De titel die hier boven staat vind ik nog altijd wat raar. “Pimp” is het Amerikaanse woord voor “pooier” maar even zo goed moeten we de laatste paar jaar alles “oppimpen” (wat afkomstig is van pogingen om een stevige penis te krijgen). Misschien is het allemaal wel symbolisch voor deze tijd. We lopen het liefst onze pik achterna.
Ik wil de gemeenteraad wel eens zichzelf zien oppimpen. Dat kan gemakkelijk want gisteravond ontdekte ik bij een aantal raadsleden onverwachte capaciteiten. Zo was er één die heel expressief een korte act gaf tijdens een debatwedstrijd. Had ik het achter hem gezocht? Misschien een beetje, ik wist wel dat hij meer in zich had dan hij in de raad liet zien maar dat er echt artistieke kwaliteiten in hem zouden schuilen, daarvan was ik me niet bewust. Ik zal maar zeggen: “Brood, daar zit wat in.”
Eén van de andere raadsleden vroeg ik of het debat tijdens de wedstrijd beter verliep dan in de gemeenteraad. “Veel beter”, zei hij en hij keek veelbetekenend naar twee deelnemende scholieres van een jaar of zeventien. “We hebben het net tegen hun opgenomen en dat was niet gemakkelijk.”
Waar zat hem nu het verschil in volgens deze ervaren politicus? “In de raad luisteren we niet naar elkaar”, zei hij. Een bekentenis die me niet vreemd voorkwam. Zijn collega bevestigde die opmerking en legde verder uit. “Nee, we horen nauwelijks wat de argumenten van de ander zijn. We zijn voortdurend bezig naar elkaar toe te schuiven en ons weer te verwijderen. Een op en neergaande beweging van toenadering en verwijdering.” Een soort coïtus communalis dus. (Voor de niet Latinisten: “gezamenlijke neukpartij”). Op zich is er tegen en coïtus niets maar hij mag ook best vruchtbaar zijn.
Nu kende ik aan het begin van mijn loopbaan als politiek correspondent een raadslid dat zijn ijzeren jaren in de raad probeerde vol te maken. Hij was fractievoorzitter van GroenLinks en kwam uit de CPN-hoek. Om die reden werd hij in die tijd vooral door VVD-wethouders nog al eens voor Stalinist uitgemaakt. Op een goede dag besloot hij het bijltje erbij neer te gooien omdat zijn gehoor sterk achteruit ging. Bij nader inzien was dat niet nodig geweest aangezien raadsleden toch niet naar elkaar luisteren (zie boven).
Of dat ook echt tot het gewenste resultaat leidt, is vaak maar helemaal de vraag. Het niet-luisteren-naar-elkaar lijkt inderdaad en genetische voorwaarde voor het raadslidmaatschap te zijn. Dat brengt raadsleden ertoe om tot vervelens toe het eigen standpunt te herhalen, mogelijk omdat ze naar hun eigen woorden wel met veel bewondering luisteren. In dat geval lijden ze aan een verbaal narcisme van de bovenste plank.
Zoals gisteravond tijdens de wedstrijd bleek, is goed luisteren voor een mooi debat nog belangrijker dan het praten. Het is de kunst om het standpunt van de opponent over te nemen voor zover dat in je kraam te pas komt. Aan het eind geef je er dan een draai aan die je zelf leuk vindt. Die aanpak geeft de tegenstander namelijk minder mogelijkheden om je betoog aan te vallen. In dat geval loopt hij of zij immers grote kans het eigen standpunt af te branden. Hoe dom dat is, dat is ook een raadslid duidelijk. Het is als met liegen: vertel voor het overgrote deel de waarheid zodat je maar heel weinig echt hoeft te onthouden.
Een en ander zou ertoe leiden dat debatten veel korter duren en dat zou hun aantrekkelijkheid vergroten. Misschien zou je aan het best luisterende raadslid een paar gouden oorbellen moeten toekennen want de doorsnee burger zou meer lol aan een raadsvergadering beleven. Ik niet want ik word gedeeltelijk per uur betaald en hoop altijd dat ze de discussie ook nog na 23.00 uur voortzetten. Tot op heden stellen ze me in dat opzicht niet teleur. Pimp de gemeenteraad? Nou, van mij hoeft het niet hoor!
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Service
Leg squats are really hard enough to complete by itself.