Niemand verdient respect

ladakh_kloof1.jpg

Soms vind ik het moeilijk om uit te leggen hoe dat nou precies zit met die maatschappelijke kloof. Die afstand tussen de `doctorandussen` en `het volk`. Vanmorgen hoorde ik iets dat mij een mooi voorbeeld lijkt. Een terminale kankerpatiente mag niet naar huis omdat het ziekenhuis nog allemaal onderzoek moet doen. Waarvoor en waarom? Nou, dat werd al gauw duidelijk. Mevrouw had erge buikpijn maar na een onderzoek bleek al gauw dat aan haar longen niets mankeerde en dat werd haar uiterst opgelucht medegedeeld.

Het zal wel aan mij liggen maar mij is de lariekoek van het bovenstaande onderzoek wel duidelijk. De kloof! De zeer geleerde dames en heren hebben ieder contact met de werkelijkheid verloren ern zitten vastgeroest in hun eigen kaders en wtenschappelijke valstrikken. Ik vind het bovendien behoorlijk respectloos om iemand die terminaal is de gang naar huis te weigeren.

Respectloos is ook dat in de Communistische Heilstaat China gevangenen dagelijks tien uur moeten werken en dan elke week een appel krijgen. Respectloos is de stapel apekoppen en toekansnavels die ik gisteren in de krant zag als bewijs van een haperende wetgeving tegen handel in bedreigde diersoorten. 

Nu is respectloosheid iets dat in onze tijd ongeveer gemeengoed is. `Respect moet je verdienen`, is een veel gehoorde uitspraak. Gisteren bracht ook een wethouder met wie ik goede betrekkingen onderhoud dat naar voren. Ik ben het niet met hem eens. Respect is niet iets dat je ontvangt van een ander maar een manier van kijken naar de wereld. Letterlijk vertaald betekent het `omkijkgedrag`en `omkijken naar iemand` doe je ook zonder je af te vragen wat hij of zij voor iemand is, wat hij of zij heeft verdiend. Wat mij betreft geldt dat trouwens voor alle levende wezens.

Anders staat het met `waardering. `Waardering kun je aan iets of iemand hechten vanwege bepaalde kwaliteiten. Je kunt het ook verdienen door je manier van leven of de dingen die je doet. Zelfs door de goede stukken die je schrijft.  Als derde in het rijtje bestaat er ook nog zoiets als `ontzag`. Dat heb je voor iets of iemand waarvan je vermoedt dat de capaciteiten groter zijn dan de jouwe. Nou, dat is al weer een heel brok voor de vroege ochtend.

Toch heeft het veel te maken met de discussie die ik had met voornoemde wethouder. Die had te maken met de fameuze kreet `luisteren naar de burger`. In de afgelopen jaren is dat een stuk gemakkelijker geworden al lijkt het misschien niet zo. In mijn ogen vatten veel bestuurders dat `luisteren` veel te eenzijdig en voor de hand liggend op. Ze bezoeken wijken en instellingen, horen verhalen aan en menen daarna te hebben geluisterd naar de burger. Niets is minder waar.

O zeker, het is goed om burgers op te zoeken maar om echt te luisteren is nog iets anders nodig. De eerste de beste burger in een achterstandswijk heeft namelijk ontzag voor burgemeester en wethouders. Om dat gevoel een beetje te verminderen beginnen ze al gauw met `je` en `jouw`of zetten ze een grote mond op. Soms verzamelen ze alle geleerd klinkende woorden bij elkaar voor het gesprek, of ze nu in de juiste context worden gebruikt of niet. Op die manier hopen ze respect te krijgen van de bestuurder.

Ze wekken de indruk heel goed te weten waarover ze praten hoewel dat meestal maar ten dele zo is.  Bovendien verwachten burgers die met een wethouder spreken, dat er ook direct iets gebeurt. Meneer of mevrouw de wethouder kan dat toch wel even regelen? Dat laatste wijst al op een wereld van verschil in denken. Meneer of mevrouw de wethouder kan `het` helemaal niet even regelen. Omdat het allemaal zolang duurt en uiteindelijk toch verkeerd uitpakt, verdwijnt de waardering voor de wethouder en, nog erger, zelfs het respect.

Luisteren naar de burger houdt dan ook meer in dan een praatje maken. In onze tijd betekent het dat je als bestuurder van tijd tot tijd weblogs afwandelt om te bekijken wat `het volk` met elkaar te bespreken heeft. Daar vind je de emoties en het diepgewortelde wantrouwen of de hoog oplopende wanhoop die in een gesprek niet naar boven komen.

