Thermenaal vergaderen

spetteren

Echt, ik houd van de raads- en commissieleden in mijn gemeente en zij zijn mij allemaal bijna éven lief. Tja, dat de één je wat nader staat dan de ander, daar ontkom je niet aan maar toch. Even zo goed, soms slaat de wanhoop toe en dat was gisteravond het geval.

Nu was dat best te begrijpen want de discussie ging eigenlijk wel over een opmerkelijk onderwerp. Ooit besloot de gemeenteraad een zwembad, De Thermen geheten,  in onze gemeente te slopen maar nog voordat het zover was, vloog het gebouw in brand. Na allerlei verwikkelingen besloot de raad daarna om het gebouw opnieuw op te bouwen. Thermae novae. Ja, het zwembad kwam terug. Hoe je het ook wendt of keert, het blijft een bijzondere zaak.

Iedereen blij.zou je zo zeggen maar dat is niet het geval want de meningen zijn sterk verdeeld als het gaat om de functie en de inrichting van het zwembad. De één wil er recreatief spetteren, de ander ziet er vooral een mogelijkheid in Olympische ambities te verwezenlijken. Een fel debat was  dus te verwachten. Dat kon geen verrassing zijn maar van tijd tot tijd leek het toch enigszins uit de hand te lopen. Op een goed moment ging het debat over de vraag wie wat aan wie gevraagd had, hoe dat was gebeurd, waarom, wanneer en tenzij het toch weer anders was danwel niet. Zoiets dus. Het valt me niet mee een woordelijk verslag te doen.

Met efficiënt vergaderen heeft dat natuurlijk niets te maken. Ik moest van tijd tot tijd denken aan een kinderliedje van vroeger: Op een stokje zat een apie voor mijn moeders keukendeur. Hij had een gaatje, in zijn broekje, en daar stak zijn staartje deur.” vraag me niet waarom. Ik had dan ook het gevoel dat het debat helemaal niet meer over het zwembad ging maar over de tweestrijd tussen collegepartijen en oppositie. Overigens koos het CDA in die discussie een wat onduidelijke middenpositie.

Nu vind ik het natuurlijk leuk om scherpe politieke tegenstellingen te ontdekken maar daarvan was geen sprake. De hele raad wil het zwembad herbouwen maar de niet collegepartijen proberen wat meer met de omwonenden “mee te denken” zoals dat heet. Zij doen hun best zich als grootste kampioen van de omwonenden op te treden en overtreffen elkaar in dat opzicht in toegeeflijkheid ten opzichte van de wensen die daar leven: recreatief zwemmen, een zwembad voor iedereen, een zo min mogelijk overlast gevende toegang voor auto’s en ander verkeer en afscheiding van het hele complex van de wijk.

Overigens komt daar nog een complicatie bij. Er is de bouw van wat woningen en van een sociaalcultureel centrum gepland. Die woningen zijn een erfenis van de sloopplannen van het zwembad. Door die toevoegingen wordt de hele zaak al zo vertroebeld dat ik er niet eens meer zou willen zwemmen. Maar goed…

Het effect van de hele discussie was dat er niets gebeurde behalve dat de klok doortikte tot na twaalven. Het was de bedoeling dat de commissie akkoord ging met een voorstel van het college maar dat bleef een beetje in de lucht hangen. Niemand leek er meer zin in te hebben om iets positiefs over de zaak te zeggen. In dat opzicht leek het een beetje op die Europese grondwet die geen grondwet was maar dan anders.

Voor de jongens van de pers was het langdurig, bij tijd en wijle wel komisch maar over het geheel genomen toch vooral vermoeiend. Volgens mij had de voorzitter van de commissie hetzelfde gevoel. Een beetje thermenaal vergaderen, zal ik maar zeggen. Je hoopt steeds dat er een eind aan komt en dat er een warm bad op je wacht.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com 

Service

www.vergaderwijzer.nl/tiparchief/tiparchief1.htm

www.zios.nl/dhb/index2.php?option=com_content&do_pdf=1&id=33

www.nl.youtube.com/watch?v=Kc389mdD64k

www.managementboek.nl/boek/9789047001522/de_one_minute_manager_en_de_apenrots_kenneth_blanchard

www.arnhem.nl/sites/sportbedrijf/de_grote_koppel/zwembad/recreatief_zwemmen

www.sprenkelaar.nl/index.php?hm=rec&pagina_id=119&openingstijden_soort_id=1

www.comitethermen2.nl

 

  

 

 

Raad en daad

 

schulp

Tja, hoe zal ik het zeggen. Als ik het rapport van bureau Daadkracht lees over het werk van de raadsleden, dan krijg ik het idee dat ze zich er met een Jantje van Leiden af maken. Het bureau interviewde ruim 3300 raadsleden, ongeveer 30 procent van het totaal in Nederland en de uitkomst was niet best. Raadsleden zijn echte vergadertijgers die liever zo min mogelijk te maken hebben met “de burger”. Veel te weinig tijd steken zij in contacten met Jan en Alleman en liever trekken zij zich terug in de vergaderschulpen die in de stadhuizen daarvoor zijn ingericht. Hoe anders was de bedoeling met de invoering van het zogenaamde dualisme! De helft van hun tijd zouden raadsleden doorbrengen met contacten met het “gemene volk”. 

En ben ik het daar nu na zestien jaar politeke journalistiek mee eens? Het zou wel heel gemakkelijk zijn om zo maar ” ja”te zeggen en dus doe ik het niet “zo maar”. Ik doe het gecompliceerd. Ook ik heb  het gevoel dat raadsleden heel weinig aan de babbel zijn met de “man en vrouw in de straat”. Waaraan ontleen ik dat gevoel? Ja, er komt zo weinig uit zo’n raad. Begrijp me goed, er zijn raadsleden die uit belangstelling of door hun werk wel degelijk heel veel in contact komen met de “gewone burger”. Raadsleden die ook heel serieus met hun volksvertegenworodigende taak omgaan. Maar, dat mag toch wel worden gezegd, niet ieder doet daaraan mee in dezelfde mate.

Moet dat dan? Het valt al niet mee om de onophoudelijke stroom van voorstellen van het college van B&W in de gaten te houden. Dat moet goed gebeuren want voor je het weet laten ze de gekste bouwwerken neerzetten of parken aanleggen. Of..doen ze juist helemaal niets meer. Nee, je moet burgemeester en wethouders goed in de smiezen houden. Daar hebben raadsleden gelijk in. Maar toch…

Ooit was ik op een avond aanweig waarop de gemeenteraad bijeen was om belangrijke punten voor de raadsvergadering te selecteren. Ja zeker, de raad zou eens even laten zien wat zij belangrijk vond. Via een inegwikkeld systeem van discussiëren en kiezen kwamen ze tot een lijst van onderwerpen die de raad op de vergaderagenda’s wilde plaatsen. En toen? Toen niks. Een half jaar later bleken die onderwerpen nog steeds onvoldoende te zijn bestudeerd en uitgewerkt om door te kunnen gaan voor gaar brood. Ze waren nog niet rijp voor de agenda.

