Martin Gaus was vanmorgen echt fantastisch. Onverbloemd gaf hij zijn bewondering voor Bokito te kennen. Deze had toch maar even heel Nederland een stukje voorlichting gegeven over de omgang met dieren, in het bijzonder met gorilla’s. “Eigen schuld, dikke bult”, meende hij en in een heel klein zinnetje: “Het is natuurlijk wel vervelend dat deze dingen gebeuren”.
Als neefje van een ex-Artisdirecteur ben ik het graag met hem eens. Volmondig. Jammer was alleen dat op de voorafgaande dag een horde Marokkaanse Zilverruggen een voetbalveld bestormde. Ik wil daaruit niet de conclusie trekken dat we met Marokkaanse jongeren net zo moeten omgaan als met gorilla’s. Hoewel, niet aankijken is meestal het beste.
Tegenover al dit hilarische nieuws staat de meer stilzwijgende maar minstens even belangrijke kant van de samenleving. Een groep “allochtone” (alsof het een soortaanduiding zou zijn) en autochtone (die andere soort) ouders heeft besloten gezamenlijk de kinderen naar de basisschool te brengen. Op die manier willen ze bijdragen aan vervaging van het onderscheid tussen witte en zwarte scholen. Ik vind dat een goed idee.
Zo veel twijfels als ik heb bij overheidsmaatregelen ter integratie, zo enthousiast kan ik worden over dit soort initiatieven. Hier blijkt dat mensen met een heel verschillende achtergrond in de eerste plaats willen samenwerken aan een echte samenleving. Op kleine schaal en dat is nu juist het mooie ervan. Het gaat erom dat de mensen echt willen, ze willen en voelen dat het kan. Ze hebben vertrouwen in de toekomst. Wat wil een mens nog meer?
De meerwaarde is dat ouders er zo volledig achter staan dat de kinderen ook thuis de meest passende “vervolgbegeleiding” krijgen voor zover dat nodig is. Waarschijnlijk putten de ouders hun vertrouwen uit de wetenschap dat ze die begeleiding heel goed kunnen geven. En de overheid ? Die hoeft alleen maar te koesteren en te kijken of alles goed gaat.
Bij kleinschaligheid en vertrouwen begint in mijn ogen vaak de victorie. Daarom was ik ook niet verbaasd te horen dat het microkrediet de meest succesvolle vorm van ontwikkelingshulp is van allemaal. Om een bescheiden maar toch enigszins riskante lening aan te gaan, moet je weten wat je kunt en doet. Daarbij heb je de zekerheid dat je niet meteen voor je hele leven de mist in gaat als de zaken minder goed verlopen dan je had gedacht. De schade is te overzien.
Vaak heb ik het gevoel dat we ons teveel laten leiden door “groot”, “snel” en “veel”, kenmerken die het meest bij de Zilverrug passen, de aloude borstklopper. Microkrediet en initiatiefrijke ouders lijken meer op een pas gelegd zwanenei, broos en verlangend naar warmte. Die zouden we met z’n allen moeten geven om vol verwondering te kijken naar de zwarte, witte of grijze zwaan die eruit kruipt.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
http://mythologie,wordpress.com
Service
(oiko is afgeleid van het oud-Griekse woord oikia dat `huis` betekent)
Hell Yeah!
Heb ooit voor mijn studie een paper geschreven over deze ouder-initiatieven in Rotterdam. Prachtige ideeen; lastige uitvoer. Dat was dan weer jammer.
En : ‘Klein, traag en weinig’ gaan als tegenhanger in mijn hoofd vooral over veel te dure restaurants. maar dat zal wel aan mij liggen.
Groet!
Marlous
Maar Marlous, ik denk dat veel te dure restaurants zelden het gevolg zijn van een microkrediet. Overigens zou ik ze zeker mijden.
Maar Kaj, wie zegt dat ik daar op doelde?:-)
Groet,
Marlous
Klein, traag en weinig’ , ik dacht dat je het bedoelde als tegenstelling tot mijn bewering dat we teveel zijn gericht op groot, snel en veel. Die laatste gerichtheid is m.i. de reden waarom we zelden inzien hoe belangrijk kleinschaligheid is. Uit jouw benadering maakte ik op dat je van klein, traag en weinig niet veel heil verwacht. Hoewel, de combinatie van die drie zal ook niet gauw tot iets leiden. Dat is waar.
Groeten,
Kaj