In het najaar van 1944 reed mijn oudtante Marie, het is echt waar, met haar Fordje a la 1935 tegen een Duitse legertruck aan. Boem, dood. De omstanders reageerden niet erg en de Duitse soldaten reden al gauw weer verder. Toch dreunde de klap van de botsing nog tien jaar door. Ik weet het zeker want nog toen ik acht jaar was, kreeg ik te horen dat die "rotmoffen" daar niets te zoeken hadden.
In het voorjaar van 2006 reden Amerikaanse trucks over een paar Afghaanse personenauto's heen. Opgestookt door een enkele radicale mammeluk togen de omstanders ten strijde tegen de Amerikanen. De soldaten schoten en kregen hulp van Afghaanse politiemannen. Boem negen keer dood.
Op een rustige maar kille zaterdagochtend in 2007 rolt een Nederlandse pantserwagen haast ongemerkt over een 11 jarig Afghaans meisje heen. Geen politie te bekennen want die is daar in Uruzgan niet zo dik gezaaid. Een enkele radicale mammeluk probeert de gemoederen aan te stoken maar de Nederlanders schieten niet. Meisje wel dood.
Die avond is minister Kamp op tv. "Wij schieten niet omdat we die mensen daar wullen helpen", zegt hij met Achterhoekse blijmoedigheid. Hij gelooft er echt in. Hij weet niet dat de klap van de botsing nog zeker tien jaar doordreunt. Dat is pas echt de Big Bang voor mensen.
Tot sterkte
Kaj Elhorst