Dan vraag je je af hoe de raadsleden tot hun prioriteitsstelling zijn gekomen.Klaarblijkelijk hadden ze bij het selecteren van onderwerpen nog helemaal geen helder beeld ervan. Dat is toch vreemd? Je gaat toch niet kiezen voor iets waarvan je nog helemaal niets afweet? Op dezelfde avond vielen veel andere onderwerpen af. Waarom eigenlijk? Wisten de raadsleden daar nog minder van of waren ze juist te goed op de hoogte? Hadden ze geen zin om hun vingers eraan te branden?

Kijk, ik gooi dat soort veronderstellingen er nu allemaal maar uit op het gevaar af dat ik bij de eerstvolgende vergadering word belegerd. Wat ik in 17 jaar wel heb geleerd, is dat raadsleden nog al eens vooraan staan om duidelijk te maken dat ze hun werk heel goed en serieus doen. Nu geloof ik echt dat ze dat oprecht menen. Ik weet ook dat veel raadsleden veel aandacht aan het raadswerk geven maar volgens het rapport van Daadkracht valt dat nog wel tegen. Zo is er zelfs een onderscheid te maken naar partij als het gaat om het aantal uren dat aan het raadswerk wordt besteed. De D66 mannen en vrouwen komen er het beste af. Helemaal trouwens, het harde werken zit voornamelijk ingebakken in de linkse hoek. Proletariërsverleden?

Even zo goed, ook ik zou graag zien dat raadsfracties veel vaker met eigen voorstellen en plannen op de proppen kwamen. Niet alleen in de vorm van amendementen of moties maar doodgewoon als initiatiefvoorstellen. Veel werk voor de raadsleden? Ach, heel veel werk kan gedaan worden door de steunfractie, mensen die niet in de raad zitten maar in werkgroepen van de partij. Hebben mensen daar geen belangstelling voor? Dat valt misschien nog best mee als ze het gevoel hebben echte invloed te hebben.

Hoe dan ook, er zou meer initiatief uit de raad kunnen komen. Dat maakt het raadswerk spannender en…de debatten veel interessanter voor de journalisten. Dat wil zeggen: als niet alles is voorgekookt via telefoon en e-mail. Misschien worden de debatten in de raad wat langer maar daaraan valt iets te doen. Veel raadsleden hebben de gewoonte om uitvoerig over standpunten uit te weiden die ook al door een collega uiteen zijn gezet. Een eenvoudige verwijzing naar zo’n collega zou veel tijdwinst betekenen.

Ja, de raadsleden hebben nog veel te doen maar ik geef ze één advies. Laat ze geen voorbeeld nemen aan de Tweede Kamer. De debatten die daar plaatshebben gaan op vele punten de mist in. Ze kunnen hooguit dienen als voorbeeld hoe het niet moet. Maar, zonder overdreven arrogant te willen lijken, ik wil ze graag met raad en daad bijstaan.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

www.raadslid.nu

www.raadsleden.info

www.kaamertje.hyves.nl/blog

www.werkwijzer.blog.nl

www.ms.wordpress.com/tag/oproep-aan-de-raadsleden-van-alphen-aan-den-rijn

www.kunstvlaai.nl/2008/?p=1

Rechts, links en Beerenburg

image006.jpg

“Wie niet kan laveren, moet niet in de politiek gaan”, Kommer Sybenga, de oude en wijze politicus, zakt onderuit in zijn relaxfauteuil met hocker en sabbelt aan zijn Friesche pijp. Hij weet waar hij over praat want in zijn vrijetijd, tegenwoordig bijna altijd, is Kommer een verwoed zeiler. Hij heeft kanalen, rivieren, meren en zeeën en zelfs de oceaan bezeild en elke keer weer kwam hij met man en muis gezond thuis.

Het valt mij op hoe de relaxfauteuil vloekt bij de rest van het interieur. De beige-bruin gestuukte muren, de witte schouw met eikenhouten lijst, de zware, bruine Friese stoeltjesklok en dan is er ineens de diarreekleurige relaxfauteuil. Kommer moet de verwondering in mijn ogen hebben opgemerkt. “Ik kon hem in geen andere kleur krijgen”, zucht hij. “Hoewel het ding me een godsvermogen heeft gekost. Alles is elektrisch, weet je. Er zit zelfs een automatisch massagebedrijf in zitting en rugleuning. Toch  ben ik wel eens bang dat als ik in deze stoel een hartaanval krijg, dat het ding me automatisch voorover eruit zal kieperen. Hij zit lekker maar hij houdt niet van me. Soit.”

Inderdaad, daarover zouden we het niet hebben. Ik ben deze keer met mijn blocnote bij de éminence grise van de Nederlandse politiek binnengevallen om over links en rechts te spreken. “Laveren`, herhaal ik. `Als een stuurman naast God?` Kommer barst in een onbedaarlijke maar door het pijproken aangevreten lach uit. `Kijk, dat is nu rechts`, zegt hij eindelijk. `Alles altijd koppelen aan wat het meest voor de hand ligt.`

`Laveren is een activiteit waarbij je links en rechts nodig hebt`, gaat hij verder. `Vooral bij tegenwind kom je er het beste mee vooruit al moet je goed opletten hoe ver je van de middenlijn afblijft. En`, laat hij daar nadrukkelijk op volgen. `Die middenlijn heeft niets te maken met een zogenaamd politiek midden. De middenlijn is de rode draad die jou als politicus (het woord `politica`ligt Kommer wat minder gemakkelijk in de mond, wat ik dan weer als rechts beschouw) op het juiste spoor houdt. De middenlijn bepaalt wat acceptabel is en wat niet en hoever je het evenwicht mag verstoren. Van jezelf.` Hij lurkt borrelend aan zijn pijp en stampt de tabak nog eens aan.

`Zin in een glaasje Beerenburg?` Ik ben geen liefhebber van het spul maar als Kommer je zoiets aanbiedt, kun je het niet weigeren. Je zou de man tot in het diepste van zijn Friese ziel treffen. Hij schenkt het roodbruine vocht haast liefdevol in en drukt de kurk met een absolutistisch gebaar op het kruikje. `Die moet goed  dicht zijn, anders gaat het aroma verloren`, lacht hij terwijl hij de pijp van zijn linker naar zijn rechter mondhoek beweegt. 

`Links is `zorg` voor de mensen en zien dat niemand verloren gaat of buiten blijft staan. `Rechts is handhaven van goede, oude gebruiken en gewoonten. `Links` is openstaan voor nieuwe mogelijkheden omdat je denkt dat de wereld er beter van zal worden. `Rechts` is het afkeuren van nieuwigheid omdat je bang bent dat de wereld verloedert. `Links` is welzijn, `rechts` is welvaart. `Links` is `letten op de behoeften van de individu zodat iedereen tot zijn recht komt. `Rechts` is initiatief nemen om er beter van te worden en te zorgen dat je gezin het goed heeft. `Links` is buiten op straat, `rechts` is lekker thuis bij de open haard`.

