Vroeger was alles beter. Nou niet echt maar een geniale vondst was de leesplank . Wie met behulp van het ding heeft leren lezen, kan nog slapend het begin citeren “Aap, noot Mies, Wim Zus, Jet en het allerlaatste woord was “schapen”. Wie bij schapen was, mocht slapen.
Opvallend aan die leesplank was dat er geen enkel intellectueel beroep op voorkwam. Niet eens een verwijzing naar iets intellectueels. Bijna alle woorden waren gekozen uit het eenvoudige boerenleven. Dat was mooi want er bestond kennelijk heel veel waardering voor het echte, zware handwerk. Nou, daarin kwam in de zestiger jaren van de vorige eeuw de nodige verandering.
De revolutie van de zestiger jaren was niet eens in de eerste plaats de opstand van de Provo’s al hadden zij de reputatie. In werkelijkheid draaide het om de emancipatie van de arbeiderskinderen. Zij kregen de kans te studeren en door te dringen in de hogere regionen van de samenleving.
Nu misten zij veelal een brede algemene ontwikkeling die tot dan toe voorwaarde was geweest voor een hoge functie. Daarvoor lag de oplossing voor de hand. In het vervolg ging het niet meer om vakkennis en brede, maatschappelijke oriëntatie. Nee, het werd de kunst zo diep mogelijk te duiken in één, héél klein deelonderwerp van maatschappij, wetenschap en techniek. De deskundige, de specialist verscheen ten tonele en tegelijkertijd werd het woord professionalisering uitgevonden. In het verleden waren mensen kennelijk alleen maar met hobby’s bezig geweest.
Techniek en wetenschap kwamen de ontwikkeling te hulp door een reeks van nieuwe ontdekkingen en in ieder van die ontdekkingen kon je je specialiseren. Van elke wetenschappelijke of technische mug werd een olifant gemaakt en zo ontstonden vakken als politicologie en marketing.
Al was die truc van de professionalisering een slimme oplossing voor een onderschuffeld gebrek, iedereen moest wel meer intellectuele preaties leveren. Het onderwijs werd elitairder dan het ooit was geweest in het bourgeoistijdperk. Niks waardering voor het landleven en weg met de ambachtsschool. Die laatste was alleen maar goed om voor arbeider te leren en tja…
Dus werd het onderwijs ingericht op een vloeiende weg omhoog. Daarvoor was de Mammoetwet bedoeld en later ook de Middenschool. Het ging erom zo hoog mogelijk te scoren en de kinderen moesten ook zelf die kennis maar vergaren. Weg met die aristocratische, alwetende docent met meerwaarde in zijn ransel. Wie plat sprak en niet intelligent genoeg voor de universiteit, kon leraar worden.
Helaas, na veertig jaar bleek een groot deel van de kinderen toch liever iets te doen met de handen maar daarvoor bestond geen opleiding meer. De gehate ambachtschool was de nek omgedraaid en wie meer praktisch was ingesteld dan theoretisch, ja die moest maar …zien. Leeglopen rond studiefabrieken waar de band met de school minimaal was en vertrouwde leraren lang niet altijd bereikbaar omdat ze even bezig waren in een andere `sector`waar de professionalisering iets anders werd doorgedrukt. Jahaa, dat werd spijbelen, vernielen, vandaliseren, ouwetjes lastig vallen en ga zo maar door.
Maar we pikken het niet meer. De jongeren moeten wer in de pas lopen en dus, o ei van columbus, laten we ze kennismaken met het werk in bedrijven. Sommige jongeren worden goed opgevangen door een vrijwillige “meester in het vak” en leren daar op een positieve manier hun handen gebruiken.
Zo verbeteren we het onderwijs dat eerst vakkundig in de vernieling is geholpen. Wie praktisch is ingesteld, mag ineens weer gewoon het vak van een handwerksman leren. En…leerkrachten mogen weer opvoeder zijn. Mannen en vrouwen die op grond van hun brede, algemene ontwikkeling zulk interessante verhalen te vertellen hebben. Want ja, alles begint met interesse. Alleen…die opleidingen voor leerkrachten hebben nog wel een zetje nodig. Die moetn echt veel beter. Scholing in de vakken psychologie, pedagogiek, Nederlandse taal, geschiedenis, aardrijkskunde en hoofdrekenen. Je bent toch mensen aan het vormen en geen bedieningspersoneel voor computers!
En als ze dan die betere opleiding hebben gekregen, beloon ze er dan ook naar want echt, onderwijs is en blijft één van de mooiste maar ook zwaartse beroepen.
Tot sterkte,
Kaj Elhorst
Service
Geef een reactie