaak. De reclame op tv en radio staat er bol van. Vreemd genoeg maakt de politicus daarvan zelden gebruik. Integendeel, in het politieke debat mag emotie niet meetellen. Daardoor ontstaan vaak bloedeloze debatten waarbij de tegenstanders elkaar soms met allerlei wetenschappelijke rapporten om de oren slaan. Heel vaak zonder ze ooit gelezen te hebben. Alleen de resultaten die erin zijn vermeld, tellen.

Nu interviewde ik gisteren een vrouwelijke wetenschapper die zich daarover verbaasde. Zij toonde zich verwonderd over het gemak waarmee bestuurders en politici heenwalsen over vraagtekens en twijfels die in veel rapporten, ook in de hare, liggen opgesloten. “Ik denk vaak dat ik die verantwoordelijkheid niet op me zou willen nemen”, zei zij. Ze heeft gelijk want beslissingen, zogenaamd, op basis van wetenschappelijke onderzoek leiden meestal tot desastreuze resultaten. Maar ja, zoiets heet een `leermoment`en dan is iedereen weer tevreden.

Hoe komt dat toch? Waarom laten politici zich zo gemakkelijk afserveren? Gisteravond was ik er nog getuige van hoe een wethouder in zijn eentje zonder enige zichtbare moeite een hele raadscommissie om zijn vinger wond. Er zal nog wel wat gedebatteerd worden in de komende raadsvergadering maar de eerste winst is binnen. Naar mijn mening komt het door het marketingsyndroom. Door de allesoverheersende verkopersmentaliteit zijn we eraan gewend geraakt dat een succesje met een soepel praatje en wat wetenschappelijk ogende leuterpraat binnen te halen valt. Lukt dat niet, dan laten we ons overbluffen door het soepele praatje en wetenschappelijk ogende leuterpraat van de ander. Dat is raar want de democratie geeft ons het recht om het met elkaar oneens te zijn, altijd, heftig, voortdurend en gefundeerd.

De bereidheid tot voorbereiding en onderzoek is onvoldoende aanwezig, ook bij onze politici. De bereidheid om de confrontatie werkelijk aan te gaan en een debat met degens in de hand te voeren, is al lang weggesmolten door gepolder, overtrokken gevoelens van menselijke gelijkheid en gebrek aan eigen structuur. Die structuur zou een samenhangend geheel van politieke emotie en rationele inzichten en informatie moeten bevatten. Aan beide ontbreekt het. De emotie is uitgebannen en informatie inwinnen kost de hedendaagse politicus teveel tijd en inspanning. Alles moet snel en gemakkelijk.

Als ik Geert Wilders een rechtse rat vind, is het zaak dat ik rattenvanger of rattenval word. Dan moet ik hem op rationele wijze in de val lokken en mag ik mijn emotionele trots tonen als het beest gevangen zit. Dat mag allemaal als het leidt tot de verwezenlijking van mij politieke doelstellingen, gedragen door mijn achterban. Dat is iets heel anders dan voortdurend naar de ander te wijzen en, godbetert, te stellen dat via zijn aanpak onze doelstellingen nooit gehaald worden. Nee, natuurlijk niet dumbo! 

Varen op eigen kracht, laat zien wie je bent en geef eens minder een interpretatie van de doelstellingen van de ander. Die doen er niet toe, ze zijn dom, per definitie asociaal en volledig ontoepasbaar. Als politicus zou je gek moeten zijn als je daaraan al teveel woorden vuil maakt. En zo doet onze rechtse rat dat ook. Hij heeft doorzien hoe het politieke spel gespeeld moet worden. De standpunten van zijn tegenstanders zijn slechts decor, zijn eigen ideeen acteren.

Geert Wilders is een rechtse rat, nu is het wachten op de linkse rattenvager.

 

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

*Mijjn vrouw wijst mij er zojuist terecht op dat een rat ook de vlooien bij zich draagt die de pest verspreiden. Tja…

https://politiek.wordpress.com

En lees tijdens het reces eens een goed boek dames en heren politici! Heus het helpt! U kunt ook kijken op www.mythologie.wordpress.com. Vanaf volgende week komt hier een oude, wijze politicus aan het woord.

