Wie heeft wel eens goed geluisterd naar een interview met een sporter? Dan zal het zijn opgevallen dat het meest gebruikte woordje “enneuh” is. Of liever: “enneuh toen”. Ja, dat wijst op een zeker ongemak bij het spreken en op een poging aan het woord te blijven. Door “enneuh” te zeggen voorkom je dat een ander er ineens tussendoor komt.
Hetzelfde komt bij gewichtige bestuurders voor die aan de lopende band “euh, euh, euh” roepen, heel vaak heel snel achter elkaar zodat er echt geen woord tussen te krijgen is. Dat is belangrijk want als er één ding als een paal boven water staat dan is het wel dat je aan het woord moet blijven als je eenmaal aan het woord bent.
Lullen is het liefste wat we doen want zolang je lult kan je niets kwalijk worden genomen, tenzij je heel lelijke dingen lult. Wie echt iets gaat doen, loopt een veel groter kans verwijten te krijgen. Een opvallend voorbeeld daarvan kreeg ik de afgelopen week voorgeschoteld. Er was weer eens een Europarlementariër of -terriër op BNR aan het woord. Zij was één van die types die vindt dat er al maar meer vrouwen aan de top van bedrijven moeten komen, of ze nou willen of niet. Desnoods moeten die wijven met hun luie reet met de zweep door het glazen plafond heen geranseld worden. Dat gezeik over kinderen opvoeden moet nu maar eens afgelopen zijn.’
De Euroterriër was over het onderwerp in gesprek met een, vermoedelijk laag ingeschaald, vrouwelijk stuk journaille en gezamenlijk vroegen ze zich haast op een Epie en Hepie-achtige wijze af hoe dat nou in Nederland toch maar kon. Al die mannen aan de top.
Het gesprek werd onderbroken door een reclamespot en mijn triomf was compleet bij het eerste item, een spot van BNR. Deze stelde een manlijke manager voor die te maken had met een “muts” van een vrouw die weer eens een nieuwe “diet” voor haar man had ontdekt en die “gatverdamme” in zijn broodtrommeltje had gedaan. Hoe kan het toch dat vrouwen in Nederland zich niet geroepen voelen tot het bereiken van topposities? Ze worden toch echt wel serieus genomen door BNR!
Ja, zo blijven we dus nog heel lang doorleurteren over meer vrouwen aan de top. Ondertussen schoffelen we die gedachte onverhoeds achter de rug van de vrouwen om weer onder. Maar lullen blijven we.
Persoonlijk ben ik voor méér vrouwen aan de top, als ze tenminste willen. Zeker in tijden van crisis. Mijn goede vriend Robert Blom heeft in een boek ooit beschreven dat vrouwelijke ondernemers veel voorzichtiger zijn en meer rekening houden met mogelijke risico’s. Mannen zijn veel roekelozer. Juist in zo’n crisitijd zoals nu, lijkt mij die vrouwelijke voorzichtigheid op zijn plaats. Overigens mag ik het daar volgens BNR niet over hebben want het zou vast wel weer op de één of andere manier stigmadiscriminerend werken.
Maar goed, ik ben dus wel te vinden voor meer vrouwelijke topmanagers al moet ik niet denken aan een afdeling kinderopvang naast de “boardroom” (vroeger heeette zoiets gewoon directiekamer maar dat mag niet meer want dan weet je wat het is).
Daar komt nog bij dat al vele malen is vastgesteld dat vrouwen effectiever vergaderen dan mannen. Ze leuteren minder over nix. Die voorgstelde crisiminister mag van mij ook best een vrouw worden. Zakelijke zuinigheid aan de top is goed en ik verheug me nu al op de seksuele intimidatie die ik van de vrouwelijke top te verwachten heb. Dan heb ik er als man ook nog wat aan. Dan hoor je mij niet meer lullen. Ik poets!
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Service
www.carrieretijger.nl/carriere/vrouwen/succes
www.jankuitenbrouwer.nl/2008/04/09/gelul-20/
www.de-ik-praat-te-veel-als-ik-dronken-ben-hyves.hyves.nl
Geef een reactie