Soms vind ik het moeilijk om uit te leggen hoe dat nou precies zit met die maatschappelijke kloof. Die afstand tussen de `doctorandussen` en `het volk`. Vanmorgen hoorde ik iets dat mij een mooi voorbeeld lijkt. Een terminale kankerpatiente mag niet naar huis omdat het ziekenhuis nog allemaal onderzoek moet doen. Waarvoor en waarom? Nou, dat werd al gauw duidelijk. Mevrouw had erge buikpijn maar na een onderzoek bleek al gauw dat aan haar longen niets mankeerde en dat werd haar uiterst opgelucht medegedeeld.
Het zal wel aan mij liggen maar mij is de lariekoek van het bovenstaande onderzoek wel duidelijk. De kloof! De zeer geleerde dames en heren hebben ieder contact met de werkelijkheid verloren ern zitten vastgeroest in hun eigen kaders en wtenschappelijke valstrikken. Ik vind het bovendien behoorlijk respectloos om iemand die terminaal is de gang naar huis te weigeren.
Respectloos is ook dat in de Communistische Heilstaat China gevangenen dagelijks tien uur moeten werken en dan elke week een appel krijgen. Respectloos is de stapel apekoppen en toekansnavels die ik gisteren in de krant zag als bewijs van een haperende wetgeving tegen handel in bedreigde diersoorten.
Nu is respectloosheid iets dat in onze tijd ongeveer gemeengoed is. `Respect moet je verdienen`, is een veel gehoorde uitspraak. Gisteren bracht ook een wethouder met wie ik goede betrekkingen onderhoud dat naar voren. Ik ben het niet met hem eens. Respect is niet iets dat je ontvangt van een ander maar een manier van kijken naar de wereld. Letterlijk vertaald betekent het `omkijkgedrag`en `omkijken naar iemand` doe je ook zonder je af te vragen wat hij of zij voor iemand is, wat hij of zij heeft verdiend. Wat mij betreft geldt dat trouwens voor alle levende wezens.
Anders staat het met `waardering. `Waardering kun je aan iets of iemand hechten vanwege bepaalde kwaliteiten. Je kunt het ook verdienen door je manier van leven of de dingen die je doet. Zelfs door de goede stukken die je schrijft. Als derde in het rijtje bestaat er ook nog zoiets als `ontzag`. Dat heb je voor iets of iemand waarvan je vermoedt dat de capaciteiten groter zijn dan de jouwe. Nou, dat is al weer een heel brok voor de vroege ochtend.
Toch heeft het veel te maken met de discussie die ik had met voornoemde wethouder. Die had te maken met de fameuze kreet `luisteren naar de burger`. In de afgelopen jaren is dat een stuk gemakkelijker geworden al lijkt het misschien niet zo. In mijn ogen vatten veel bestuurders dat `luisteren` veel te eenzijdig en voor de hand liggend op. Ze bezoeken wijken en instellingen, horen verhalen aan en menen daarna te hebben geluisterd naar de burger. Niets is minder waar.
O zeker, het is goed om burgers op te zoeken maar om echt te luisteren is nog iets anders nodig. De eerste de beste burger in een achterstandswijk heeft namelijk ontzag voor burgemeester en wethouders. Om dat gevoel een beetje te verminderen beginnen ze al gauw met `je` en `jouw`of zetten ze een grote mond op. Soms verzamelen ze alle geleerd klinkende woorden bij elkaar voor het gesprek, of ze nu in de juiste context worden gebruikt of niet. Op die manier hopen ze respect te krijgen van de bestuurder.
Ze wekken de indruk heel goed te weten waarover ze praten hoewel dat meestal maar ten dele zo is. Bovendien verwachten burgers die met een wethouder spreken, dat er ook direct iets gebeurt. Meneer of mevrouw de wethouder kan dat toch wel even regelen? Dat laatste wijst al op een wereld van verschil in denken. Meneer of mevrouw de wethouder kan `het` helemaal niet even regelen. Omdat het allemaal zolang duurt en uiteindelijk toch verkeerd uitpakt, verdwijnt de waardering voor de wethouder en, nog erger, zelfs het respect.
