Een klinkende overwinning, zo kun je de verkiezing van Barack Obama wel noemen. Bij mensen van mijn leeftijd gaan de gedachten terug naar John Kennedy die met de hakken over de sloot Richard Nixon versloeg. Kennedy, omdat Obama eenzelfde soort boodschap heeft: hoop.
Hoop zal hem kenmerken, vermoed ik. Vol hoop, van zichzelf, heeft hij zich naar boven geworsteld in een samenleving die hem als halfbloed bepaald niet altijd goed gezind was. Een samenleving waarin hele volksstammen het woord “nigger” dagelijks over de lippen komt. Uitgerekend zijn eigen partij, de Democratische, omvat een fors racistisch element. Barack heeft zijn eigen hoop gecreëerd en gewonnen. Nu hij eenmaal president-elect is, barsten de feesten los die voortkomen uit een gevoel van bevrijding na acht jaar wanhoop. Ja Bush is de president van de wanhoop, of misschien wel de storthoop. Hij heeft zoveel wanhoop om zich heen verzameld dat hij óók de schuld heeft gekegen van dingen waaraan hij niets kon doen. Zo zijn wij mensen. Wij zoeken hoop en wanhoop vooral in een ander.
Zo niet Barack. Hij zocht de hoop in zichzelf en gaf daarmee het goede voorbeeld. Obama kan ons niet allemaal tegelijk uit de put trekken en een beter leven geven. Het is geen cadeautje van een man die de loodzware kar van de wereld in zijn eentje weer op de weg zet. Dat zou slavenarbeid zijn en daartoe voelt Barack zich na al die eeuwen niet meer geroepen. Nee, wie hoop wil behouden, moet er zelf aan werken. In de praktijk blijkt dat meestal moeilijk te zijn. Na Kennedy gingen we met bloemen in het haar lopen en in derdehands Volkswagenbusjes rondrijden en, o ja, veel gitaar spelen om iedereen te laten weten hoe slecht de anderen waren. Dat allemaal om de wereld te verbeteren en ook dat is niet gelukt.
Want hoe gaat dat meestal. Eerst is er de hoop door een charismatische leider maar die brengt na verloop vantijd ook teleurstellingen. Teleurstellingen doordat niet iedereen van dezelfde hoop is doordrongen en zo glijdt de hoopgevende leider ondanks zichzelf onvermijdelijk naar beneden totdat hij van zijn voetstuk valt.
Een tijdlang koesteren we ons met de gedachte dat de wereld goed voor ons is, met een hoopgevende leider aan het hoofd en vol vertrouwen in de toekomst Het gaat goed met ons omdat we op een positieve manier op weg zijn totdat de grenzen zijn bereikt en de teleurstellingen komen. Dan gaan we compensatie zoeken. Niet langer voorwaarts maar dobberen op de resultaten van het verleden. Beleggen in overmaat, ons een obesitas consumeren, breedbeeld tv’s en kokendwater kranen enzo. We koesteren ons met de gedachte dat we toch een mooie wereld hebben gecreëerd. Ja, zelfs gooien we zo nu en dan wat van onze verworvenheden over de schutting om ook de arme sukkels in de wereld mee te laten genieten.
Maar die sukkels zitten niet te wachten op aalmoezen maar op waardering en daar beginnen we niet aan want sukkels blijven sukkels, zo menen wij. En als ze geen sukkel meer willen zijn, dan moeten ze de daaraan iets veranderen. We zullen hen daarbij zoveel mogelijk tegenwerken. En lukt de ontsukkeling niet, dan is dat het beste bewijs dat ze sukkels zijn, zo menen wij.
Dan gaat het niet meer beter in de wereld en teren we alleen nog maar om onze zelfvoldaanheid tot …. op een goede dag iemand ons wakker schudt door met twee vliegtuigen in een paar wolkenkrabbers naarbinnen te vliegen. Dan is er een nieuw begin van de wanhoop en die leidt tot storthoop en we denken tot niets meer in staat te zijn. Maar op een goede dag komt er iemand die hoop geeft…
Het zou toch mooi zijn als iedereen tot in lengte van dagen zó op eigen kracht kon vertrouwen als Barack Obama heeft voorgedaan. Misschien komt die draaikolk tussen hoop en vrees dan ooit eens tot stilstand.
Tot Sterkte,
Kaj Elhorst
Service
www.ad.nl/denhaag/stad/2748164/Kurhaus_juicht_Yes_we_can.html
www.nl.youtube.com/watch?v=MXHy0qTrW7I&feature=related
www.oplossingsgerichtmanagement.nl/leidinggeven/voordat-hij-yes-we-can-zei