Kommer kijkt nu even zwijgend en nadenkend voor zich uit terwijl hij ziet dat zijn pijp uitgaat maar hij steekt hem niet opnieuw aan. “Links` en `rechts` hebben elkaar nodig. Het zijn twee paarden die de wagen van je leven vooruittrekken. `Midden` is niks. `Midden loopt in het tweespan niets, er bestaat evenwicht maar er gaat geen kracht van uit`, gaat hij verder. `Midden` is onverschilligheid omdat door de onbewegelijkheid niets er meer toe doet. Stuurmanskunst drijft je van links naar rechts en weer terug, steeds door het midden maar daar verblijf je maar heel kort. Bijna steeds ben je aan één van beide zijden van `midden`. Praat me dus niet van het politieke midden. Dat is dood en het absolute niets.` Nijdig stanpt hij nog een keer zijn uitgebrande pijp aan. `Praat me niet van het midden`, zegt hij nog een keer. Dan kijkt hij of hij zich bedenkt. `Alleen…het werkelijke politieke midden ligt in je zelf. Zoek het op en houd het vast, gewoon om overeind te blijven.`

Hij leunt nu achterover in zijn stoel en laat de rugleuning wat verder naar achteren zakken. `Nog een Beerenburg?` en ik stem opnieuw in. `Weet je, als een vrouw haar armen om je nek slaat dan raken haar handen elkaar achter je. De linker en de rechter hand en hoe steviger ze elkaar vastpakken, des te beter voel jij je.` Hij heeft zijn pijp opnieuw aangestoken en blaast een eerste onbeholpen wolkje uit. Daarmee geeft hij mij de tijd om over zijn woorden na te denken. Niet veel trouwens want ik moet het allemaal nog opschrijven ook. `Links en rechts, het is allemaal niet principieel, het is niet meer dan een verschil in graden ooster- en westerlengte. Wie vergeet op tijd over stag te gaan, valt van de aardbol af. Die heeft ons niets meer te zeggen. En daarbij wilde ik het graag laten, jongeman.`

Die laatste woorden van Kommer zijn kenmerkend voor hem. Ik ben 61.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service

www.fertiliteit.info

www.tamaraengert.wordpress.com

www.red-star.nl

www.digischool.nl

www.intensievemenshouderij.nl

marbel.info

www.denieuwereporter.nl

`

Geert Wilders is een rechtse rat

rat-sniffing-600.jpg

Nooit zal iemand mij bij Geert Wilders in de auto aantreffen. Dat heeft niets te maken met die airbag die hij op zijn hoofd heeft maar wel met zijn verkeersgedrag. Hij haalt voortdurend rechts in, desnoods over de vluchtstrook, en zegt dan dat zijn medeweggebruikers ook alsmaar links blijven rijden. Ja, onverantwoordelijk verkeersgedrag speelt zich vooral rechts af, zoals Heynsbroek ook al toonde.

Ik moest eraan denken toen ik Wilders vanmorgen nog maar weer eens hoorde zeggen dat de Publieke omroepen een links boevennest zijn. Daarmee dumpte hij Andries Knevel en Mathijs van den Brink in één klap in de linkse hoek bij de VPRO. Voor mijn gevoel kan Wilders niet zo goed het onderscheid maken tussen links en rechts en misschien moeten we het hem leren met hooi en strooi. Links hooit het land en oogst en rechts strooit met beschuldigingen.

Nou, dat lijkt me wel weer ongenuanceerd genoeg. Het lukraak schelden met termen als “links”en “rechts”,  SS-er, Nazi en fascist heeft geleid tot een flinke slijtage van al die begrippen en er is nog nauwelijks iemand die een fatsoenlijke definitie ervan durft of kan geven. Daarom durf ik rustig te zeggen dat Wilders een rechtse rat is want “rechts” betekent niets meer en een rat is een uitermate nuttig dier dat ons van veel rotzooi verlost*.

Toch heb ik die kop niet voor niets gekozen. Het klinkt heel anders dan “Geert Wilders kiest rechtse terminologie” of “De PPV houdt duidelijke rechtse elementen in zich”. Beide formuleringen zijn nauwkeuriger dan de kop hierboven maar ze trekken geen aandacht  en daar gaat het om. Uit onderzoek is gebleken dat het gebruik van de naam Geert Wilders “hits” oplevert en in combinatie met een agressieve one-liner gaat dat nog beter. Dus vooruit met de geit…

Dat onderzoek was van mijzelf en proefondervindelijk door het afwisselende gebruik van felle, ongenuanceerde koppen en meer verantwoorde teksten. De laatste kregen aanmerkelijk minder bezoekers. Ook “neuken” ligt erg goed bij het publiek evenals “moslimterrorisme”, terrorisme”, “dramatisch ongeluk”, “aanslagen”, “Bush ïs gek”,  “politici liegen”(wordt al minder) of “Aids mag van de paus”. Allemaal koppen die leden tot snel succes, d.w.z. `hits`. Als blogger gaat het daar immers om. 

 

french_revolution-large.jpg

Waar het op neer komt is dat koppen die de negatieve emotie raken, de meeste kans op succes bieden. In dat opzicht hebben mensen zich niet ontwikkeld sinds de eerste man de eerste vrouw aan haar haren naar zijn grot sleepte ( een fabeltje want de eerste vrouw was Ciska Dresselhuys en die wil niemand in zijn grot hebben (50 points!)).  

Wie de emotie van mensen raakt, heeft het meeste succes. Eigenlijk moet ik zeggen “het snelste succes”. Ook de ogenschijnlijk positieve emotie van de lach wordt daarbij misbruikt door grapjes vooral te laten bestaan uit leedvermaak. De reclame op tv en radio staat er bol van. Vreemd genoeg maakt de politicus daarvan zelden gebruik. Integendeel, in het politieke debat mag emotie niet meetellen. Daardoor ontstaan vaak bloedeloze debatten waarbij de tegenstanders elkaar soms met allerlei wetenschappelijke rapporten om de oren slaan. Heel vaak zonder ze ooit gelezen te hebben. Alleen de resultaten die erin zijn vermeld, tellen.

Nu interviewde ik gisteren een vrouwelijke wetenschapper die zich daarover verbaasde. Zij toonde zich verwonderd over het gemak waarmee bestuurders en politici heenwalsen over vraagtekens en twijfels die in veel rapporten, ook in de hare, liggen opgesloten. “Ik denk vaak dat ik die verantwoordelijkheid niet op me zou willen nemen”, zei zij. Ze heeft gelijk want beslissingen, zogenaamd, op basis van wetenschappelijke onderzoek leiden meestal tot desastreuze resultaten. Maar ja, zoiets heet een `leermoment`en dan is iedereen weer tevreden.

Hoe komt dat toch? Waarom laten politici zich zo gemakkelijk afserveren? Gisteravond was ik er nog getuige van hoe een wethouder in zijn eentje zonder enige zichtbare moeite een hele raadscommissie om zijn vinger wond. Er zal nog wel wat gedebatteerd worden in de komende raadsvergadering maar de eerste winst is binnen. Naar mijn mening komt het door het marketingsyndroom. Door de allesoverheersende verkopersmentaliteit zijn we eraan gewend geraakt dat een succesje met een soepel praatje en wat wetenschappelijk ogende leuterpraat binnen te halen valt. Lukt dat niet, dan laten we ons overbluffen door het soepele praatje en wetenschappelijk ogende leuterpraat van de ander. Dat is raar want de democratie geeft ons het recht om het met elkaar oneens te zijn, altijd, heftig, voortdurend en gefundeerd.

