De Verenigde Oostindische Compagnie werd ooit bestuurd door de “Heren XVII”. Zeventien machtige heren, en beslist geen vrouwen, uit verschillende gewesten waren de baas. Zij hadden de “koorden der beurs” in handen. Zeventien machtige mannen die vooral vertegenwoordigers waren van andere rijke en machtige mannen die ook erg op de pennig waren. Er werd lang gewikt en gewogen voordat een project tot uitvoering kwam.
Natuurlijk namen de Heren ook risico’s waarvan zij de gevolgen niet goed konden overzien. Alles stond echter in het teken van rijk worden en de verwerving van gunstige handelsposities. Heel belangrijk was daarbij alles wat andere staten deden zoals Spanje, Portugal en Engeland. De VOC moest hen vooral te vlug af zijn, overal ter wereld. Het minuscule lapje modder aan de Noordzee dat de trotse naam “Republiek der Zeven Gewesten” heette, werd een wereldmacht waarop koningen als Lodewijk XIV van Frankrijk later stinkend jaloers waren.
Onze Minister-President heeft opgeroepen tot herleving van de VOC mentaliteit. Jan Peter lijkt wel een beetje op Jan Pieterszoon (Coen). “Hijscht ons vaandel en bedrijf de handel” moet hij gedacht hebben. Welnu, hij is nu al vier kabinetten onderweg en de VOC mentaliteit heerscht volop.
Nog voor de Tweede Wereldoorlog riep Mussert in zijn opperste VOC blijdschap uit “Houdt vast aan Indien”. Wat daarvan terecht is gekomen weet inmiddels iedereen. En ons kabinet onder leiding van Jan Peter roept nu uit alle macht “Houdt vast aan Afghanistan” en daarbij zal het vrijwel zeker niet blijven want onze koene jongen Koenders houdt den blick al gericht op Darfur. Is het niet prachtig om die Nederlandse, fiere driekleur te zien wapperen boven het moedig standhoudende fort Holland en de niet-versagende jongemannen in de woestijn van de westelijke Soedan teneinde de daden van de Mahdi te wreken?
Jahaa, maar ook vanwege de machtspositie die de Nederlanden in de wereld kunnen innemen door zo’n dertienhonderd van haar beste zonen en dochters naar het front te sturen. De dank te oogsten van de bondgenoten die ons pas echt voor vol aanzien. Dat is allemaal wel even iets heel anders danw at dat onbenullige België doet of Denemarken. In dat laatste land doen ze niet veel anders dan schunnige tekeningetjes over Mohammed maken. Nee, Nederland staat pal dankzij de Jongens van Jan de Witt (die later ook op afschuwelijke wijze is vermoord, zo gaat dat).
Ook nu zijn de risico’s moeilijk te overzien maar het geeft toch een warm gevoel dat wij vanuit onze Christelijk/Sociale imborst straks kunnen bogen op twee akkertjes met tuinkruiden en een ongebruikte basisschool in het dichtstbij gelegen dorpje. Dat alles onder het mom “Daar kan iets grootsch verricht worden”.
Wij bregen geloof, hoop en liefde in de wereld, een wereld waarin anderen de democratie het land inbombarderen (dat zijn overigens woorden die ik laatst van een ander hoorde).
Het kabinet is eruit. Wij blijven aan vreemde kust en als het even kan gaan wij nog veel meer vreemde kusten opzoeken. En alleen de enkelingen die de geschiedenis begrijpen zien aan de horizon drie woorden verschijnen: Dien Bien Phoe! Wie even niet meer paraat heeft wat die woorden inhouden, moet maar eens gaan praten met die Franse exporteur van westers geluk: Sarkozy. Zojuist heeft hij een reeks van kerncentrales aan China verkocht. Kijk, dat noem ik pas VOC mentaliteit. Hij neemt wraak. Niet de Heren XVII maar de Franse president heeft straks de koorden der beurs in handen, als opvolger van die jaloerse Lodewijk XIV. En ondertussen krijgen onze moedige jongens en meisjes natte voeten in het verraderlijke moeras dat toch echt eerst op woestijn leek.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Service
Ik heb gelijk
.