Luisteren naar de burger houdt dan ook meer in dan een praatje maken. In onze tijd betekent het dat je als bestuurder van tijd tot tijd weblogs afwandelt om te bekijken wat `het volk` met elkaar te bespreken heeft. Daar vind je de emoties en het diepgewortelde wantrouwen of de hoog oplopende wanhoop die in een gesprek niet naar boven komen.
De wethouder met wie ik de discussie had, zag dat niet zitten. `Daar vind ik alleen maar ongenuanceerde onderbuikgevoelens`, was zijn verweer. Nou breekt me de klomp! Moet je als bestuurder dan niet de gevoelens en emoties van `het volk` kennen? Onderbuikgevoelens en gebrek aan nuance. Wat vroeger uitsluitend binnenskamers en in de kroeg werd besproken, is nu voor iedereen zichtbaar. Daarvan zouden bestuurders meer kennis moeten nemen. Het is de weg om het denken en handelen van `het volk` te gaan begrijpen.
De zeer geleerde wethouder, hij heeft zelfs een doctorstitel, heeft zijn analytisch vermogen niet voor niets gekregen. Met zijn gevoel voor ratio en nuance kan hij de emotiebrij aan. Daaruit kunnen nog heel mooie, creatieve oplossingen voortkomen. Ik zou het dan ook helemaal niet gek vinden als het college van B en W anderhalf uur per week, 18 minuten per werkdag, zou uittrekken om weblogs van `het volk` te bestuderen. Bij mij zou dat leiden tot waardering en misschien zelfs tot ontzag.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
https://politiek.wordpress.com
Service
Haaa Kaj!
Ik zat vanmiddag nog te denken, ik zal kaj eens even mailen om te vragen hoe het gaat..
Meteen natuurlijk weer even je logje(s, er volgen er vast nog meer) gelezen.
Vanavond had ik het er nog over aan tafel tijdens/na het eten. Het 100 dagen het land in om te luisteren naar de burger.. Daag.. net wat je zegt, alsof iemand dan oprecht uitspreekt wat hij ofz ij bedoelt. Bovendien als hij of zij dat wel doet, word ie dan niet als ‘volstrekt gestoord’ gezien? Ik vind het een beetje raar, ze moeten 365 dagen in het jaar zich bezig houden met de burgers en het niet zien als een eenmalige actie om vervolgens weer achter het bureau te kruipen. En de oplossing is inderdaad simpel door alleen al weblogs door te lezen. Die zijn vaker nog minder hard dan de fora.. Want dat is echt hilarisch soms.. en ik weet niet of je hilarisch nu in een positieve context moet plaatsen..
En hoe staat het leven bij Kaj er voor?
Hier druk met tentamens, die gekke ‘P’ ook, gaat veel tijd in zitten als je in het begin het allemaal nét ff te luchtig hebt bekeken. Haha… onderschat je dan toch, je moet toch wel kunnen plannen met een kleintje van anderhalf om je heen. Is niet erg, nu ben ik tot op zekere hoogte op mijn bek gegaan, plannen gaat me nooit lukken, maar dit gaat me ook niet weer gebeuren 😀
In mijn enthousiasme vergeet ik alsnog mijn punt. Ik ben namelijk wel ingesteld als ‘respect heeft iemand al, hij kan het alleen nog maar wegnemen’, zo loop ik niet met mijn neus in de lucht een zwerver voorbij (tenzij gebrek aan tijd), geef ik een enkele keer een straatmuziekant wat kleingeld en draai ik mijn hoofd niet weg voor alles wat in andermans ogen een ‘kamper'(ff stereotyperen) moet zijn.
Nadeel? Jawel, je gaat wel op je bek. Zo heeft een ieder van mij ook per definitie het ‘goed vertrouwen’ (nee, je doet geen levensverhaal boekje open), tot het tegendele zich voordoet. Zo wordt je wel eens gewezen door iemand op een ander zijn/haar gedrag in de zin van ‘die is niet te vertrouwen’ of ‘ze gebruikt je’ of wat voor termen je dan tegen mag komen. Ik zie wel tot het zich voordoet. Alleen zijn er niet veel mensen die zo zijn en dat is wel zonde.