De bereidheid tot voorbereiding en onderzoek is onvoldoende aanwezig, ook bij onze politici. De bereidheid om de confrontatie werkelijk aan te gaan en een debat met degens in de hand te voeren, is al lang weggesmolten door gepolder, overtrokken gevoelens van menselijke gelijkheid en gebrek aan eigen structuur. Die structuur zou een samenhangend geheel van politieke emotie en rationele inzichten en informatie moeten bevatten. Aan beide ontbreekt het. De emotie is uitgebannen en informatie inwinnen kost de hedendaagse politicus teveel tijd en inspanning. Alles moet snel en gemakkelijk.

Als ik Geert Wilders een rechtse rat vind, is het zaak dat ik rattenvanger of rattenval word. Dan moet ik hem op rationele wijze in de val lokken en mag ik mijn emotionele trots tonen als het beest gevangen zit. Dat mag allemaal als het leidt tot de verwezenlijking van mij politieke doelstellingen, gedragen door mijn achterban. Dat is iets heel anders dan voortdurend naar de ander te wijzen en, godbetert, te stellen dat via zijn aanpak onze doelstellingen nooit gehaald worden. Nee, natuurlijk niet dumbo! 

Varen op eigen kracht, laat zien wie je bent en geef eens minder een interpretatie van de doelstellingen van de ander. Die doen er niet toe, ze zijn dom, per definitie asociaal en volledig ontoepasbaar. Als politicus zou je gek moeten zijn als je daaraan al teveel woorden vuil maakt. En zo doet onze rechtse rat dat ook. Hij heeft doorzien hoe het politieke spel gespeeld moet worden. De standpunten van zijn tegenstanders zijn slechts decor, zijn eigen ideeen acteren.

Geert Wilders is een rechtse rat, nu is het wachten op de linkse rattenvager.

 

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

*Mijjn vrouw wijst mij er zojuist terecht op dat een rat ook de vlooien bij zich draagt die de pest verspreiden. Tja…

https://politiek.wordpress.com

En lees tijdens het reces eens een goed boek dames en heren politici! Heus het helpt! U kunt ook kijken op www.mythologie.wordpress.com. Vanaf volgende week komt hier een oude, wijze politicus aan het woord.

 

ratio1.jpg

Service 

mattiastimmen.web-log.nl

latin.blog.nl/tropical_salsa_etc/2006/11/29/de

www.eventbuzz.nl

www.yayabla.nl

www.denieuwereporter.nl

www.dietsekameraden.nl

www.nederkrant.wordpress.com

www.phlegmnet.nl

www.frietmetstoofvlees.blogspot.com

antifa.web-log.nlantifa.web-log.nl

Crème de la crème brûlée

vikbat.jpg

Gisteren heb ik een vriendin gecremeerd. Ja niet thuis maar in de dooiemensenbakkerij op de begraafplaats. Het was een bijeenkomst vol vriendschap en vooral veel warmte en na afloop mocht iedereen een boodschap op de kist schrijven. Ik heb er “tot ziens” op geschreven want ik ben niet onsterfelijk behalve op mijn belachelijke momenten. Eigenlijk is er vóór de dood alleen maar hoop, daarna begint het leven.

Vreselijk vind ik zulke gebeurtenissenen. Ik weet ook nooit wat ik tegen de nabestaanden zeggen moet. Ik zie anderen die hen aan het lachen maken maar ik zelf kom niet verder dan een uitgestreken doodgraversgezicht en volgens mij wordt dat helemaal niet op prijs gesteld. `Ook dat nog, daar heb je die goede vriend met die kop alsof hij net uit de dood verrezen is”. Ik weet wel grappige opmerkingen te bedenken maar die lijken me meestal niet gepast. En dus loop ik maar als een soort Magere Hein op eigen feestje voorbij. Spitsroeden lopen vind ik dat. De familie had zich maar liefst in een rij van meer dan twintig personen opgesteld. Mijn handje werd steeds slapper en mijn gebazel ook.

En dan is er koffie. Nou ja, in dit geval was er ook bier en wijn, geen hotelcake. Feestelijk eigenlijk. Dat sloot wel aardig aan bij de gedachten van onze vriendin want zij was een vrijdenkster. De crème de la crème van het intellectuele denken en het levende bewijs dat vrouwen wel gevoel voor humor hebben. Iemand met wie ik op hetzelfde niveau kon praten en dat kom ik niet vaak tegen. Hoewel ik haar in de afgelopen tijd niet meer zoveel heb gezien, zal ik haar dus heel erg missen. De meeste mensen zitten nu eenmaal opgesloten in kadertjes van wat hoort en wat niet hoort en vooral van wat “de waarheid” is. Als journalist hoor je wat stompzinnigheid op dat gebied.

Terwijl ik daar zo rondliep, zag ik al gauw dat ik behalve de nabestaanden niemand kende en dus begon ik een gesprek met mijzelf. Ik werd het na enige discussie eens met mijzelf dat cremeren eigenlijk wel een mooie manier was om aan het ondermaanse te ontstijgen. Ik denk dat het van Ben Kok niet mag maar er is veel dat er voor spreekt. Snel, efficiënt en heel sociaal. In tegenstelling tot een begravene lig je ook niet in de weg als er ergens een nieuwbouwwijk of sportvelden moeten komen. Je houdt de aardse en geestelijke wereld dus heel zindelijk gescheiden. De familie houdt er nog een mooie vaas aan over ook die meestal heel prachtig op de schouw van de openhaard kleurt. Onder in de vaas zou ik een briefje laten leggen `hier ligt opa niet`.  Of liever `hier lag opa niet` want als je het briefje wilt lezen, moet je eerst de as eruit gooien. Dan kom je er in elk geval achter dat dat niet erg is want het was opa toch niet. 

Mijn voorkeur gaat er nog meer naar uit om op een schip een eind de zee te worden opgestuurd waarna het hele gevaarte vlam vat. Zo deden de vikinghoofdmannen dat. Een echte uitvaart. Prachtig. Het lijkt me wel ingewikkeld voor de familie want je zult er vast allerlei vergunningen voor nodig hebben. Terwijl je zelf regelrecht de hemel in krinkelt, sterft de familie van het papierwerk. Dat kun je ze niet aandoen.

Terwijl onze vrijdenkende vriendin eindelijk haar vrijheid heeft teruggevonden, zit ik nog heel armetierig lollig te doen achter een toetsenbord om me vrij te maken van mijn gevoelens. Ze waren er wel, en die bijeenkomst van gisteren heeft me heel wat energie gekost. Ik voel me opgebrand. Ik neem een borrel `A toi, ma crème de la crème brûlée. Et au revoir!