Ik heb gelijk. Jij niet, jullie niet, zij niet maar ik wel. Ik wil het hier maar eens gezegd hebben want het wordt zolangzaamaan tijd dat iedereen het gaat beseffen. Nog een keer dus: ik heb
Ik ben ook niet de enige die dat van zichzelf weet. Het geldt ook voor staatssecretaris Verbijsterveld die stug en star blijft vasthouden aan haar 1040 lesuren per leerling in het voortgezet onderwijs. Ze doet lekker geen stap terug, nou ja, een verrot klein stapje dan, vooruit…
Natuurlijk mag je als overheidsdienaar nooit je ongelijk toegeven. Ook niet als je jezelf daarmee belachelijk maakt. En dat doet mevrouw Verbijsterveld volop. Het probleem zit hem natuurlijk in de definitie van “kwaliteit”. De staatssecretaris denkt dat de kwaliteit van onderwijs afhankelijk is van het aantal uren dat een pubertje in de lesbanken doorbrengt. Niets is minder waar.
Kwaliteit hangt van heel veel factoren af als het om onderwijs gaat. In de eerste plaats is er de inhoud van de leerkracht als mens. Heeft hij of zij daadwerkelijk iets mede te delen aan de volgende generaties? Hebben zijn of haar gedrag en uitingen betekenis voor hun verdere leven. Leerkrachten kunnen daarin geschoold worden door veel te discussiëren over vaktechnische en over maatschappelijke onderwerpen en vervolgens ook analyses te maken van die discussies. Dan is de vraag: kent de leerkracht zijn vak goed genoeg? Daarvoor is niet altijd de hoogstmogelijke opleiding voorwaarde. Het gaat vooral om de affectie die de leerkracht met zijn of haar vak heeft en inzicht in de inhoudelijke kanten die het vak leuk maken voor de leerling.
In de derde plaats gaat het om de aandacht die de leerkracht bereid is te geven aan de individuele leerlingen. Het gaat tenslotte om kinderen die hun weg moeten vinden in de micromaatschappij die de school is. Het gaat niet aan de kinderen tijdens deze ontdekkingstocht ook nog eens heel veel zelfstandig onderzoek te laten doen naar informatie. Daarvoor zijn zij als puber nog niet geschikt. Leerlingen hebben vakinhoudelijke en emotionele begeleiding nodig.
Tegenover de eis dat leerkrachten goed inzicht in maatschappij, vak en kind moeten hebben, staat dat de kinderen daadwerkelijk naar school komen. Om te leren, wel te verstaan. Niet om leerkrachten of het lesprogramma te beoordelen. Kinderen kunnen niet bepalen of een bepaalde les voor he van belang is. Misschien is dat belang niet onmiddellijk waarneembaar maar dat wordt het later veelal wel.
Er zijn duizenden scholieren die maar niet begrijpen waarom zij geschiedenis- of godsdienstlessen moeten volgen. Later in hun leven blijken zij er heel vaak toch blij mee te zijn. Het is het ministerie maar vooral de leerkracht die de keuze voor de kinderen moet maken.
Ik snap ook wel dat leerlingen het dolletjes vinden om over van alles en nog wat mee te praten. Net als volwassenen blablablaten ze het liefst over zaken waarvan zij geen verstand hebben. Dat draagt niet bij aan een hogere kwaliteit onderwijs, wel aan meer geschreeuw zonder wolproductie.
Misschien is Verbijsterveld zelf wel het kindje van zo’n blablablaat-cultuur. Zeker is, dat daaraan u maar eens een eind moet komen en dat er kaders gesteld moeten worden. Maar geen rammelende kaders. Van mij mag 1040 uur best en ook wel 1100 maar dan moeten school en leerkrachten dondersgoed weten dat elk uur een zinvolle inhoud heeft gekregen. De staatsscretaris moet lak hebben aan Laks maar niet aan kinderen.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Http://politiek.wordpress.com
Service
www.adburdias.nl
www.gezond-vitaal.nl
www.docentenplein.nl
www.laks.nl
www.ocw.nl
www.sathyasai.nl