 

ratio1.jpg

Service 

mattiastimmen.web-log.nl

latin.blog.nl/tropical_salsa_etc/2006/11/29/de

www.eventbuzz.nl

www.yayabla.nl

www.denieuwereporter.nl

www.dietsekameraden.nl

www.nederkrant.wordpress.com

www.phlegmnet.nl

www.frietmetstoofvlees.blogspot.com

antifa.web-log.nlantifa.web-log.nl

Crème de la crème brûlée

vikbat.jpg

Gisteren heb ik een vriendin gecremeerd. Ja niet thuis maar in de dooiemensenbakkerij op de begraafplaats. Het was een bijeenkomst vol vriendschap en vooral veel warmte en na afloop mocht iedereen een boodschap op de kist schrijven. Ik heb er “tot ziens” op geschreven want ik ben niet onsterfelijk behalve op mijn belachelijke momenten. Eigenlijk is er vóór de dood alleen maar hoop, daarna begint het leven.

Vreselijk vind ik zulke gebeurtenissenen. Ik weet ook nooit wat ik tegen de nabestaanden zeggen moet. Ik zie anderen die hen aan het lachen maken maar ik zelf kom niet verder dan een uitgestreken doodgraversgezicht en volgens mij wordt dat helemaal niet op prijs gesteld. `Ook dat nog, daar heb je die goede vriend met die kop alsof hij net uit de dood verrezen is”. Ik weet wel grappige opmerkingen te bedenken maar die lijken me meestal niet gepast. En dus loop ik maar als een soort Magere Hein op eigen feestje voorbij. Spitsroeden lopen vind ik dat. De familie had zich maar liefst in een rij van meer dan twintig personen opgesteld. Mijn handje werd steeds slapper en mijn gebazel ook.

En dan is er koffie. Nou ja, in dit geval was er ook bier en wijn, geen hotelcake. Feestelijk eigenlijk. Dat sloot wel aardig aan bij de gedachten van onze vriendin want zij was een vrijdenkster. De crème de la crème van het intellectuele denken en het levende bewijs dat vrouwen wel gevoel voor humor hebben. Iemand met wie ik op hetzelfde niveau kon praten en dat kom ik niet vaak tegen. Hoewel ik haar in de afgelopen tijd niet meer zoveel heb gezien, zal ik haar dus heel erg missen. De meeste mensen zitten nu eenmaal opgesloten in kadertjes van wat hoort en wat niet hoort en vooral van wat “de waarheid” is. Als journalist hoor je wat stompzinnigheid op dat gebied.

Terwijl ik daar zo rondliep, zag ik al gauw dat ik behalve de nabestaanden niemand kende en dus begon ik een gesprek met mijzelf. Ik werd het na enige discussie eens met mijzelf dat cremeren eigenlijk wel een mooie manier was om aan het ondermaanse te ontstijgen. Ik denk dat het van Ben Kok niet mag maar er is veel dat er voor spreekt. Snel, efficiënt en heel sociaal. In tegenstelling tot een begravene lig je ook niet in de weg als er ergens een nieuwbouwwijk of sportvelden moeten komen. Je houdt de aardse en geestelijke wereld dus heel zindelijk gescheiden. De familie houdt er nog een mooie vaas aan over ook die meestal heel prachtig op de schouw van de openhaard kleurt. Onder in de vaas zou ik een briefje laten leggen `hier ligt opa niet`.  Of liever `hier lag opa niet` want als je het briefje wilt lezen, moet je eerst de as eruit gooien. Dan kom je er in elk geval achter dat dat niet erg is want het was opa toch niet. 

Mijn voorkeur gaat er nog meer naar uit om op een schip een eind de zee te worden opgestuurd waarna het hele gevaarte vlam vat. Zo deden de vikinghoofdmannen dat. Een echte uitvaart. Prachtig. Het lijkt me wel ingewikkeld voor de familie want je zult er vast allerlei vergunningen voor nodig hebben. Terwijl je zelf regelrecht de hemel in krinkelt, sterft de familie van het papierwerk. Dat kun je ze niet aandoen.

