Ons woord “wijk” is afkomstig van het Noorse woord “Vik” waar oorspronkelijk de Vikingen woonden. Het betekent “gemeenschap”, een plek waar een samenhangende groep mensen samenwoont. Een verstedelijkt collectief. Plaatsnamen als Noordwijk, Katwijk en Wijk bij Duurstede herinneren daaraan.
In Nederland heeft “wijk” de betekenis van “sociale eenheid” allang verloren en niemand weet haast meer wat het verschil is tussen een wijk en een buurt. Toch ebstaat erw el een zekere definitie van. Een wijk is dan een formeel en kadastraal vastgesteld gedeelte van een stad. Bij het woord “buurt” gaat het meer om een gemeenschap met een zekere sociale samenhang. In Amterdam was dat vroeger duidelijk te zien aan de Dapperbuurt, de Kinkerbuurt, de Jordaan en de Staatsliedenbuurt. Buurten dus.
Nu weten buurten niet van wijken, letterlijk en figuurlijk. Buurtbewoners zeggen steevast dat hun buurt zo “hecht” is. Daar is geen speld tussen te krijgen. Even zo goed wil de gemeentelijke overheid, ook in mijn stad, wijkgericht gaan werken. Het is de bedoeling om daarmee de sociale samenhang te versterken maar als ik zie wat de plannen zijn, dan gaat het niet lukken. Wijken worden verward met buurten. Grote, geografisch nauwelijks en sociaal totaal niet samenhangende eenheden worden als “wijk” aangeduid. Alle inwoners van zo’n wijk moeten gezamenlijk gaan bepalen waar de knelpunten liggen. Dat gaat burgeroorlog opleveren, oorlog tussen buurten. Die buurten vertonen namelijk wel een sociale samenhang en je kunt er gif op innemen dat ze allemaal hun eigen problemen het belangrijkste vinden. Het zou dus veel productiever zijn om maar meteen te beginnen met buurtgericht werken. Daar waar al een fundament voor sociale samenhang bestaat, valt winst te boeken. Daar waar die samenhang totaal ontbreekt, zal ze ook nooit ontstaan. Buurten zij binnenstedelijke dorpen die niets met elkaar te maken (willen) hebben.
Mensen met een mindere draagkracht hebben bijvoorbeeld graag een prijsvechter als supermarkt in de buurt. Nu is er sinds een paar jaar zo’n p[rijsvechter in onze stad en ze heeft een locatie gekozen abij een buurt met mensen die voorlopig nog even geen SUV kunnen kopen. De winkel wordt druk bezocht door klanten te voet, op de fiets maar ook door SUVverds. Het college van B&W en sindskort ook de Raad van State hebben echter uitgemaakt dat de winkel er illegaal zit en dus moet ze verdwijnen. Ze wordt egdeporteerd naar een bedrijventerrein waar alleen mensen met een SUV kunnen komen. Wie nog niet eens het geld heeft voor een nieuwe binnenband aan de fiets, moet dus weer naar de lokale supermarktdemagoog Hoogvliet die zegt goedkoop te zijn maar het niet is.
En dat allemaal omdat we nu eenmaal gelijke monniken ook gelijke kappen willen geven. De rpijsvechter zit namelijk in een gebied waar geen winkels zijn toegestaan. En we zijn o, zo bang voor uitzonderingssituaties. Over een paar jaar mag de prijsvechter een derde locatie innemen, vlakbij een nadere buurt met “mensen met een laag inkomen”. Alweer in een andere wijk dan de huidige vestiging. Over een paar jaar. Dat heet geen buurtgericht werken maar “uit de buurt werken”. Dat allemaal omdat de prijsvechter zich illegaal heeft genesteld en illegalen worden nu eenmaal uitgezet.
Buurt- of wijkgericht werken, daar doen ze in Utrecht op grote schaal aan. Twee burgemeesterskandidaten van dezelfde partij nemen het tegen elkaar op. Eén van de uitwassen van die vreemde wens dat er een gekozen burgemeester moet komen dus. Maar goed, ik vind het eigenlijk wel spannend om te zien hoe groot de verschillen binnen de PvdA zijn. Als het maar niet weer alleen maar van dat gezemel wordt over “ervaring” die bij de één dan meeestal net iets meer is dan bij de ander. Ik weet niet of beide heren in dezelfde buurt wonen, wat qua inkomen ebst zou kunnen, maar het zou spannend zijn als ze ieder een hele reeks van buurten achter zich zouden weten te verenigen. Volgens mij houden ze in Ondiep wel van Pans en in Overvecht van Wolfsen. Binnenkort ga ik er eens buurten.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Service