Vanmorgen las ik in de krant dat de overheid goochelt met de normen voor fijnstof. Wat mij betreft is dat niet nodig hoor, Jan Peter. Alles ligt opgeslagen in roetfilters, urn en herinneringen…

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service 

www.flabber.nl

www.spierings.com

www.uitvaart.nl

www.corriedekeijzer.web-log.nl

uitvaart.blogo.nl

www.thedreamer.nl

Het geloof kan ik u niet schenken

20050825-regenboog-005.jpg

Ik ben gek op katten, honden, paarden, futen, adelaars, beren, mollen, schapen, geiten, varkens, forellen, walvissen, dolfijnen, zilvervisjes en nog veel meer dieren zoals ook op kastanjes, beuken, berken, dennen, sparren, wilgen, elzen, hortensia’s, rozen, tulpen, afrikaantjes en ga zo nog maar even door. Alleen met mensen heb ik wel eens een probleem. Sterker nog, ik heb uitsluitend met mensen problemen.

Het komt denk ik doordat ik aan al die dieren en planten regelrecht kan zien wat en wie ze zijn. Ze verhullen niets, de buitenkant is hun ware gedaante en hun instinct is mij meer dan duidelijk. Dat geldt overigens niet voor al mijn soortgenoten want sommigen vergissen zich wel eens in het gevoelsleven van een gorilla. Het gezegde “Gedanken sind Frei” geldt, voor zover ik kan nagaan, niet voor dieren en planten omdat zij hun gedachten dagelijks aan mij tonen en dat maakt die gedachten kwetsbaar en gevoelig voor kritiek. Al moet je daar bij sommige dieren mee oppassen. Zeker is dat in menselijke hoofden zich een scala aan veelkleurigheid bevindt dat misschien de verschillen in de dieren-en plantenwereld nog overtreft. Misschien.

Aan mensen zie je niets. Natuurlijk ze kammen hun haar wel of niet, laten hun baard en snor wel of niet staan, maken zich wel of niet op en kleden zich op een manier die wel of niet bij hen past. Maar het is altijd “wel of niet” en wat mijn medemens met zijn of haar  uitdossing bedoelt, wordt lang niet altijd duidelijk. Hetzelfde geldt ook voor wat mijn soortgenoten zeggen en doen. Het kan allemaal altijd een andere lading of achtergrond hebben dan ik ooit had gedacht. Sommige mensen worden van al die misleiding en zinsbegoocheling rijk: reclamemakers en oplichters bijvoorbeeld. Dat is ook bijna hetzelfde.

Marketingboys die echt geen enkel gevoel voor mij hebben doen zich voor als mijn grote redder in de nood als het erom gaat mij iets aan te smeren waarvan ik zelf de noodzaak niet inzie. Als er één vaardigheid is waarin de mens goed is, dan is het valsheid in woord, daad, geschrifte en glimlach.

Nu heb ik samen met enkele anderen naar aanleiding van mijn column over `Livestro, zijn rechtse tuig etc… een langdurige discussie gevoerd met Ben Kok die zichzelf Joods-Christelijk pastor noemt. Wie meer wil weten over mijn zienswijze op zijn inzichten, moet die column en de commentaren maar eens nalezen. Ik wil uit het hele verhaal één onderdeel uitlichten.

Misschien dacht ik het altijd wel maar soms moet je een goede formulering vinden om te begrijpen wat je denkt. Het maakt niets uit wat een ander gelooft. Alleen de consequenties die hij of zij daaraan verbindt zijn voor mij belangrijk. Hoe gaat hij of zij zich gedragen naar aanleiding van het eigen geloof? Ik kan daar namelijk last van hebben. Wie zich vanwege zijn of haar geloof voortdurend bemoeit met mijn denken en handelen, wordt een steen des aanstoots op mijn weg. Hij of zij legt mij steeds weer meer dan een strobreed in de weg.

Daarom is de atheist die hoofddoekjes of  hangers met kruisbeelden verbiedt, mij een doorn in het oog. Daarom is de Joods-Christelijke pastor die vliegtuigjes laat vliegen met christelijke bekeringsteksten boven een moskee mij een doorn in het oog. En ik voel wel de doorn in mijn oog maar niet de balk in het oog van de pastor.

Als mens moet ik in deze, materiele wereld leven en mijn geloof, ja ook het mijne, is mij een troost. Het is MIJ een troost en daarmee wil ik een ander niet lastigvallen totdat erom gevraagd wordt. Dan wil ik daarover best iets vertellen. De pastor beroept zich op liefdevolheid. Ik stel daar tegenover dat juist mijn terughoudendheid een daad van liefdevolheid is. Ik vertrouw erop dat anderen heel goed in staat zijn zelf hun weg te vinden, totdat het tegendeel bewezen is. Bijvoorbeeld, totdat  je als arts zo diep bent gezonken dat je aanslagen gaat plegen.

Het geloof kan ik niemand schenken en al helemaal niet opleggen. Ik kan het presenteren als erom wordt gevraagd maar de mensen om mij heen moeten toch echt zelf weten of ze het koekje aannemen of niet, dat lijkt mij. En ondertussen sind Gedanken, en dus ook het geloof, frei.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

https://politiek.wordpress.com

 

Service

www.regenboogsite.tk

www.walburgcollege.nl

www.sochicken.nl

www.turnhoutblogt.be 

www.cynthialog.com

www.lucaswashier.nl

Knus, snus en de koddebeier

veldwachter.jpg

Nooit heb ik er één meegemaakt maar de grootvader van mijn vrouw was één van de  onbezoldigde veldwachters die ons land ooit rijk was. Hij hield het dorp waar hij woonde goed in de gaten en spaarde de appeltjesgappende en vuurtjes stokende dorpsjeugd niet. Eéns in de week zat hij bij meneer burgemeester aan het bureau om de stand van zaken rond orde en rust in het dorp door te nemen. Het leuke van de veldwachter was dat iedereen hem kende.

Hij dronk koffie bij Marie, ging op de thee bij Jannes en tussendoor nuttigde hij het warme eten netjes bij moeder de vrouw thuis. Onderweg sprak hij met de postbode, de straatveger en de veearts en iedereen wist “als er stront aan de knikker is, moet je bij hem zijn”. Het contact tussen burger en gezag was van een natuurlijk, speels karakter. Sterker nog, de burgemeester moest zich snor, baard, hoge hoed, pandjesjas en vestzakhorloge aanschaffen om enige afstand tot het gewone gepeupel te scheppen.

Tegenwoordig heeft in mijn gemeente de wijkagent zijn intrede gedaan. Dat was hard nodig want in de roes van de efficiencyvergroting zijn scholen tot  leerfabrieken uitgegroeid en politiekorpsen tot regionale veiligheidslegers. Efficiënt. Nou ja, dat is nog maar de vraag want de tijd die agenten verliezen met het zoeken van de weg in een plaats die ze niet kennen, werd vroeger gebruikt aan doelmatige surveillances. Maar daarvoor hebben ze toch een routeplanner? Ach ja, elektronica. Zucht, het blijft tobben hè?