Terwijl onze vrijdenkende vriendin eindelijk haar vrijheid heeft teruggevonden, zit ik nog heel armetierig lollig te doen achter een toetsenbord om me vrij te maken van mijn gevoelens. Ze waren er wel, en die bijeenkomst van gisteren heeft me heel wat energie gekost. Ik voel me opgebrand. Ik neem een borrel `A toi, ma crème de la crème brûlée. Et au revoir!

Vanmorgen las ik in de krant dat de overheid goochelt met de normen voor fijnstof. Wat mij betreft is dat niet nodig hoor, Jan Peter. Alles ligt opgeslagen in roetfilters, urn en herinneringen…

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service 

www.flabber.nl

www.spierings.com

www.uitvaart.nl

www.corriedekeijzer.web-log.nl

uitvaart.blogo.nl

www.thedreamer.nl

Het geloof kan ik u niet schenken

20050825-regenboog-005.jpg

Ik ben gek op katten, honden, paarden, futen, adelaars, beren, mollen, schapen, geiten, varkens, forellen, walvissen, dolfijnen, zilvervisjes en nog veel meer dieren zoals ook op kastanjes, beuken, berken, dennen, sparren, wilgen, elzen, hortensia’s, rozen, tulpen, afrikaantjes en ga zo nog maar even door. Alleen met mensen heb ik wel eens een probleem. Sterker nog, ik heb uitsluitend met mensen problemen.

Het komt denk ik doordat ik aan al die dieren en planten regelrecht kan zien wat en wie ze zijn. Ze verhullen niets, de buitenkant is hun ware gedaante en hun instinct is mij meer dan duidelijk. Dat geldt overigens niet voor al mijn soortgenoten want sommigen vergissen zich wel eens in het gevoelsleven van een gorilla. Het gezegde “Gedanken sind Frei” geldt, voor zover ik kan nagaan, niet voor dieren en planten omdat zij hun gedachten dagelijks aan mij tonen en dat maakt die gedachten kwetsbaar en gevoelig voor kritiek. Al moet je daar bij sommige dieren mee oppassen. Zeker is dat in menselijke hoofden zich een scala aan veelkleurigheid bevindt dat misschien de verschillen in de dieren-en plantenwereld nog overtreft. Misschien.

Aan mensen zie je niets. Natuurlijk ze kammen hun haar wel of niet, laten hun baard en snor wel of niet staan, maken zich wel of niet op en kleden zich op een manier die wel of niet bij hen past. Maar het is altijd “wel of niet” en wat mijn medemens met zijn of haar  uitdossing bedoelt, wordt lang niet altijd duidelijk. Hetzelfde geldt ook voor wat mijn soortgenoten zeggen en doen. Het kan allemaal altijd een andere lading of achtergrond hebben dan ik ooit had gedacht. Sommige mensen worden van al die misleiding en zinsbegoocheling rijk: reclamemakers en oplichters bijvoorbeeld. Dat is ook bijna hetzelfde.

Marketingboys die echt geen enkel gevoel voor mij hebben doen zich voor als mijn grote redder in de nood als het erom gaat mij iets aan te smeren waarvan ik zelf de noodzaak niet inzie. Als er één vaardigheid is waarin de mens goed is, dan is het valsheid in woord, daad, geschrifte en glimlach.

Nu heb ik samen met enkele anderen naar aanleiding van mijn column over `Livestro, zijn rechtse tuig etc… een langdurige discussie gevoerd met Ben Kok die zichzelf Joods-Christelijk pastor noemt. Wie meer wil weten over mijn zienswijze op zijn inzichten, moet die column en de commentaren maar eens nalezen. Ik wil uit het hele verhaal één onderdeel uitlichten.

Misschien dacht ik het altijd wel maar soms moet je een goede formulering vinden om te begrijpen wat je denkt. Het maakt niets uit wat een ander gelooft. Alleen de consequenties die hij of zij daaraan verbindt zijn voor mij belangrijk. Hoe gaat hij of zij zich gedragen naar aanleiding van het eigen geloof? Ik kan daar namelijk last van hebben. Wie zich vanwege zijn of haar geloof voortdurend bemoeit met mijn denken en handelen, wordt een steen des aanstoots op mijn weg. Hij of zij legt mij steeds weer meer dan een strobreed in de weg.

