Vanmiddag was het zover. Oud D66-coryfee en jeugdboekenschrijver Jan Terlouw nam in mijn gemeente het “eerste” exemplaar van zijn nieuwe boek in ontvangst. “De zoektocht in Katoren”. Het boek is uitgegeven door de vermaarde uitgeverij Lemniscaat, een uitgeverij met een fors kinderfonds en dus ook geïnteresseerd in de ontwikkeling van de jeugd.
Voordat de kinderen vragen mochten stellen, kwam de schrijver zelf aan het woord. Zijn woordgebruik verried de oud-politicus en de ervaren bestuurder. Zo sprak hij van het “thema” van het boek terwijl hij beter het woord “onderwerp” had kunnen gebruiken. Het “thema” was de “kloof” die mensen van elkaar scheidt, vooral als ze in groepsverband optreden.
Hoe dat kwam? Jan maakte een ingewikkelde vergelijking. “Vertel eens aan alle mensen in de buurt dat de wijsvinger de langste vinger is. Roep ze daarna bij elkaar en vraag ook iemand aan wie je niets hebt verteld. Vraag daarna wat de langste vinger is en iedereen niet één uitgezonderd, zal zeggen dat het de wijsvinger is. Dat komt doordat iedereen elkaar napraat.” Jan wilde duidelijk maken dat mensen in groepsverband niet zo kritisch zijn. “Want, je weet natuurlijk best dat je middelvinger het langste is.”Ja”, dacht ik kritisch, “dat weten ze heel goed want die steken ze altijd op naar anderen”. De volgende keer hebben ze een goede smoes om die vinger in het openbaar te tonen. “Even kijken of hij langer is dan de rest.”
Daarmee was het ergste nog niet voorbij. De uitgeverij had een leus bedacht voor zichzelf: “Ik gaat voor Leminiscaat”. Mijn broek zakte af. Terwille van de rotcenten heeft de uitgeverij kennelijk lak aan de jeugd. Weg met oubolligheid en lekker popi doen, dat is het hoogste goed.
De eerste de beste (vooral de beste) onderwijzer weet dat je een fout nooit op het schoolbord moet laten staan. Zoiets zet zich vast op het netvlies. Aan zo’n beeld ontlenen kinderen hun woordbeeld. Het zal de uitgeverij de reet niet roesten.
Als het maar lekker bekt. Die kinderen kunnen het zo lekker nazeggen, of liever “yellen” want zo heet dat tegenwoordig in goed Nederlands. Dat betekent dat ze het eindeloos achter elkaar scanderen totdat ze denken dat het Nederlands is.
En wee de onderwijzer die er in de klas iets van zegt. Die kletst uit zijn nek want de uitgeverij weet het heus wel hoor. Ik weet nog een leuke: “Hun lezen heel graag fun”. Dat kan ook best. Of “Lemniscaat, waar ik loopt of staat”. Wat zou prinses Laurentien daarvan vinden met haar stichting die het analfabetisme en laaggeletterdheid bestrijdt? En hoeveel zou het bijdragen aan de inburgering van mensen die onze taal nog moeten leren? Die vragen lieten me niet meer los.
Geteut over een kleinigheid? In de eerste plaats is zo’n leus slecht voor het woordbeeld. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat had daar een tijd geleden ook een handje van: “Kinderen op de aGterbank”. “Ja, maar ouders vragen dan heus wel aan hun kinderen wat er fout is op zo’n bord.”Ik dacht het niet! Misschien een paar wel maar de meeste doen dat niet. Die ouders aarzelen zelf over de goede spelling.
Een kleinigheid. Het gaat om de mentaliteit die erachter zit: als je er geld mee kunt verdienen, mag je best wat aan de regeltjes knoeien. Regels hebben het toch al gedaan, zijn de gebeten hond in onze tijd. Terecht hoor, door regelzucht is er heel wat absurditeit in de wereld gekomen. Door het verkeerde voorbeeld te geven, zal het echt niet beter gaan.
Punaisepoetser, miereneuker, zo mogen mijn critici me best noemen maar op één voorwaarde: de spelling moet kloppen. Die spelling behoort bij het cultuurgoed dat taal heet. Cultuurgoed waaraan een structuur is gegeven en als er één ding is waar onze jongeren behoefte aan hebben, dan is het structuur. Waar de structuur het begeeft, krijgen we overlast. Maar ja, de rotjeugd zal de uitgever natuurlijk een rotzorg zijn.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Service
Goed te zien dat je weer lekker op dreef bent!
Gistermiddag ontving ik een email van een leerling van me: “Sorry Marloes, ik heb me blaatde kwijt afz zender H”.
Zucht. 19 jaar. Wat moeten we doen?
Groet,
marlOUs
Ja, wat moet je doen? Volhouden meid! Ooit zal iemand in de bestuurlijke contreien ontdekken dat het er allemaal WEL toe doet. Misschien vragen ze ons dan nog om raad ook maar ik denk eigenlijk van niet.