De wijkagent moet daarom het contact tussen burger en politie gemakkelijker maken en het vertrouwen versterken. Nu zijn dat twee dingen die je in de goede volgorde moet zeggen. Om goed contact te hebben, moet er eerst vertrouwen zijn. Als het vertrouwen er is, kun je zelfs aan een draagvlak gaan denken. In het geval van de onbezoldigde veldwachter was dat vertrouwen er al. Elke dorpeling wist precies wie de veldwachter was en wat je aan hem had. Bij de wijkagent ligt dat wat anders. Hij heeft om te beginnen niet te maken met 500 maar met 10.000 burgers. Tienduizend burgers die hij allemaal moet kennen en die hem allemaal moeten kennen. Daarbij komt dat hij tijdens zijn surveillances nog eens een afstand van zo’n zes tot tien kilometer tussen de uitersten van zijn gebied moet afleggen. Op de fiets want als automobilist leg je geen contact met burgers.

Iedereen voelt het al aan: de efficiency heeft opgeleverd dat niemand de wijkagent kent en hem of haar ook nooit in de eigen omgeving tegenkomt. Een foldertje door de brievenbus, samen met de reclame van Piet Textiel, dat was alles. Ik vraag me dus af wat nu precies de winst is van deze efficiencyslag. Natuurlijk, de geleerde heren en onderzoekers zullen wel weer komen met een lange reeks van enquêtes en leermomenten maar in werkelijkheid gaat het daarbij natuurlijk alleen om bazelarij. Dat een wijkagent in zo’n groot gebied met zoveel mensen geen contacten tot stand kan brengen, was van te voren al duidelijk.

Het is het zoveelste bewijs van de onzin van de schaalvergroting die efficiency met zich meebrengt. In theorie is het mooi. Verhalen over beschikbaarheid van volle politiehulp, inzetbaarheid van faciliteiten waar het nodig is en dat soort klets. In de praktijk komt het er op neer dat de gemiddelde burger geen agent meer heeft om op persoonlijke wijze tegen te zeuren en dus verliest hij ook op dat gebied het vertrouwen. En met het vertrouwen vliegen contact en draagvlak de deur uit.

Schaalvergroting lijkt een mooie oplossing voor de inzet van onze omvangrijke, technische hulpmiddelen maar het is het niet. Met al oze technische rotzooi zijn we minder goed in  staat de politie haar taak te laten doen dan vroeger. Dat wordt niet opgelost door websites, mobiele telefoons of elektronische netwerksystemen. Dat kan alleen een oplossing vinden in menselijk contact.  

Mensen hebben de neiging om hun leventje in eigen kleine kring op te bouwen. Binnen de Europese Unie wordt de lokale bestuurlijke eenheid, de gemeente, steeds belangrijker. Sommigen gaan het liefst in een dorp wonen omdat ze daar hun buren nog kennen. Anderen wenden zich tot de snus nu het rookverbod door de Europese Commissie ongeveer over heel Europa is uitgevaardigd. Alleen kolencentrales mogen nog roken, vanwege de grootschalige energiebehoefte. De Europese burger zoekt zijn of haar eigen genoegen en verstopt het desnoods onder de bovenlip. “Snus”, een zakje met tabak waarop gesabbeld kan worden zodat je toch nicotine binnenkrijgt. Het mag natuurlijk weer niet van de grootschalige bestuurders in Brussel maar wie kijkt er onder andermans bovenlip? Leve de kleinschaligheid. Doe mij maar knus, snus en de koddebeier. 

Tot sterkte,

 

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service

http://www.regelzucht.nl

http://www. johnito.blogspot.com

 http://www.beteronderwijsnederland.nl

http://www.veldwachter-bathmen.nl

Van nozem tot zeikende 55 plusser

10vetku1.jpg

Hoe zat dat ook al weer met Jean Paul Sartre? Hij riep het existentialisme als filosofisch gedachtengoed in het leven en kreeg daarmee massa’s aanhangers. De ‘blousons noirs’ die in de Parijse straten existeerden en daar ook niet zo gek veel meer deden dan existeren. Een soort bewuste comapatiënten. Het existentialisme dreef een flink aantal jongeren tot wanhoop en wat iedere pedagoog weet, gebeurde: wanhopige pubers pleegden zelfmoord. Soms expres op de meest afgrijselijke manier. Sartre is na zijn existentie al vele jaren benoemd tot groot filosoof en schrijver want zelfmoord is je eigen verantwoordelijkheid.

Die gedachte dat alles terug te brengen is tot eigen verantwoordelijkheid paste niet alleen goed in het existentialisme. Ze maakt er een wezenlijk onderdeel van uit. Dat pubers daarmee niet zo goed om kunnen gaan, blijkt nog steeds elke dag. Trouwens, meer gerijpte personen weten veelal ook niet wat ze met die eigen verantwoordelijkheid aanmoeten. Ze leren het thuis niet en ook lang niet altijd op school. Voor de kabinetten van de laatste jaren ligt het eenvoudiger. Iedereen moet gewoon zijn of haar eigen verantoordelijkheid nemen als het goed uitkomt. Op andere momenten bemoei ik, als overheid, me “vet” met andermans leven.

De zinloos rondhangende jeugd uit de vijftiger en begin zestiger jaren stond bekend als “nozems”. Ze “hingen” in de straten, vraten friet en scheurden op hun knetterende brommers zo hard mogelijk heen en weer door de belangrijkste straat van de stad waar ik toen woonde: Almelo. “Grotestraat” heettte die straat heel toepasselijk. Omdat de nozems zich tot op het bot verveelden, sloegen ze ook wel eens een passant in elkaar. Ik ben daar twee keer het slachtoffer van geweest. Maar: de politie was waakzaam.

Dat wilde kortgeleden in elk geval een ex-nozem mij op een ander blog doen geloven. Nozems werden bij tijd en wijle opgepakt en dan kregen ze op hun donder.’Wij ook”, vertelde de ex-hangjongere mij en het leek wel of hij er trots op was. “Tegenwoordig doet de politie niets meer”, snaterde hij verder. “Ze rijdt voorbij en doet of ze niets ziet.” Dat klinkt haast als jaloezie: tegenwoordig mogen die hangjongeren maar doen waar ze zin in hebben. De politie doet er niets aan.”

De ex-nozem vergat, of wist niet, dat in de zeventiger jaren van de vorige eeuw Sociale Academies zijn opgericht waar niet-nozems konden leren voor straat- en jongeren- of opbouwwerker. Het zijn deze sociaal geschoolde mensen die zich intensief met hangjongeren bezighouden. Zij zetten zich in om jongeren tot een productiever en socialer leven te brengen. Dat had je niet in de nozemtijd. Trouwens, is onze ex-nozem beter geworden van al die keren dat hij van de politie op zijn donder kreeg? Ik betwijfel het heel erg als ik zijn teksten lees.

Ik vind wel dat hangjongeren veel te vrijblijvend worden benaderd. Mijn oplossing zou het zijn om ze een taak te geven in hun woonomgeving. Elke leerkracht weet dat vervelende leerlingen bijdraaien als ze verantwoordelijkheid te dragen krijgen . Geef jongeren dus opdracht de trapveldjes te onderhouden, voetbalvelden schoon te houden, rotzooi in de buurt op te ruimen, elke dag een scherp omschreven taak. Niet gedaan?  Dan gaan we in het weekend sloten uitbaggeren en schoonmaken onder begeleiding van strenge mannen en vrouwen.