Daarom is de atheist die hoofddoekjes of  hangers met kruisbeelden verbiedt, mij een doorn in het oog. Daarom is de Joods-Christelijke pastor die vliegtuigjes laat vliegen met christelijke bekeringsteksten boven een moskee mij een doorn in het oog. En ik voel wel de doorn in mijn oog maar niet de balk in het oog van de pastor.

Als mens moet ik in deze, materiele wereld leven en mijn geloof, ja ook het mijne, is mij een troost. Het is MIJ een troost en daarmee wil ik een ander niet lastigvallen totdat erom gevraagd wordt. Dan wil ik daarover best iets vertellen. De pastor beroept zich op liefdevolheid. Ik stel daar tegenover dat juist mijn terughoudendheid een daad van liefdevolheid is. Ik vertrouw erop dat anderen heel goed in staat zijn zelf hun weg te vinden, totdat het tegendeel bewezen is. Bijvoorbeeld, totdat  je als arts zo diep bent gezonken dat je aanslagen gaat plegen.

Het geloof kan ik niemand schenken en al helemaal niet opleggen. Ik kan het presenteren als erom wordt gevraagd maar de mensen om mij heen moeten toch echt zelf weten of ze het koekje aannemen of niet, dat lijkt mij. En ondertussen sind Gedanken, en dus ook het geloof, frei.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service

www.regenboogsite.tk

www.walburgcollege.nl

www.sochicken.nl

www.turnhoutblogt.be 

www.cynthialog.com

www.lucaswashier.nl

De DDR en Arend Jan Boekesteijn

image0021.jpg

Het WC-papier in de DDR was zó hard dat met behulp daarvan zelfs “der letzte Arsch  rot wird’. Dat was humor in de communistische heilstaat van Erich Honnecker wiens portret nu voor 5 euro te koop is in het nieuwe DDR-Hostel in Berlijn. Alles doet er herinneren aan de DDR: grauwe eentonige buitenkant, krakkemikkig en slecht fumctionerend interieur, het WC-papier en noem maar op. Het enige wat niet gelijk is gebleven, is de service. De gast wordt er niet meer als een ongewenste hond behandeld zoals destijds gebruikelijk was. DDR-Hostels waren een schoolvoorbeeld van ongastvrijheid. En nog iets: de slaapkamers zijn niet meer voorzien van afluistermicrofoons, iets wat ik persoonlijk wel betreur.

De opening van het Hostel is een commerciële grap. Er is een bepaald publiek dat graag eens wil meemaken hoe het was om het als gast te doen met de opzettelijke en schandelijke armoe in de heilshoreca. De hoteleigenaar denkt er goed aan te kunnen verdienen, mede dankzij de souvenirs uit de DDR-tijd. Het mooie ervan is dat het gaat om een persiflage van iets dat inmiddels geen dagelijkse werkelijkheid meer is.

Ja, het is een bekende uitspraak “later lach je erom”. Ik vraag me af of dat ook het geval zal zijn met Arend Jan Boekesteijn. Deze zoetgevooisde agressieveling heeft volkomen ten onrechte een plaats verworven in de VVD-fractie. Dat zou nog niet zo erg zijn als hij zijn mond hield maar dat is beslist niet het geval. Boekesteijn lijkt wel een soort rijzende ster binnen de partij ook al staat hij even ver van het liberalisme af als Honnecker. Hij is het vleesgeworden verval van het liberalisme.

Het probleem met Boekesteijn is dat hij maar één mondhoek heeft: de rechter. Hij wil als het even kan in de komende vier jaar 1,2 miljard van mijn zuur verdiende centen over de balk smijten om de koloniale macht in Afghanistan in stand te houden. Ik krijg het gevoel dat je in zijn ogen beter 10 Afghaanse meisjes dood kunt schieten dan één Talibanstrijder laten ontsnappen. Hij gloeit van trots als hij kan melden dat Nederland aan dergelijke glorieuze operaties heeft meegedaan. Ja, ja, Hollands vlag  aan vreemde kust, of liever: in vreemde steenwoestijn.

Echte walging komt over mij als ik zie hoe deze man met een vriendelijk gezicht en op zachte toon zijn agressiviteit presenteert. Hij doet dat op basis van vermeende intellectualiteit die hij dan weer heeft ontleend aan een, op het eerste gezicht mislukte, studie geschiedenis.