De wethouder met wie ik de discussie had, zag dat niet zitten. `Daar vind ik alleen maar ongenuanceerde onderbuikgevoelens`, was zijn verweer. Nou breekt me de klomp! Moet je als bestuurder dan niet de gevoelens en emoties van `het volk` kennen? Onderbuikgevoelens en gebrek aan nuance. Wat vroeger uitsluitend binnenskamers en in  de kroeg werd besproken, is nu voor iedereen zichtbaar. Daarvan zouden bestuurders meer kennis moeten nemen. Het is de weg om het denken en handelen van `het volk` te gaan begrijpen.

De zeer geleerde wethouder, hij heeft zelfs een doctorstitel,  heeft zijn analytisch vermogen niet voor niets gekregen. Met zijn gevoel voor ratio en nuance kan hij de emotiebrij aan. Daaruit kunnen nog heel mooie, creatieve oplossingen voortkomen. Ik zou het dan ook helemaal niet gek vinden als het college van B en W anderhalf uur per week, 18 minuten per werkdag,  zou uittrekken om weblogs van `het volk` te bestuderen. Bij mij zou dat leiden tot waardering en misschien zelfs tot ontzag.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service

www.omnino.nl

www.infeite.nl

Gezellige buurt

buren.jpg

Soms kan ik de bewondering lezen in de ogen van een passant die de weg vraagt. Bijna altijd weet ik hoe hij of zij moet lopen of rijden. Zelfs bestemmingen buiten de wijk en de stad weet ik meestal wel aan te wijzen. Misschien is dat wel het voordeel van mijn beroep, je leert je omgeving vrij aardig kennen. Al zijn er straatnamen die ook ik met moeite kan plaatsen.

Ik ben een goudvinkje want in onze tijd weten veel mensen niet eens meer de naam van hun buren, geen voor- en geen achternaam. Daar is tussen het drinkontbijt, de creche en de breaker geen tijd meer voor. Om wat meer samenhang in de buurt te krijgen heeft ons gemeentebestuur bedacht dat er activiteiten voor de sociale cohesie moeten komen, of nog mooier, civil society. Daarvoor heb je natuurlijk wel een Engels woord nodig anders kun je het op je computer niet spellen. Maar goed, er zitten ongetwijfeld goede bedoelingen achter. Bedoelingen die ik kan volgen en zelfs ondersteunen.

Actieve burgers in de wijk. mensen die zich inzetten voor desamenhang. Nou, dat hebben we geweten. Een stel overdaadkrachtige figuren gaat hier eens in het half jaar tekeer om de rotzooi op te ruimen. Ze krijgen daarvoor apparatuur van de gemeente te leen die zoveel herrie maakt dat je zou willen dat je op de bulderbaan woonde.

Maar de mesen doen er wel heel zinvolle dingen mee, hoor. Ze blazen vooral afgevallen blaadjes weg die hadden kunnen dienen als voeding voor bomen en struiken. Maar…het ziet er allemaal weer proper uit. Als beloning krijgen ze koffie, taart en een plantje van de dienst groen. En gelachen dat we hebben!

Nou zeker, de volgende dag laat de goegemeente met een uitgestreken gezicht de honden loslopen, poepen, peisen en rgaven in de pas schoongemaakte gemeentelijke perkjes en in het voorbijgaan ook in de tuin van omwonenden. De plaatselijke politieagent trekt zich in dat opzicht ook niets aan van de gemeentelijke verordeningen en de `hondenkaart`. Goed voorbeeld doet goed volgen!  Zoiets bevordert enorm de sociale cohesie. Dat wil zeggen, mensen raken met elkaar in gesprek. Hoe dan ook. En trouwens, het is een misvatting om te denken dat mensen bij de politie gaan om wet en orde te handhaven. Je wordt agent om je veilig aan regels en wetten te kunnen onttrekken. Wie er iets van zegt, krijgt een bon.

Sociale cohesie, daar hadden we het over, hè? Nou, de buurtbewoners leren elkaar goed kennen, zij het bij snelle, eenlettergrepige voor- en achternamen.. Ondertussen zie ik dat er maar weinig nieuwe vriendschappen ontstaan op basis van de activiteiten voor sociale cohesie. Nee, mensen piekeren er niet over om bij elkaar op bezoek te gaan. Veel tevee werk en we hebben het al zo druk, druk, druk…

Voor het geval dat je het nog niet begrepen had, beste lezer, ik woon in een gezellige buurt. Een buurt waar ik heel regelmatig hallucinaties krijg van een vrijstaande boerderij in een bos- en heuvelrijke omgeving. Hartstikke leuk om daar te verdwalen.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com