Hangjongeren zijn namelijk niet van alle tijden. Volgens mij zijn ze de vrucht van de Leerplichtwet, de wetten tegen kinderarbeid en in toenemende mate van verwennerij.  Ze kunnen zichzelf niet goed bezighouden en krijgen geen taak of verantwoordelijkheid toegeschoven die ze best aan zouden kunnen. Vóór de leerplicht en de kinderwetten hadden jongeren geen tijd om te hangen. Ze moesten zich kapotwerken in de fabriek. Dat was niet goed maar hangjongeren had je niet.

En die verwennerij?  Bij mij vier huizen verderop woont een politieman die de helft van de krantenwijk van zijn zoontje loopt. Zoonlief krijgt wel de volledige poen. Waarom? Het rotjoch heeft er geen zin in! Ik zou hem zo’n verschrikkelijke schop onder z’n hol verkopen dat hij nooit meer zou weten of hij ergens zijn in had of niet. Ja, politiemeneer, op jouw manier kweek je lastige jeugd. Hangjongeren hebben we zelf bij elkaar geneukt en daarna verpest.

Nu de ex-nozems zelf “oudere” zijn geworden, voelen ze zich bedreigd en eisen ze streng optreden van de politie die inmiddels de handen vol heeft aan een zin- en nutteloze strijd tegen drugs. Want ja, ook dat vinden de ex-nozems heel hard nodig. Verder moet de grote criminaliteit worden aangepakt, de fraude, overvallen en berovingen of verkrachtingen en natuurlijk regelrechte moord en inbraak. Even zo goed eisen ex-nozems dat de politie hangjongeren oppakt en op hun falie geeft. Ex-nozems eisen nu iets van de politie die ze vroeger vervloekten. Dat doen ze door zich op weblogs te presenteren als negativistische zeikende 55 plussers.

Eigenlijk zijn ze niets veranderd. Ze tooien zich nog steeds met intimiderende namen als “demon” of “bolleke”. Het is echt te bespotttelijk voor woorden dat je je als senior achter zulke termen moet verschuilen. Ze rammen er niet meer op los maar zeiken, eindeloos zeiken omdat ze nooit geleerd hebben naar zichzelf te kijken. Er is een eeuwenoude regel die luidt:  “de oude grijsaard zingt een liedje van verlangen”. Terugkeer naar betere tijden toen de politie de hangjongeren nog op hun falie gaf en op die manier verschrikkelijke zeikerds kweekte. Dat lijkt het ideaal te zijn. 

Ik kan ze verzekeren dat de tijden van weleer nooit weerom komen. De geschiedenis herhaalt zich maar tijden komen nooit terug. Ze zullen echt moeten leren leven met “hangjongeren nieuwe stijl” en, o ja, daaronder bevinden zich inderdaad ook Marokkanen en andere allochtonen.  Ik schreef het al eens eerder: de tijden veranderen maar wij niet.

Hoewel, ik heb een jonge vrouw gekend die de hangjongeren uit haar buurt thuis uitnodigde, ze te eten en te drinken gaf en naar hun verhalen luisterde. Ja, ze ried ze zelfs aan om weer naar school te gaan in plaats van te hangen. Niet bij iedereen had dat succes  maar wel bij een aantal. Helaas is deze goede vriendin van mij overleden maar ze kan als voorbeeld dienen voor al die scheldende ex-nozems die moeten aanzien hoe “hun” land verloedert zonder dat ze er iets tegen doen. Ze doen wat ze gewend waren: hangen, maar dan achter de computer.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com

Service 

www.20eeuwennederland.nl

www.rhinegroup.nl/

www.hangjongeren.nl

www.hansvanegdom.nl

www.hetkanwel.net

www.be.gizmodo.com

Zes plus

rv_04.jpg

Vanmorgen ben ik gefeliciteerd omdat ik 61 ben geworden, zegge en schrijve “zes plus” dus. Die felicitatie vind ik altijd wat vreemd omdat ik er helemaal niets voor heb hoeven doen. En waarmee word ik eigenlijk gefeliciteerd? Dat ik het gehaald heb? Dat ik zo’n bron van geluk ben voor mijn omgeving? Dat ik alles, inclusief mijn directe omgeving, zolang heb doorstaan? Het is me echt niet duidelijk. Hoe dan ook, vanavond ga ik niet naar de raadsvergadering. Ik heb andere verplichtingen, zeker nu mijn dochter op het punt staat te verhuizen naar Spanje.

In elk geval zal ik mijn lezers en opponenten, zoals Ben Kok, met dubbele energie lastig vallen. Zie het als een soort tractatie, een toefje slagroom op een jaarlang kritiek leveren. Voouit met de geit. Vandaag las ik in de krant dat studenten bijna allemaal genoegen nemen met een zesje voor welk onderdeel van hun bachelorschap of noem maar op dan ook. Een zesje want ze willen genieten van het leven ondanks dat ze studeren. Dat is wel grappig. Kennelijk vinden maar heel weinig studenten hun studie leuk genoeg om zich ervoor in te zetten. Je kunt je dus afvragen of ze echt iets studeren dat ze leuk vinden. 

Nu is de studentenjool natuurlijk niet iets van deze tijd. De Middeleeuwse “Canterbury Tales” staan er al vol van. De vraag is dan ook wat de bedoeling is van een dergelijk onderzoek of wat voor conclusies je eruit zou kunnen trekken. Dat altijd maar een heel klein deel van de studenten uit is op zeer hoge cijfers, is ook al zo oud als de jaartelling. Dat meisjes het beter doen dan jongens, is wel iets van de laatste jaren. Ho! Vroeger zaten er dan ook nauwelijks meisjesstudenten op de universiteit. Of de gebrekkige resultaten van jongens samenhangen met het zoeken naar een nieuwe positie van de man in de samenleving, is wat mij betreft nog wel heel erg discutabel.

De zesjescultuur, dus niet eens zes plus. Studenten met de hoogste cijfers blijken later ook niet eens altijd de meest briljante beoefenaren van hun vak te zijn. Toch kun je er vraagtekens bij zetten. De waarde van een universitaire studie wordt schromelijk overschat. Academisch denken wordt als eis gesteld bij vacatures waarvoor echt geen academicus nodig is. Daarmee komt een heel andere bedenkelijke kant van het vraagstuk naarboven.

Het vertrouwen in  het onderwijs dat niet academisch is, is heel laag. Wie personeel vraagt, durft misschien nog een hbo-er voor een gesprek uit te nodigen maar daarmee houdt het wel zo’n beetje op. Zelfs onderwijzers kunnen niet rekenen en over taalvaardigheid zullen we het maar niet hebben. In de afgelopen dertig jaar is het onderwijs naar de knoppen geholpen, inclusief de universiteit. Feit blijft dat de laatste nog steeds de bovenlaag vormt van het krakkemikkige onderwijsgebouw.