Wat hij maar niet wil begrijpen, is dat terroristen geen “thuisland” nodig hebben. De laatste, mislukte aanslagen in Londen en Glasgow onderstrepen dat. Eén van de verdachten is nota bene arts in een ziekenhuis in Australië. Niks Afghanistan, niks Irak, niks Taliban en zelfs niks Osama. Gewoon met vrienden in de garage gezellig bommetjes in elkaar knutselen en die heel ergens anders in de wereld af laten gaan. Het mag nu toch wel duidelijk zijn dat de zogenaamde succesvolle strijd tegen Talibandieten in Afghanistan geen enkele invloed heeft op het handelen van dit soort “artsen”. Misschien dat er binnenkort ook priesters en soldaten van het Leger des Heils bij betrokken zijn.

Boekesteijn lijkt geïnvesteerd te hebben in terroristische netwerken. Hij wil ze stimuleren door de bevolking van Afghanistan en Irak en het hele Midden-Oosten tegen ons in het harnas te jagen. Als historicus zou hij moeten weten dat al dat wapengeweld nog nooit een probleem heeft opgelost en dat geldt dubbel en dwars voor de waanzin van vredesoperaties. En tegen zulke echte mannen moet onze nationale sufmuts Gerdi Verbeet het opnemen (sorry hoor, in mijn ogen gaat het met haar van kwaad tot erger en dat is vooral zo erg omdat zij een belangrijke representante is van de sociaaldemocratie).

Ja, daarom heb ik Boekesteijn en het DDR-Hostel in één verhaal gegoten. Ik kan gewoon niet wachten tot het vriendelijk klinkende maar o zo verraderlijke stemgeluid van Boekesteijn tot het verleden is gaan behoren zodat we hartelijk kunnen lachen om de Bokito-praat die hij heeft uitgekraamd. Begrijp me goed, het gaat me om zijn  optreden in de politiek en in de publiciteit. Voor het overige doet hij maar want ja, geen mens is feilloos. Daar moet ik altijd aan denken als ik de portrettengalerie van Adolf Hitler, Erich Honnecker, Kurt Waldheim, Walter Ulbricht, Lenin, Marx, Poetin, George Bush senior en junior, maar ook Kennedy, De Gaulle, Churchill, Kaj Elhorst, Said (volgens sommigen is dat mijn pseudoniem) en Prins Hendrik, zie. Geen mens is feilloos, de één heeft meer fouten dan de ander maar fouten zijn er altijd. Ik hoop dat we over een paar jaar voor vijf euro een foto van Boekesteijn te koop zien staan in Kaboel.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

 Service

www.bouhammer.com/nucleus/AfghanBlog.php

www.afghanwarrior.blogspot.com

www.afghanistan.blogvandaag.nl 

www.wikipedia.org/wiki/Liberalisme

http://www.vvd.nl/index.aspx?ChapterID=1159 http://www.vvd.nl/index.aspx?ChapterID=1159

Knus, snus en de koddebeier

veldwachter.jpg

Nooit heb ik er één meegemaakt maar de grootvader van mijn vrouw was één van de  onbezoldigde veldwachters die ons land ooit rijk was. Hij hield het dorp waar hij woonde goed in de gaten en spaarde de appeltjesgappende en vuurtjes stokende dorpsjeugd niet. Eéns in de week zat hij bij meneer burgemeester aan het bureau om de stand van zaken rond orde en rust in het dorp door te nemen. Het leuke van de veldwachter was dat iedereen hem kende.

Hij dronk koffie bij Marie, ging op de thee bij Jannes en tussendoor nuttigde hij het warme eten netjes bij moeder de vrouw thuis. Onderweg sprak hij met de postbode, de straatveger en de veearts en iedereen wist “als er stront aan de knikker is, moet je bij hem zijn”. Het contact tussen burger en gezag was van een natuurlijk, speels karakter. Sterker nog, de burgemeester moest zich snor, baard, hoge hoed, pandjesjas en vestzakhorloge aanschaffen om enige afstand tot het gewone gepeupel te scheppen.

