Met licht moeten wij zuinig zijn
Zo klinkt vandaag steeds allerwegen
En ziet het was al duisternis
Wat wij de laatste jaren kregen
Zuur en zoet en veel gepraat
Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat
Die donkerte bleef als maar hangen
Al gingen wij naar licht verlangen
Maar wat wij al die tijd niet zagen
Was het licht dat scheen op al die dagen
Het ging van deur tot deur tot deur
En was immer in majeur
O nee, van verdriet wilde zij niet weten
Zij vond geluk ruim toe bemeten
In alle eenvoud en zo stil
Als niemand verder werken wil
Zo toog zij voort op eigen pad
Om te geven wat zij in zich had
Wie echt nergens iemand vinden kon
Plaatste zij volledig in haar zon
En bestraalde zij met licht
En gaf zij warmte en een gezicht
Want niemand mocht erbuiten blijven
Zij liet geluk bij elk beklijven
En zachtjes drong haar naam tot een ieder door
Zij komt, zij komt, de Groot Majoor!
Ik hoor dat zij gistren is weggebleven
Zij ruilde voor ’t eeuwige haar leven
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Geef een reactie