De zesjescultuur op de universiteit maakt misschien vooral duidelijk dat studenten niet gedreven zijn om zich een bepaald vak eigen te maken maar slechts een goedbetaalde baan. De bul geeft daartoe de beste kansen. Wij vinden dat nog prachtig ook want die zesjesmentaliteit spreekt toch van een voortreffelijk gevoel voor efficiency? En daar draait het om in ionze samenleving, met een minimum aan inspanning een zo hoog mogelijk resultaat bereiken. Weg met gevoel voor het vak of verbondenheid ermee. Allemaal onzin. 

Met de afgang van het onderwijs ging de waardering voor veel geld verdienen de afgelopen jaren omhoog. Haast als communicerende vaten (weten de studenten nog wat dat is?).Die baan moet zich bij voorkeur niet op wetenschappelijk gebied bevinden want elders valt met een titel veel meer te verdienen. Dat het gestudeerde vak daarvoor niet nodig is, zal de nieuwkomer een grote rotzorg zijn. Hij wil een BMW en een vrijstaande bungalow, punt uit!

De minister van Onderwijs wacht dan ook een schone taak om de waardering voor vakken en beroepen op alle niveaus op te krikken. Het is heel goed als een scholier een vak leert dat hij niet direct voor zijn werk nodig heeft. In het verleden is dat als overbodige onzin van de hand gedaan. In werkelijkheid draagt deze “overload” bij aan de persoonlijke vorming en die is weer van belang voor zijn of haar gedrag en vaardigheden, communicatieve eigenschappen en inzicht. Tegelijkertijd is het waanzinnig dat rechtenstudenten een vak uitoefenen waarvoor niet meer juridische kennis nodig is dan voor een goede verdediging voor een te hoge snelheid in de felbegeerde BMW.

Het zou mooi zijn als, bijvoorbeeld, een mbo-er niet alleen zijn vak leerde maar ook allerlei “overbodige rompslomp” zoals de Nederlandse taal of de plaats waar Nederland ligt. Al die `overload` maakt hem of haar voor collega’s en anderen tot een aangename gesprekspartner, iemand die snel begrijpt wat de ander bedoelt en kan hij of zij zelf een brief schrijven zonder fouten. Dat laatste is al heel wat want zelfs academici zijn er heden ten dage nauwelijks toe in staat. In elk geval hoeven garages dan geen academisch denkvermogen meer te vragen als zij een autoverkoper zoeken. 

Ik ga voor de zes plus en hoger. Mooier dan een hoog inkomen is de briliance waarmee je je vak kunt uitoefenen. Dat geeft dagelijks werkplezier dat uitgaat boven de gebruikelijke gesprekken over auto’s en babykleertjes met collega’s die ook geen andere onderwerpen van gesprek weten. Nou Ronald, aan de slag, zou ik zeggen. Wat we nodig hebben zijn kleine scholen met zorg en aandacht voor de leerling en zijn of haar capaciteiten. Daar moeten leerkrachten rondlopen die beschikken over voldoende parate kennis en inzichten om een diepgaand gesprek over hun vak en maatschappij te voeren. Leerkrachten ook die geen rekenmachine of vingers nodig hebben om tot tien te tellen.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Nu ik de 60 ben gepasseerd, vraag ik iedereen in het vervolg wat consideratie in het geval van typfoutjes. Ik bedoel 61=oogjes moe=niet zo goed zien. Snap?

Http://politiek.wordpress.com

 Service

www.computable.nl

www.diskidee.be

www.allesopeenrij.nl

www.fi.uu.nlwww.fi.uu.nl

http://www.gedichten-freaks.nlhttp://www.gedichten-freaks.nl

Het ware geloof (Of “Hoe Sjonnieponnie de mist in ging”)

post-amsterdam.jpg

Tja, Sjonnieponnie, het is natuurlijk wat te platvloers om je te feliciteren met de mislukking van Tien of Talpa of hoe het anders nog allemaal had kunnen heten. Ik houd daar niet van. Niet van leedvermaak vanwege een neergehaalde onderbroek en ook niet vanwege een neergehaalde tv-zender. Niets van dat alles.

Nee, ik weet wat je doormaakt en eerlijk gezegd dat is niet leuk maar speciaal voor jou is het wel goed. Weet je, als alles je altijd meezit dan is het een opsteker om ook eens een afgang mee te maken. Speciaal voor jou is dat zo goed omdat je zo bekend bent dat je de hele tijd eigenlijk in een soort Gouden Kooi rondloopt. Nu ervaar je in het openbaar wat zoveel mensen dagelijks meemaken: hard werken en toch tegenvallers.

Voor jou speciaal is dat natuurlijk niet zo erg want je eet er geen potje pindakaas minder om. Dat hoeft van mij ook niet hoor, al zou het voor je cholesterolniveau wel beter zijn. Nee, maar het feit dat je er niets van merkt in je portemonnee, is eigenlijk een slechte zaak. De ellende die zoveel mensen geregeld meemaken, komt op die manier nog steeds niet tot volle wasdom. Sterker nog, je hebt natuurlijk wel weer een stevige duit verdiend aan die deal met RTL4.

Eerlijk gezegd kan ik het nog steeds niet geloven. Je had toch echt alles gedaan om succes te hebben. Je had de voetbalrechten voor andermans neus weggeript door er gewoon wat geld tegenaan te gooien, hetzelfde had je gedaan met een legioen bekende Nederlanders, je had de platvloersheid tot een minder dan bedenkelijk niveau laten afdalen, je had blote meiden en nichten in je programma’s en bij tijd en wijlen zelfs een redelijk goede film.

Jammer alleen dat in jouw koppie alleen maar munten worden gedraaid en geen echte gedachten. Daardoor zat er geen boodschap, geen visie achter de pogingen om met een masturbatieshow  naar de eeuwige roem op te rukken. Ik krijg dan ook het idee dat je het ware geloof mist. Nu wil het toeval dat ik de laatste tijd in contact sta met iemand die beweert het ware geloof te hebben: Ben Kok. Hij haalde het in zijn hoofd boven een moskee bij de opening een vliegtuigje rond te laten cirkelen met een tekst die de Islam tot een soort knikkergeloof terugbracht. Deze promotor van de Joods-Christelijke waarden en normencultuur zou je de kracht kunnen toedienen van het ware geloof.

Qua platvloersheid moeten jullie elkaar kunnen vinden. In je pogingen om mensen te kwetsen en te provoceren, ben je minstens de gelijkwaardige van Ben. Zal ik je zijn telefoonnummer eens geven? Misschien dat jullie samen kunnen komen tot een tv-zender “Sodom en Gomorra” en dan nog allebei denken dat je je idealen daarin terugvindt. Hij heeft mij gevraagd hem te interviewen en dat wil ik dan graag in dat programma doen. Dan heb ik er ook nog wat aan.,

Tja, Sjonnieponnie, soms zit het mee en je ziet maar. Als die Talpa niet voor goed in de grond was gekropen, was je nooit in aanraking gekomen met het ware geloof. Nu ligt daar een prachtige kans.

Tot sterkte,

Kaj Elhorst

Http://politiek.wordpress.com 

Service 

www.express.be

www.blikopdewereld.nl

www.zonderzever.be

www.forum.at5.nl

www.forumbnn.nl