Tegenwoordig heeft in mijn gemeente de wijkagent zijn intrede gedaan. Dat was hard nodig want in de roes van de efficiencyvergroting zijn scholen tot  leerfabrieken uitgegroeid en politiekorpsen tot regionale veiligheidslegers. Efficiënt. Nou ja, dat is nog maar de vraag want de tijd die agenten verliezen met het zoeken van de weg in een plaats die ze niet kennen, werd vroeger gebruikt aan doelmatige surveillances. Maar daarvoor hebben ze toch een routeplanner? Ach ja, elektronica. Zucht, het blijft tobben hè?

De wijkagent moet daarom het contact tussen burger en politie gemakkelijker maken en het vertrouwen versterken. Nu zijn dat twee dingen die je in de goede volgorde moet zeggen. Om goed contact te hebben, moet er eerst vertrouwen zijn. Als het vertrouwen er is, kun je zelfs aan een draagvlak gaan denken. In het geval van de onbezoldigde veldwachter was dat vertrouwen er al. Elke dorpeling wist precies wie de veldwachter was en wat je aan hem had. Bij de wijkagent ligt dat wat anders. Hij heeft om te beginnen niet te maken met 500 maar met 10.000 burgers. Tienduizend burgers die hij allemaal moet kennen en die hem allemaal moeten kennen. Daarbij komt dat hij tijdens zijn surveillances nog eens een afstand van zo’n zes tot tien kilometer tussen de uitersten van zijn gebied moet afleggen. Op de fiets want als automobilist leg je geen contact met burgers.

Iedereen voelt het al aan: de efficiency heeft opgeleverd dat niemand de wijkagent kent en hem of haar ook nooit in de eigen omgeving tegenkomt. Een foldertje door de brievenbus, samen met de reclame van Piet Textiel, dat was alles. Ik vraag me dus af wat nu precies de winst is van deze efficiencyslag. Natuurlijk, de geleerde heren en onderzoekers zullen wel weer komen met een lange reeks van enquêtes en leermomenten maar in werkelijkheid gaat het daarbij natuurlijk alleen om bazelarij. Dat een wijkagent in zo’n groot gebied met zoveel mensen geen contacten tot stand kan brengen, was van te voren al duidelijk.

Het is het zoveelste bewijs van de onzin van de schaalvergroting die efficiency met zich meebrengt. In theorie is het mooi. Verhalen over beschikbaarheid van volle politiehulp, inzetbaarheid van faciliteiten waar het nodig is en dat soort klets. In de praktijk komt het er op neer dat de gemiddelde burger geen agent meer heeft om op persoonlijke wijze tegen te zeuren en dus verliest hij ook op dat gebied het vertrouwen. En met het vertrouwen vliegen contact en draagvlak de deur uit.

Schaalvergroting lijkt een mooie oplossing voor de inzet van onze omvangrijke, technische hulpmiddelen maar het is het niet. Met al oze technische rotzooi zijn we minder goed in  staat de politie haar taak te laten doen dan vroeger. Dat wordt niet opgelost door websites, mobiele telefoons of elektronische netwerksystemen. Dat kan alleen een oplossing vinden in menselijk contact.  

Mensen hebben de neiging om hun leventje in eigen kleine kring op te bouwen. Binnen de Europese Unie wordt de lokale bestuurlijke eenheid, de gemeente, steeds belangrijker. Sommigen gaan het liefst in een dorp wonen omdat ze daar hun buren nog kennen. Anderen wenden zich tot de snus nu het rookverbod door de Europese Commissie ongeveer over heel Europa is uitgevaardigd. Alleen kolencentrales mogen nog roken, vanwege de grootschalige energiebehoefte. De Europese burger zoekt zijn of haar eigen genoegen en verstopt het desnoods onder de bovenlip. “Snus”, een zakje met tabak waarop gesabbeld kan worden zodat je toch nicotine binnenkrijgt. Het mag natuurlijk weer niet van de grootschalige bestuurders in Brussel maar wie kijkt er onder andermans bovenlip? Leve de kleinschaligheid. Doe mij maar knus, snus en de koddebeier. 

Tot sterkte,

 

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

http://www.regelzucht.nl

http://www. johnito.blogspot.com

 http://www.beteronderwijsnederland.nl

http://www.veldwachter-bathmen.nl